In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, ingediend op 29 november 2023. De rechtbank heeft op 28 november 2024 uitspraak gedaan. Verweerder heeft op 5 november 2024 een verweerschrift ingediend, maar partijen hebben geen gebruik gemaakt van hun recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en is tot de conclusie gekomen dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft op 25 oktober 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling van 28 mei 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 12 augustus 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 437,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 november 2024.