ECLI:NL:RBMNE:2024:6618

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
16/289387-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling, bedreiging en wederrechtelijke vrijheidsberoving van een collega

Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zijn collega heeft mishandeld, bedreigd en wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, na een avond met lachgasgebruik en seksuele interactie met een derde, zijn collega in zijn woning heeft mishandeld en bedreigd met een mes. De verdachte heeft haar meerdere malen geslagen, haar keel dichtgeknepen en haar gedreigd met de dood. De rechtbank achtte de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar, ondersteund door bewijs zoals letselrapportages en getuigenverklaringen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast werd een contactverbod van 3 jaar opgelegd. Het slachtoffer kreeg een schadevergoeding van € 1.500,00 toegewezen voor immateriële schade. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gebrek aan respect van de verdachte voor de vrijheid en integriteit van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/289387-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 4 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 november 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M. Rademaker en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. K. Canatan, advocaat te Amsterdam, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] , bijgestaan door mr. R.G. van der Laan, advocaat te Leiden, en mevrouw [A ] , medewerker van Slachtofferhulp Nederland, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte in de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 in Almere:
feit 1
opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd (gehouden);
feit 2 primair
heeft geprobeerd om aan [slachtoffer] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
feit 2 subsidiair
(met voorbedachten rade) [slachtoffer] heeft mishandeld;
feit 3
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Tevens acht de officier van justitie het onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de voorbedachte raad.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair integrale vrijspraak bepleit, ten aanzien van het onder 1 en 2 primair en subsidiair tenlastegelegde wegens onvoldoende betrouwbaar (steun)bewijs en ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde wegens onvoldoende wettig bewijs. Subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde, omdat de door aangeefster beschreven gedragingen niet als zodanig kunnen worden gekwalificeerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
In het
proces-verbaal van aangiftevan 2 november 2023 heeft aangeefster [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op 1 november 2023 hadden [verdachte] en ik afgesproken om naar zijn huis te gaan te [woonplaats] . Rond 17:00 uur kwamen wij bij zijn huis aan. Even later kwam er een persoon aan de deur die de lachgas kwam brengen. Ik kende deze persoon niet. Ik hoorde dat [verdachte] hem uitnodigde om binnen te komen. Ik weet dat [verdachte] een fetisj heeft waarbij hij het opwindend vindt als ik seks heb met een donkere man. Ik liet dit toe, en stemde hier zelf mee in. Rond 21.30 uur verliet de man de woning en deed [verdachte] de voor- en achterdeur op slot, waarna hij mij meteen heel hard met zijn vuist op mijn linkeroog sloeg. Hierdoor heb ik letsel opgelopen, ik heb een blauw oog en bloeduitstortingen in mijn oog. [verdachte] zei hierbij: "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag." Hij herhaalde dit meerdere keren in de nacht. [verdachte] pakte mijn telefoon af. Hij bleef agressief naar mij, hij sloeg mij op mijn hoofd, ribben en met een lege fles wijn voornamelijk op mijn hoofd. [verdachte] zei tegen mij dat ik nieuwe kooltjes voor de shisha in de brander moest doen. Hij zei hierbij: "Ik ga jou brandmerken." Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Ik ga mijn wapen erbij pakken." Hij liep naar de keuken en pakte van achterin de lade een groot mes. Ik kan het mes als volgt omschrijven: zilver staal, ongeveer 30 centimeter, ook het handvat was zilver. Het was een soort vlees mes. Hierna bleef [verdachte] zeggen: "ik ga je verminken."
[verdachte] heeft mijn broer proberen te bellen. Hij belde hem omdat hij vond dat mijn broer mij ook maar in deze toestand moest zien. Ik weet dat [verdachte] ook een filmpje heeft gestuurd naar een contact van mijn LinkedIn genaamd [getuige 1] . Alles heeft zich steeds afgespeeld op de bank. Daarna kwam er weer een storm van klappen. Hij zei daarbij: "Ik ga al je botten breken". Ik zat voorover gebukt over de bank. Hij hield één arm op mijn rug en sloeg mij met zijn rechterhand op mijn hele lichaam. Hij begon mij te bewerken met het mes. [verdachte] kraste met het mes in mijn armen en benen. Hierdoor heb ik letsel opgelopen. Het zijn meerdere sneden. Hij maakte een steekbeweging richting mijn borst. Ik heb het mes uit reactie vastgepakt. Hierdoor heb ik een snee aan mijn vinger opgelopen. Hij hield het mes in zijn rechterhand. Er kwam bloed uit mijn neus en mond, dit kwam door de klappen op mijn hoofd. Ik viel in slaap. In de ochtend moest ik weer op de bank zitten. Hij pakte het mes. Hij liet mij even buiten in de tuin roken. Dit was het moment dat ik de kans zag weg te rennen. Ik rende naar de voorkant. [verdachte] kwam achter mij aan en trok mij aan mijn jas. Hij bleef maar zeggen dat ik terug moest komen naar binnen. Een man riep ik aan, ik vroeg hem om hulp. Ik ging in mijn auto zitten, omdat ik eigenlijk weg wilde. [verdachte] klom bij mij in de auto en vroeg of wij terug konden naar de woning. Ik reed de hoek om naar de achterkant. Ik deed dit omdat ik zo bang was dat hij de filmpjes naar mijn familie zou sturen. De schaamte is zo groot dat ik er echt alles aan wilde doen om hem de filmpjes te laten verwijderen. Ik dacht echt als ik nu weg ga, zal hij alles ook op social media delen. [2]
In het
proces-verbaal van verhoor aangevervan 3 november 2023 heeft aangeefster [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard (onder A:):
A: Hij heeft gezegd dat hij mij ging vermoorden en mij in een kelder zou stoppen. Hij zou tape pakken en mij vastbinden en dan daar verminken en in stukken hakken. Hij zou mij opbergen ergens waar niemand achter komt. Als ik in slaap zou vallen, begon hij weer te mishandelen. Hij had de deuren op slot gedaan. Telkens als ik dan richting de deur liep zei hij “wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg.” Hij heeft dingen gezegd als “Ze gaan je begraven naast je vader. Je moeder gaat deze pijn nog meemaken. Ik ga je broer niet meer laten komen want als het een echte man is en hij komt dan gaat er iemand dood en jij gaat toch al dood.” [3]
V: Wat gebeurt er als de lachgas bezorger weg is?
A: Toen draaide hij de deuren op slot. lk zat toen op de bank en toen wurgde hij mij en sloeg hij mij op mijn oog. Daarna bleef hij inslaan op mijn hoofd. [4]
V: Hoe pakte hij jou vast?
A: Hij duwde mij op mijn rug en kwam boven op mij zitten. Hij deed één hand op mijn keel en daarmee wurgde hij mij. Toen kreeg ik die klap op mijn oog. Daarna bleef hij op mij inslaan. Vanaf dat moment bleef hij slaan onder andere ook met een wijnfles. Op een gegeven moment zei hij ik moet mijn wapen erbij pakken. Het was een mes. [5]
V: Wat deed hij met het mes?
A: Ermee slaan, zowel met de platte als met de scherpe kant. Hij zei dat hij mij ging verminken. Op mijn armen heeft hij voornamelijk gesneden en op mijn benen ermee gestoken. [6]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 2 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Op 2 november 2023 kregen wij het verzoek te gaan naar het Flevoziekenhuis in Almere. Op dat moment zag ik een vrouw. Ik zag dat deze vrouw letsel had aan haar oog. De vrouw bleek later genaamd: [slachtoffer] . [slachtoffer] vertelde te zijn geslagen. Een aantal uur later vertelde zij mij dat zij meer letsel heeft. [slachtoffer] liet mij al haar letsel zien. Ik zag dat ze op haar armen en benen meerdere krassen had. Ik zag dat zij een enorm beurse/blauwpaarse arm had en een blauw oog. Ik voelde vervolgens op het hoofd van [slachtoffer] . Ik voelde meerdere bulten onder haar haren. [7]
In de
letselrapportage van GGD Flevolandvan 3 november 2023 heeft forensisch arts J.C. Elshoff onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, opgenomen over het letsel van aangeefster:
Naam: [slachtoffer]
Datum letselonderzoek: 03-11-2023 tijd 19:00 uur
Schatting duur verdere genezing zichtbare letsel: 6 weken
Schatting duur verdere genezing inwendige letsels: 6 weken
Toelichting: het oog is gekneusd
Beoordeling, toelichting: Alles wat mevrouw verklaarde, was ook te zien aan het letsel dat ze had.
Letsel:
- 2 x blauwe plek rechterbeen
- 2 x blauwe plek linkerbeen
- 11 x snijwond linkerbeen (variërend in diepte)
- 2 x rode streep/snijwond linkerbeen
- 1 x blauwe plek rechterborst
- 1 x rode plek met korst rechterarm
- 1 x blauwe plek met ontvelling rechterarm
- 1 x wondje rechterwijsvinger
- 2 x rode streep met korst linkerarm
- 16 x snij/kraswonden linkerarm
- 2 x blauwe plek linkerarm
- 2 x rode striemen op schouder/ bij nek
-1 x blauwe plek boven wenkbrauw
- linkeroog paars/blauw rondom, beide ogen gezwollen, linkeroog bloeding in oog. [8]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 juni 2024 heeft verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik had telefonisch contact met forensisch GGD-arts J.C Elshoff. Op mijn verzoek heeft zij de letselrapportage besproken met een aangewezen deskundige binnen de Forensische Geneeskunde GGD Flevoland. Zij verklaarde mij het volgende:
“De aangetroffen blauwe plekken op zowel de benen als het oog vertonen al een gele verkleuring wat er op wijst dat het letsel ongeveer 18 uur geleden is toegebracht. De snij/kraswondjes vertonen jonge korstjes en een zwelling, dit wijst erop dat dit recent is toegebracht, maximaal 1 of 2 dagen geleden, dit is dus zeker geen oud letsel.” Zij geeft aan dat ze gezien het aangetroffen letsel geen enkele twijfel hebben bij het verhaal van het slachtoffer. [9]
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigevan 2 november 2023 heeft getuige [getuige 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Ik was op 2 november 2023 aan het hardlopen en zag nabij een woning [straat] te Almere een vrouw op de grond liggen. Ik zag dat de vrouw op haar rug lag. Ik zag dat er een man haar probeerde terug te trekken richting de woning. Ik hoorde dat de vrouw mij riep, ik hoorde haar om hulp roepen. Ik zag dat de vrouw een blauw oog had. Ik zag dat de man boos was. [10]
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigevan 3 november 2023 heeft getuige [getuige 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op 2 november 2023 zag ik vanuit het keukenraam een man lopen in een boxershort en op blote voeten. Hij liep richting een Volkswagen waar aan de bestuurderskant een vrouw zat. De twee hadden overduidelijk ruzie waarbij er werd geschreeuwd en de vrouw weg wilde rijden, maar werd tegengehouden door de man. [11]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 3 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik heb telefonisch contact gelegd met [getuige 1] . Deze verklaarde het volgende:
- dat hij met het slachtoffer [slachtoffer] in contact was gekomen via LinkedIn;
- dat hij op 1 november 2023 omstreeks 23:53 uur ineens via Whatsapp een berichtje van haar kreeg waarin stond: “Bro ze is met mij ballon aan het doen";
- dat hij vervolgens 1 video kreeg;
- dat hij op de video van een paar seconden een bank zag;
- dat op deze bank een vrouw zat met een lachgascilinder. [12]
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigebij de rechter-commissaris van 25 juli 2024 heeft getuige [getuige 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Aangeefster zei dat ze net een gijzeling had gehad waarbij zij mishandeld was. Zij zei uiteindelijk dat het om [verdachte] ging. Ik heb haar video-gebeld toen zij in het hotel was en toen zag ik dat zij een blauw oog had.
Heeft zij aan u verteld hoe zij daaraan is gekomen?
Ja, door [verdachte] . Met de vuist of de fles. Ik ken het verhaal vanaf dat zij vertelde dat hij aan de ballonnen ging waardoor hij een ander gedrag liet zien. Op een gegeven moment mocht zij haar telefoon niet meer hebben. Hij had hem ingenomen. Ik herinner mij dat hij haar telefoon had gepakt om iemand uit haar contacten uit haar omgeving te bellen, om te dreigen. Iets in de trant van ‘ik ga je familie bellen, ik ga je broer bellen’. Ik hoorde ook dat hij een mes uit de keukenlade trok en haar daar ook mee dreigde. Hij maakte dreigementen over haar vader ‘als je zo door blijft gaan dan lig je straks naast je vader’.
Rechter-commissaris: welk letsel heeft u bij haar gezien?
Ik zag een blauw oog en wat rode striemen in haar hals. Ze vertelde ook wel dat ze hier en daar blauwe plekken had. [13]
Ter terechtzitting heeft de rechtbankonder meer het zich in het dossier bevindende videobestand (1119-1219) afgespeeld en daarbij het volgende waargenomen:
Op de beelden is te zien dat aangeefster vanuit een huizenblok de straat op komt rennen. Verdachte recht achter haar aan. Aangeefster komt ten val en schreeuwt meerdere keren “help me”
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 6 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik zag op de camerabeelden van de [straat] te Almere dat de persoon met een wit shirt de persoon met een zwarte broek beet pakte, waardoor de persoon met zwarte broek op de grond viel. Ik zag dat de persoon met een wit shirt over de persoon met een zwarte broek heen ging staan. Ik zag dat de persoon met een wit shirt zijn handen op de schouders had van de persoon met een zwarte broek. [14]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Uit het onderzoek in de telefoon van aangeefster [slachtoffer] kwam in relatie tot haar verklaringen het volgende naar voren:
Contact met broer aangeefster en mensen bellen via Messenger
Aangeefster [slachtoffer] verklaarde aan de politie dat verdachte [verdachte] tijdens het incident met haar telefoon ook haar broer heeft gebeld. Deze broer zou later hebben teruggebeld waarop de verdachte met de telefoon van aangeefster een berichtje zou hebben gestuurd dat het per ongeluk was.
Met het oog op bovenstaande informatie zag ik de volgende oproepen op de telefoon van
aangeefster tussen 1 november 2023 17.00 uur en 2 november 12.00 uur. Bij bovenstaande oproepen is te zien dat er op 2 november 2023, omstreeks 01.26 uur, uitgaande oproepen te zien zijn via Messenger. Dit komt overeen met de verklaring van aangeefster [slachtoffer] dat er uitgebeld is via Messenger.
Daarnaast is te zien dat er op 1 november 2023, omstreeks 23.30 uur, uitgaande oproepen waren naar een contact [B] . Deze [B] belde enkele seconden later terug. Hierbij werd niet opgenomen. Aangeefster [slachtoffer] heeft een broer genaamd [B] . Het contact [B] met telefoonnummer [telefoonnummer] betreft vermoedelijk de broer waar aangeefster in haar verklaringen over spreektVervolgens is op 1 november 2023, omstreeks 23.33 uur de volgende berichtenwisseling te zien op de telefoon van aangeefster [slachtoffer] met [B] :
[telefoonnummer] [B] op 1-11-2023 23:33:53(UTC+1): ?
[telefoonnummer] op 1-11-2023 23:46:01 (UTC+1): Sorry per ongeluk. [15]
De hierboven weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.2
Bewijsoverwegingen
Wat is er gebeurd?
Verdachte en aangeefster waren collega’s van elkaar en zijn op 1 november 2023 na hun werk naar de woning van verdachte gegaan. Zij zijn daar de avond, nacht en daaropvolgende ochtend gebleven. In de woning is lachgas gebruikt en besteld. In de avond heeft er vrijwillige seksuele interactie met een lachgasbezorger plaatsgevonden. De lachgasbezorger vertrok diezelfde avond weer. Hij heeft gemerkt dat de sfeer anders werd, dat verdachte boos en geïrriteerd was geworden [16] . Aan het eind van de volgende ochtend is aangeefster om hulp roepend op straat aangetroffen in bijzijn van verdachte. Zij zijn gezamenlijk naar het ziekenhuis gereden waar zij behandeld is aan haar verwondingen. De politie heeft intussen meerdere meldingen ontvangen over de toestand van aangeefster en zoekt haar op in het ziekenhuis.
Het is de vraag wat er gedurende de avond van 1 november 2023 en de nacht en ochtend van 2 november 2023 in de woning van verdachte is gebeurd. Verdachte en aangeefster verklaren hier anders over. Volgens aangeefster is zij na het vertrek van de lachgasbezorger mishandeld, is zij bang gemaakt, bedreigd en kon zij niet weg gaan uit de woning. Volgens verdachte is aangeefster gestruikeld en gevallen heeft zij daarbij haar oog bezeerd aan het de salontafel. Ook heeft zij haar vinger gesneden aan de tang van de shisha brander. Vervolgens zijn zij gaan slapen, aldus verdachte [17] .
Er is verder niemand bij geweest zodat het van belang is allereerst vast te stellen of de aangifte van aangeefster voldoende betrouwbaar is.
De betrouwbaarheid van aangeefster
Aangeefster doet direct in de avond van 2 november 2024 een aangifte bij de politie, zoals weergegeven in de bewijsmiddelen. Zij wordt de dag erna door de politie en later bij de rechter-commissaris nog gehoord als getuige waarbij is doorgevraagd op wat zich heeft plaatsgevonden in de woning
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster betrouwbaar zijn en daarmee bruikbaar voor het bewijs. De eerste verklaring is kort na de gebeurtenissen afgelegd en bevat veel details. De details hebben betrekking op de aanloop, de gebeurtenissen in de woning en in het ziekenhuis.
De politie heeft veel van deze details kunnen verifiëren, zoals de wijnflessen en de lachgasflessen [18] die in de kofferbak van de auto zijn aangetroffen en achter het huis en het ondergoed van aangeefster dat in het huis is aangetroffen.
Dat verdachte de telefoon van aangeefster had afgepakt en daarover beschikte, vindt bevestiging in de getuigenis van [getuige 1] . Aan hem zijn berichtjes gestuurd, die vanwege de inhoud en tijdstip logischerwijs verstuurd zijn door verdachte.
Aangeefster is ook duidelijk, bijvoorbeeld als zij bevestigt wie de lachgasbezorger is geweest. De aangifte is concreet ten aanzien van de gewelddadigheden die volgens aangeefster hebben plaatsgevonden. Zij vertelt hoe ze is geslagen, waar ze is vastgepakt en waar ze is gekrast en gesneden door verdachte met een mes. Zij spaart daarbij zichzelf niet. Zo vertelt zij heel concreet hoe zij seksuele activiteiten heeft verricht met de lachgasbezorger en waarbij ook verdachte een aandeel had.
Aangeefster is meerdere malen gehoord en telkens is weer doorgevraagd over hetgeen is voorgevallen. Aangeefster blijft bij haar verklaringen, vult deze aan, maar geeft ook aan als zij iets niet meer weet. Ook uit de getuigenis van haar vriendin [getuige 5] volgt hoe consistent aangeefster is geweest in haar verklaringen. Aan haar heeft zij immers nog in het ziekenhuis verteld wat haar is overkomen en dat komt overeen met wat zij later tegen de politie heeft verteld.
Contra-indicaties
Volgens de verdediging is aangeefster desondanks niet betrouwbaar in haar verklaringen. De verdediging wijst op details in de verklaring van aangeefster die niet kloppen. Zo benoemt de verdediging dat op videobeelden is te zien dat verdachte buiten een wit shirt aan heeft, terwijl aangeefster in eerste instantie verklaarde dat verdachte geen shirt aan had. Dat is naar de mening van de rechtbank een ondergeschikt detail. Het is bovendien niet duidelijk wat het belang van aangeefster zou zijn om hier over te liegen.
De verdediging wijst er ook op dat bepaalde elementen uit de verklaring van aangeefster niet zijn opgespoord. Aangeefster heeft bijvoorbeeld gedetailleerd het mes beschreven dat verdachte heeft gebruikt om haar te verwonden, maar dat mes is niet gevonden. Ook heeft zij verklaard dat zij op de bank urine heeft laten lopen, maar er is geen urine aan de oppervlakte van de bank aangetroffen. Zij heeft verklaard over naaktfoto’s die door verdachte van haar zouden zijn genomen - om haar te kunnen chanteren - , maar die zijn ook niet aangetroffen.
Voor al deze elementen geldt dat het niet aantreffen hiervan in de opsporing, geen directe relatie heeft met de betrouwbaarheid van de verklaring. Zoals hiervoor overwogen, heeft de politie veel details wel kunnen verifiëren. Daar komt bij, zoals hierna wordt uitgelegd, dat ander steunbewijs wel is opgespoord en ook van belang is.
Ten slotte wijst de verdediging op tegenstrijdigheden en onlogische elementen in de verklaring van aangeefster. Verdachte heeft volgens aangeefster gedreigd haar in de kelder op te sluiten, terwijl volgens de verdediging het huis geen kelder heeft. Niet kan worden gevolgd dat dit een ongerijmdheid is of anderszins afdoet aan de betrouwbaarheid van de verklaring over wat er
gezegdzou zijn. Dat zou anders zijn als aangeefster had verklaard dat verdachte haar in een kelder had opgesloten, terwijl die kelder niet bestond. Maar dat is helemaal niet aan de orde.
Ook wijst de verdediging op gebeurtenissen waarvan vast staat dat die hebben plaatsgevonden, maar die op het eerste gezicht niet goed vallen te rijmen met de verklaring van aangeefster. Zo vlucht aangeefster eerst weg uit de woning, maar kort daarna wacht zij in haar auto op verdachte als hij haar tas uit zijn woning haalt en rijden zij samen naar het ziekenhuis in haar auto. Dat geldt ook voor de Whatsapp-conversatie over het halen van koffie in het ziekenhuis en het gebruik maken van de hotelkamer die verdachte had gereserveerd en betaald.
De uitleg van aangeefster is dat zij zich schaamde over wat er was gebeurd, dat zij dacht dat verdachte filmpjes van haar had en dat zij wilde voorkomen dat deze filmpjes op social media zouden worden geplaatst. Zij benoemt hoe gevoelig dit ligt in haar cultuur. Haar belang om haar tas terug te krijgen was daarom groot. Zij wilde op dat moment nog de gebeurtenissen zo snel mogelijk achter zich laten en hiervan geen aangifte doen. Wel hoopte zij in het ziekenhuis van verdachte af te raken zonder hem verder tegen zich in het harnas te jagen. Maar zodra zij met de politie sprak en dus veilig was, besloot aangeefster alsnog aangifte te doen. Toen verdachte eenmaal was aangehouden, wilde zij gebruik maken van de hotelkamer waar zij haar vriendinnen vanwege hun steun voor haar uitnodigde.
Conclusie: aangifte is betrouwbaar en bruikbaar als bewijs
De rechtbank kan met deze uitleg van aangeefster plaatsen waarom zij ogenschijnlijk in tegenspraak met wat haar is overkomen, gehandeld heeft en is daarmee van oordeel dat de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster niet in het geding is gekomen. Kortom, de rechtbank gelooft de verklaring van aangeefster.
Verdachte wordt dus niet geloofd, want beide verklaringen kunnen niet tegelijk waar zijn. De verklaring van verdachte is te minder geloofwaardig, omdat hij pas een zeer gedetailleerde verklaring heeft gegeven bij de politie - en herhaald tijdens de zitting - nadat hij de beschikking had over het dossier - tot dat moment had hij zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Steunbewijs ten aanzien van feit 2
De verklaring van aangeefster dat zij is mishandeld staat niet op zichzelf maar wordt op diverse essentiële elementen ondersteund. De letselverklaring geeft een uitgebreide opsomming van de verwondingen. Deze verwondingen passen zeer goed bij het verslag dat aangeefster heeft gedaan. Het betreft ook recent letsel. De aangetroffen blauwe plekken op zowel de benen als het oog vertonen al een gele verkleuring wat er op wijst dat het letsel ongeveer 18 uur geleden is toegebracht. De snij/kraswondjes vertonen jonge korstjes en een zwelling, dit wijst erop dat dit recent is toegebracht, maximaal 1 of 2 dagen eerder. Er zijn op meerdere plekken bloedsporen van aangeefster gevonden in de woning van verdachte. De politie heeft bovendien gevoeld dat aangeefster bulten op haar hoofd had. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte een mes in handen heeft gehad, ook al is dat mes niet gevonden en dat zij op haar hoofd is geslagen. De volgende vraag is hoe het tweede feit gekwalificeerd dient te worden.
Vrijspraak feit 2 primair: poging zware mishandeling
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Vastgesteld kan weliswaar worden dat verdachte aangeefster willens en wetens bij de keel heeft gepakt en dat hij daarin heeft geknepen, maar niet vastgesteld kan worden dat ten gevolge van die handelingen de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Niet aannemelijk is namelijk geworden dat de intensiteit en de duur van het knijpen door verdachte daartoe toereikend waren. Ten aanzien van het slaan met een fles op het hoofd van aangeefster kan eveneens worden vastgesteld dat verdachte dit willens en wetens heeft gedaan, maar ook ten aanzien van deze handelingen kan niet worden vastgesteld dat daarmee de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijk letsel zou oplopen, omdat niets bekend is over de kracht waarmee verdachte dit heeft gedaan. Ditzelfde geldt voor het slaan door verdachte van aangeefster op het hoofd en lichaam. Verder kan ten aanzien van het steken en snijden met het mes worden vastgesteld dat verdachte dit willens en wetens heeft gedaan, maar ook ten aanzien van deze handelingen kan niet worden vastgesteld dat ten gevolge van die handelingen de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijke letsel zou oplopen. Het is immers onbekend of verdachte met kracht heeft gestoken of snijbewegingen heeft gemaakt en als dat het geval is, met hoeveel kracht. Aangeefster heeft het over krassen met het mes en steekbewegingen richting haar borst. Gelet op voorgaande biedt het dossier en het verhandelde ter terechtzitting dan ook onvoldoende aanknopingspunten aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte heeft gepoogd met zijn handelen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 primair tenlastegelegde.
Feit 2 subsidiair: wettig en overtuigend bewijs voor mishandeling
Dat verdachte aangeefster mishandeld heeft op de wijze zoals subsidiair is tenlastegelegd acht de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen.
Vrijspraak voorbedachte rade
De rechtbank kan niet vaststellen dat de mishandelingen hebben plaatsgevonden met voorbedachte rade en zal verdachte ten aanzien daarvan (partieel) vrijspreken.
Steunbewijs ten aanzien van feit 3
Ook voor de tenlastegelegde bedreiging geldt dat de verklaring van aangeefster, die bruikbaar is voor het bewijs en als uitgangspunt wordt genomen, ondersteund wordt door andere bewijsmiddelen. Weliswaar is er niemand bij geweest die heeft gehoord wat verdachte tegen aangeefster heeft gezegd, maar vast staat dat verdachte een mes heeft gebruikt om aangeefster te verwonden. Dit sluit geheel aan op de verklaring van aangeefster dat verdachte ook met dit mes in handen bedreigingen heeft geuit. Uit de bewezenverklaarde mishandelingen kan worden afgeleid dat verdachte er kennelijk toe in staat was een deel van deze dreigingen ook uit te voeren. Daarnaast heeft aangeefster - kort na de gebeurtenissen- aan haar vriendin [getuige 4] verteld over wat er is gebeurd in de woning van verdachte en waarbij zij ook heeft verteld over de dreigementen. Daarmee is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voor feit 3.
Steunbewijs ten aanzien van feit 1
Ten slotte volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte aangeefster wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd. Uit de verklaring van aangeefster volgt dat verdachte het aangeefster niet toestond weg te gaan uit de woning, terwijl hij haar onderwijl bedreigde en mishandelde. Dat de huissleutel op de keukentafel lag, maakt nog niet dat aangeefster kans had of zich vrij genoeg voelde om weg te gaan. Het gaat er bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving immers niet om dat enkel de fysieke beperking van iemands vrijheid te bewegen strafbaar is, die vrijheid kan ook ontnomen worden door het aanjagen van angst [19] . Uit de verklaring van aangeefster volgt duidelijk dat de bedreigingen en mishandelingen van een zodanige aard waren dat weggaan op dat moment geen optie was. Haar verklaring staat niet op zichzelf. Dat zij niet vrijwillig bleef om de (hiervoor bewezen) bedreigingen en mishandelingen te ondergaan, volgt uit het overige steunbewijs.
Dat verdachte de telefoon van aangeefster had afgepakt en daarover beschikte, vindt bevestiging in de getuigenis van [getuige 1] . Aan hem zijn berichtjes gezonden en is een filmpje gestuurd, die vanwege de inhoud en tijdstip logischerwijs verstuurd zijn door verdachte. Ook heeft verdachte haar broer gebeld en getracht hem te spreken.
Aangeefster had hierdoor een reële angst dat verdachte bij haar vertrek haar in grote moeilijkheden zou brengen. Dat aangeefster wegrende van de woning, daarbij ten val kwam en om hulp schreeuwde, is te zien op de camerabeelden. De politie beschrijft bovendien dat aangeefster ten val kwam doordat verdachte haar beet pakte. Op straat hoorde ook getuige [getuige 2] dat zij om hulp vroeg en zag hij dat verdachte boos was en aangeefster tegen haar zin probeerde mee te trekken. Getuige [getuige 3] zag hoe verdachte aangeefster probeerde tegen te houden toen zij met haar auto wilde vertrekken.
De rechtbank ziet hierin bevestigd dat aangeefster een noodsituatie trachtte te ontvluchten waarbij gezien is dat verdachte haar hierin wilde beletten. Al deze elementen bij elkaar maken dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte aangeefster tegen haar wil van haar vrijheid heeft beroofd in zijn woning.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te Almere opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd gehouden, immers heeft hij
- meerdere deuren (van het huis waarin zij, verdachte en die [slachtoffer] , zich op dat moment bevonden) op slot gedraaid,
- de telefoon van die [slachtoffer] afgepakt,
- die [slachtoffer] meerdere malen op het hoofd en andere delen van het lichaam geslagen en die [slachtoffer] gewurgd en met een (wijn)fles op het hoofd van die [slachtoffer] geslagen,
- die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag" en "Wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg" en "Ik ga mijn wapen erbij pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
- een mes gepakt en getoond aan die [slachtoffer] en een (steek)beweging gemaakt in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en die [slachtoffer] met dat mes in/op het lichaam gestoken en gesneden en
- die [slachtoffer] voortdurend in de gaten gehouden;
feit 2 subsidiair
in de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te Almere [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] meerdere malen met een vuist en een platte hand en met een (wijn)fles op het hoofd en andere delen van het lichaam te slaan,
- de keel van die [slachtoffer] vast te pakken en dicht te knijpen,
- een mes te pakken en met dat mes die [slachtoffer] meerdere malen in/op de benen en de armen te steken en te snijden;
feit 3
in de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te Almere [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door
- die [slachtoffer] een mes te tonen en met dat mes een (steek)beweging te maken in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en die [slachtoffer] meerdere malen in/op het lichaam te steken en te snijden en
- die [slachtoffer] (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga je brandmerken", "Ik ga al je botten breken", "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag", "Ik ga jou vermoorden en jou in een kelder stoppen. Ik ga tape pakken en jou vastbinden en daar verminken en in stukken hakken. Ik zal jou opbergen ergens waar niemand achter komt", "Wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg", "Ze gaan je begraven naast je vader. Je moeder gaat deze pijn nog meemaken", "Ik ga je broer niet meer laten komen want als het een echte man is en hij komt dan gaat er iemand dood en jij gaat toch al dood" en "Ik ga mijn wapen erbij pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroofd houden;
feit 2 subsidiair
mishandeling, meerdere malen gepleegd;
feit 3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meerdere malen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om aan verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid op te leggen (ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht), bestaande uit een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 5 jaar en een locatieverbod voor de duur van 2 jaar voor de volgende buurten te [woonplaats] : [wijk] , [wijk] en de [wijk] , waarbij per overtreding 1 week vervangende hechtenis wordt opgelegd met een maximum van 6 maanden. De officier van justitie heeft tot slot gevorderd deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om in het geval van een bewezenverklaring geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen dan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht en daarnaast eventueel een voorwaardelijk strafdeel. Tevens heeft de raadsman verzocht om de voorlopige hechtenis van verdachte bij vonnis op te heffen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving, mishandeling en bedreiging van zijn toenmalige collega. Verdachte had het slachtoffer initieel mee naar huis gevraagd voor een gezellige avond. Nadat er een lachgasbezorger was langsgekomen en deze seksueel contact had met het slachtoffer, kwam er een kantelpunt. Na het vertrek van de lachgasbezorger heeft verdachte alle deuren van zijn woning op slot gedaan, de telefoon van het slachtoffer afgepakt, haar meerdere malen geslagen (onder andere met een fles) en gesneden met een mes, haar keel dichtgeknepen en verschillende keren bedreigd met de dood. Dit is de hele nacht doorgegaan. De volgende ochtend, toen het slachtoffer kans zag de woning te verlaten, is verdachte haar achterna gerend en heeft hij geprobeerd om haar weer opnieuw in zijn woning te krijgen. Verdachte heeft met zijn handelen aangetoond geen enkel respect te hebben voor de vrijheid en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Verdachte heeft het slachtoffer pijn gedaan en gedurende een hele nacht grote angsten bezorgd over wat hij haar nog meer aan zou kunnen doen. Bovendien heeft hij het slachtoffer in het nauw gedreven. Zij bevond zich in een kwetsbare positie, doordat zij in de woning van verdachte seksuele handelingen met hem en een ander heeft verricht en zij was gedeeltelijk ontkleed. Hij heeft haar culturele achtergrond - waar hij door zijn eigen achtergrond goed mee bekend was - gebruikt om haar onder druk te zetten, wetende dat openbaring haar in grote problemen zou brengen en veel schaamte. Ook hierdoor zag zij geen mogelijkheid om zijn woning te verlaten met als gevolg dat zij het geweld en de bedreigingen heeft moeten doorstaan. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 29 juli 2024. Hieruit blijkt dat verdachte al eerder voor mishandeling en bedreiging onherroepelijk is veroordeeld in 2019.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van een rapportage van het NIFP betreffende
een psychiatrisch en psychologisch onderzoek van verdachte van 30 april 2024. Verdachte heeft wel meegewerkt aan het psychologisch onderzoek maar beperkt medewerking verleend aan het psychiatrisch onderzoek. De deskundigen hebben door deze beperking niet kunnen vaststellen of bij verdachte sprake is van psychopathologie. Uit het psychologisch onderzoek zijn er aanwijzingen naar voren gekomen voor een persoonlijkheidsproblematiek met antisociale- en/of narcistische kenmerken. Echter, gelet op de beperkte informatie kan een persoonlijkheidsstoornis uiteindelijk niet worden vastgesteld, ditzelfde geldt voor een eventuele seksuele stoornis en een stoornis in middelengebruik. Nader onderzoek zou volgens de deskundigen wenselijk zijn.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het voortgangsverslag van 15 november 2024 van Tactus Reclassering Flevoland in verband met de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte zich meewerkend heeft opgesteld binnen het schorsingstoezicht en zich heeft gehouden aan de voorwaarden, maar dat er onvoldoende zicht is gekomen op de eventuele risico's. Verdachte heeft vooral openheid getoond op het gebied van zijn maatschappelijke ontwikkeling en gezondheid. Op het gebied van de tenlastelegging heeft hij een ontkennende houding aangenomen waarbij hij weinig openheid in zijn gedachten en gevoelens heeft getoond richting de reclassering. De reclassering kan daarom ook geen inschatting maken met betrekking tot het risico op recidive.
Verdachte heeft ter terechtzitting over zijn persoonlijke omstandigheden verklaard dat hij nog steeds mantelzorger is voor zijn moeder en ZZP’er is in de zorg, en zijn eigen bedrijf heeft die zich specialiseert in alarmsystemen. Verdachte heeft verklaard geen lachgasverslaving te hebben, en is net gestart met een commerciële opleiding en de afbetaling van zijn schulden bij de belastingdienst.
De op te leggen straf
Gelet op de ernst van de feiten zoals hiervoor beschreven kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank acht het in het kader van het strafdoel van vergelding van belang dat verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. Een deel daarvan heeft hij al in voorarrest doorgebracht, daarmee wordt rekening gehouden. De rechtbank zal verdachte in het kader van preventie daarnaast een voorwaardelijk strafdeel opleggen. Dit moet hem er van weerhouden nieuwe (soortgelijke) strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal aan dit voorwaardelijk strafdeel zekerheidshalve een proeftijd van 3 jaren opleggen nu onvoldoende duidelijk is geworden of sprake is van psychopathologie en wat de risico’s zijn. Er kunnen geen bijzondere voorwaarden worden opgelegd om kans op herhaling verder te voorkomen zodat wordt volstaan met de algemene voorwaarde da verdachte geen nieuwe strafbare feiten mag plegen. Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van 3 jaren passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Maatregel 38v: contactverbod
Het slachtoffer heeft verzocht om een contact- en locatieverbod. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het opleggen van een locatieverbod aan verdachte, omdat hij elders woonachtig en werkzaam is dan de woonplaats en het werkgebied van het slachtoffer. Ook heeft hij zich sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis niet in de nabijheid van het slachtoffer bevonden. De rechtbank zal verdachte wel een vrijheidsbenemende maatregel opleggen ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, in de zin van een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 3 jaren. Gelet op hetgeen is bewezen verklaard en het beperkte zicht dat op de persoonlijkheid van verdachte is verkregen, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. De rechtbank beveelt tot slot dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 1 week hechtenis, met een maximum van 6 maanden.
De voorlopige hechtenis
Aan verdachte wordt nu een langere gevangenisstraf opgelegd dan zijn reeds ondergane voorarrest. De rechtbank heft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op en wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangegeven dat er geen sprake meer is van openstaand beslag en er derhalve geen beslissing meer hierop dient te worden genomen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er wel een beslissing moet worden genomen op de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen, waaronder een mes. De in beslag genomen iPhone heeft verdachte reeds retour ontvangen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat er een beslaglijst zich in het dossier bevindt, waarop 10 stuks verdovende middelen staan (omschrijving: G3252020). De rechtbank zal hier geen beslissing meer op geven, nu de officier van justitie heeft aangegeven dat er geen beslag meer openstaat en dit kennelijk is vernietigd. Niet kan worden vastgesteld of het mes dat verdachte terug wil in beslag is genomen en gehouden, aangezien een kennisgeving van inbeslagneming hiervan in het dossier ontbreekt. Ook hierover zal geen beslissing worden gegeven.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 12.051,00. Dit bedrag bestaat uit € 5.051,00 aan materiële schade en € 7.000,00 aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en vermeerderd met de wettelijke rente.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de bepleite integrale vrijspraak heeft de raadsman primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering en subsidiair om deze af te wijzen. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade niet voor toewijzing vatbaar is. Mocht de gevorderde vergoeding voor immateriële schade in aanmerking komen voor toewijzing, heeft de raadsman verzocht om de hoogte hiervan aanzienlijk te matigen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Schade die dient te worden vergoed op grond van artikel 6:162 BW bestaat uit vermogensschade en ander nadeel, voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft (artikel 6:95 BW). De benadeelde partij vordert vermogensschade, als gevolg van het lichamelijke letsel dat haar is toegebracht door verdachte, en immateriële schadevergoeding. Degene die aansprakelijk is, is in beginsel binnen de grenzen van artikel 6:98 BW aansprakelijk voor alle schade die de benadeelde partij heeft geleden.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft om vergoeding verzocht van drie materiële kostenposten, namelijk zorgkosten, gederfde inkomsten en lasertherapie.
De rechtbank acht de gevorderde schade betreffende zorgkosten onvoldoende onderbouwd. De stukken die ter onderbouwing van de schade zijn overgelegd zien op het jaar 2024, terwijl er zorgkosten over het jaar 2023 worden gevorderd. Desgevraagd is dit namens de benadeelde partij op zitting nog bevestigd. Het is dan ook niet duidelijk geworden welke zorgkosten de benadeelde partij in 2023 heeft gemaakt en in hoeverre deze onder haar eigen risico (van 2023) dan wel daarbuiten vielen.
Ten aanzien van de gevorderde schade betreffende de gederfde inkomsten is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat de benadeelde partij naar aanleiding van het bewezenverklaarde arbeidsongeschikt is geweest. Bovendien is er geen overeenkomst aangeleverd waaruit blijkt dat de benadeelde partij na de bewezen verklaarde periode nog middels Medianszorg werkzaam was bij Fivoor.
Ten aanzien van de lasertherapie stelt de rechtbank vast dat dit een toekomstige schade betreft, die is ingediend om littekens van de benadeelde partij te behandelen. Uit de aangeleverde stukken is onvoldoende gebleken op welke littekens de behandeling zou zien en of eer sprake is van een causaal verband met de bewezen verklaarde feiten.
Gelet op de voornoemde overwegingen zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van de gevorderde materiële schade.
Immateriële schade
De benadeelde partij is immateriële schade toegebracht. Op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade, aangezien er ten gevolge van het bewezenverklaarde ernstig inbreuk is gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, acht de rechtbank een bedrag van € 1.500,- aan immateriële schade redelijk en billijk. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van het overig gevorderde deel aan immateriële schade afwijzen.
Proceskosten
De rechtbank zal verdachte tevens veroordelen in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 november 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 25 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 282, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 2 primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 6 (zes) maanden, nietzal worden ten uitvoer gelegd,
tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 3 (drie) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Oplegging 38v-maatregel
  • legt aan verdachte op de
  • beveelt dat verdachte zich onthoudt van contact - direct en indirect- met [slachtoffer] , geboren op [1995] te [geboorteplaats] ;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.
De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt één (1) week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.De totale duur van de vervangende hechtenis
bedraagt ten hoogste 6 (zes) maanden
  • bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
  • beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 1.500,00, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het gevorderde aan materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering;
  • wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde aan immateriële schade af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 25 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, voorzitter, mrs. B.F. Hammerle en T. van Haaren-Paulus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 december 2024.
De oudste en jongste rechter en de griffier zijn buiten staat om dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te
Almere, althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte,
- een of meerdere deuren (van het huis waarin zij, verdachte en die [slachtoffer] , zich op dat moment bevonden) op slot gedraaid,
- de telefoon van die [slachtoffer] afgepakt,
- die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, op het hoofd en/of (andere delen van) het lichaam geslagen en/of die [slachtoffer] gewurgd en/of met een (wijn)fles op het hoofd van die [slachtoffer] geslagen,
- die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag" en/of "Wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg" en/of "Ik ga mijn wapen erbij pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, gepakt en/of getoond aan die [slachtoffer] en/of een (steek)beweging gemaakt in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] met dat mes in/op het lichaam gestoken en/of gesneden en/of
- die [slachtoffer] voortdurend in de gaten gehouden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te Almere, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, met een vuist en/of een platte hand en/of met een (wijn)fles op het hoofd, en/of (andere delen van) het lichaam, heeft geslagen,
- de keel van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden,
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gepakt en/of met dat mes een (steek)beweging heeft gemaakt in de richting van de borst, althans het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
- met dat mes die [slachtoffer] , meerdere malen, althans eenmaal, in de benen en/of de armen en/of (andere delen van) het lichaam, heeft gestoken en/of heeft gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te Almere, althans in Nederland, al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, met een vuist en/of een platte hand en/of met een (wijn)fles op het hoofd, en/of (andere delen van) het lichaam, te slaan,
- de keel van die [slachtoffer] vast te pakken en/of dicht te knijpen en/of dichtgeknepen te houden,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te pakken en/of met dat mes die [slachtoffer] , meerdere malen, althans eenmaal, in/op de benen en/of de armen en/of de handen en/of (andere delen van) het lichaam, te steken en/of te snijden;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2023 tot en met 2 november 2023 te
Almere [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- die [slachtoffer] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen en/of met dat mes een (steek)beweging te maken in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal, in/op het lichaam te steken en/of te snijden en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga je brandmerken", "Ik ga al je botten breken", "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag", "Ik ga jou vermoorden en jou in een kelder stoppen. Ik ga tape pakken en jou vastbinden en daar verminken en in stukken hakken. Ik zal jou opbergen ergens waar niemand achter komt", "Wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg", "Ze gaan je begraven naast je vader. Je moeder gaat deze pijn nog meemaken", "Ik ga je broer niet meer laten komen want als het een echte man is en hij komt dan gaat er iemand dood en jij gaat toch al dood" en/of "Ik ga mijn wapen erbij pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 november 2023, genummerd MD2R023166, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 272. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 10 tot en met 12.
3.Pagina 26.
4.Pagina 31.
5.Pagina 32.
6.Pagina 33.
7.Pagina’s 54 en 55.
8.Pagina 195 tot en met 213.
9.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, genummerd MD2R023166-113 en gesloten op 4 juni 2024.
10.Pagina 63.
11.Pagina 66.
12.Pagina 70.
13.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 25 juli 2024, pagina 3 tot en met 7.
14.Pagina’s 95 en 96.
15.Pagina 88 tot en met 91.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] , pagina’s 250, 252 en 253
17.Verklaring van verhoor verdachte, pagina 230
18.Proces-verbaal van bevindingen van 2 november 2023 van [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , pagina 41