In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 4 december 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikkingen compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had eerder, op 27 oktober 2022, bezwaar ingediend, en de rechtbank had in een eerdere uitspraak op 1 december 2023 bepaald dat de Dienst Toeslagen binnen zes weken een besluit moest nemen. Echter, deze termijn is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat de Dienst Toeslagen in gebreke is gebleven. De rechtbank draagt de Dienst Toeslagen op om alsnog binnen twintig weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.