4.3.1Bewijsmiddelen
In het
proces-verbaal van aangiftevan 2 november 2023 heeft aangeefster [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op 1 november 2023 hadden [verdachte] en ik afgesproken om naar zijn huis te gaan te [woonplaats] . Rond 17:00 uur kwamen wij bij zijn huis aan. Even later kwam er een persoon aan de deur die de lachgas kwam brengen. Ik kende deze persoon niet. Ik hoorde dat [verdachte] hem uitnodigde om binnen te komen. Ik weet dat [verdachte] een fetisj heeft waarbij hij het opwindend vindt als ik seks heb met een donkere man. Ik liet dit toe, en stemde hier zelf mee in. Rond 21.30 uur verliet de man de woning en deed [verdachte] de voor- en achterdeur op slot, waarna hij mij meteen heel hard met zijn vuist op mijn linkeroog sloeg. Hierdoor heb ik letsel opgelopen, ik heb een blauw oog en bloeduitstortingen in mijn oog. [verdachte] zei hierbij: "Je bent een kanker hoer. Je bent niet serieus met mij, ik ga je verminken vandaag en vermoorden. Jij gaat niet levend weg vandaag." Hij herhaalde dit meerdere keren in de nacht. [verdachte] pakte mijn telefoon af. Hij bleef agressief naar mij, hij sloeg mij op mijn hoofd, ribben en met een lege fles wijn voornamelijk op mijn hoofd. [verdachte] zei tegen mij dat ik nieuwe kooltjes voor de shisha in de brander moest doen. Hij zei hierbij: "Ik ga jou brandmerken." Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Ik ga mijn wapen erbij pakken." Hij liep naar de keuken en pakte van achterin de lade een groot mes. Ik kan het mes als volgt omschrijven: zilver staal, ongeveer 30 centimeter, ook het handvat was zilver. Het was een soort vlees mes. Hierna bleef [verdachte] zeggen: "ik ga je verminken."
[verdachte] heeft mijn broer proberen te bellen. Hij belde hem omdat hij vond dat mijn broer mij ook maar in deze toestand moest zien. Ik weet dat [verdachte] ook een filmpje heeft gestuurd naar een contact van mijn LinkedIn genaamd [getuige 1] . Alles heeft zich steeds afgespeeld op de bank. Daarna kwam er weer een storm van klappen. Hij zei daarbij: "Ik ga al je botten breken". Ik zat voorover gebukt over de bank. Hij hield één arm op mijn rug en sloeg mij met zijn rechterhand op mijn hele lichaam. Hij begon mij te bewerken met het mes. [verdachte] kraste met het mes in mijn armen en benen. Hierdoor heb ik letsel opgelopen. Het zijn meerdere sneden. Hij maakte een steekbeweging richting mijn borst. Ik heb het mes uit reactie vastgepakt. Hierdoor heb ik een snee aan mijn vinger opgelopen. Hij hield het mes in zijn rechterhand. Er kwam bloed uit mijn neus en mond, dit kwam door de klappen op mijn hoofd. Ik viel in slaap. In de ochtend moest ik weer op de bank zitten. Hij pakte het mes. Hij liet mij even buiten in de tuin roken. Dit was het moment dat ik de kans zag weg te rennen. Ik rende naar de voorkant. [verdachte] kwam achter mij aan en trok mij aan mijn jas. Hij bleef maar zeggen dat ik terug moest komen naar binnen. Een man riep ik aan, ik vroeg hem om hulp. Ik ging in mijn auto zitten, omdat ik eigenlijk weg wilde. [verdachte] klom bij mij in de auto en vroeg of wij terug konden naar de woning. Ik reed de hoek om naar de achterkant. Ik deed dit omdat ik zo bang was dat hij de filmpjes naar mijn familie zou sturen. De schaamte is zo groot dat ik er echt alles aan wilde doen om hem de filmpjes te laten verwijderen. Ik dacht echt als ik nu weg ga, zal hij alles ook op social media delen.
In het
proces-verbaal van verhoor aangevervan 3 november 2023 heeft aangeefster [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard (onder A:):
A: Hij heeft gezegd dat hij mij ging vermoorden en mij in een kelder zou stoppen. Hij zou tape pakken en mij vastbinden en dan daar verminken en in stukken hakken. Hij zou mij opbergen ergens waar niemand achter komt. Als ik in slaap zou vallen, begon hij weer te mishandelen. Hij had de deuren op slot gedaan. Telkens als ik dan richting de deur liep zei hij “wat had je dan gedacht dat je mocht gaan? Jij gaat nergens heen. Want je komt hier niet levend weg.” Hij heeft dingen gezegd als “Ze gaan je begraven naast je vader. Je moeder gaat deze pijn nog meemaken. Ik ga je broer niet meer laten komen want als het een echte man is en hij komt dan gaat er iemand dood en jij gaat toch al dood.”
V: Wat gebeurt er als de lachgas bezorger weg is?
A: Toen draaide hij de deuren op slot. lk zat toen op de bank en toen wurgde hij mij en sloeg hij mij op mijn oog. Daarna bleef hij inslaan op mijn hoofd.
V: Hoe pakte hij jou vast?
A: Hij duwde mij op mijn rug en kwam boven op mij zitten. Hij deed één hand op mijn keel en daarmee wurgde hij mij. Toen kreeg ik die klap op mijn oog. Daarna bleef hij op mij inslaan. Vanaf dat moment bleef hij slaan onder andere ook met een wijnfles. Op een gegeven moment zei hij ik moet mijn wapen erbij pakken. Het was een mes.
V: Wat deed hij met het mes?
A: Ermee slaan, zowel met de platte als met de scherpe kant. Hij zei dat hij mij ging verminken. Op mijn armen heeft hij voornamelijk gesneden en op mijn benen ermee gestoken.
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 2 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Op 2 november 2023 kregen wij het verzoek te gaan naar het Flevoziekenhuis in Almere. Op dat moment zag ik een vrouw. Ik zag dat deze vrouw letsel had aan haar oog. De vrouw bleek later genaamd: [slachtoffer] . [slachtoffer] vertelde te zijn geslagen. Een aantal uur later vertelde zij mij dat zij meer letsel heeft. [slachtoffer] liet mij al haar letsel zien. Ik zag dat ze op haar armen en benen meerdere krassen had. Ik zag dat zij een enorm beurse/blauwpaarse arm had en een blauw oog. Ik voelde vervolgens op het hoofd van [slachtoffer] . Ik voelde meerdere bulten onder haar haren.
In de
letselrapportage van GGD Flevolandvan 3 november 2023 heeft forensisch arts J.C. Elshoff onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, opgenomen over het letsel van aangeefster:
Naam: [slachtoffer]
Datum letselonderzoek: 03-11-2023 tijd 19:00 uur
Schatting duur verdere genezing zichtbare letsel: 6 weken
Schatting duur verdere genezing inwendige letsels: 6 weken
Toelichting: het oog is gekneusd
Beoordeling, toelichting: Alles wat mevrouw verklaarde, was ook te zien aan het letsel dat ze had.
Letsel:
- 2 x blauwe plek rechterbeen
- 2 x blauwe plek linkerbeen
- 11 x snijwond linkerbeen (variërend in diepte)
- 2 x rode streep/snijwond linkerbeen
- 1 x blauwe plek rechterborst
- 1 x rode plek met korst rechterarm
- 1 x blauwe plek met ontvelling rechterarm
- 1 x wondje rechterwijsvinger
- 2 x rode streep met korst linkerarm
- 16 x snij/kraswonden linkerarm
- 2 x blauwe plek linkerarm
- 2 x rode striemen op schouder/ bij nek
-1 x blauwe plek boven wenkbrauw
- linkeroog paars/blauw rondom, beide ogen gezwollen, linkeroog bloeding in oog.
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 juni 2024 heeft verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik had telefonisch contact met forensisch GGD-arts J.C Elshoff. Op mijn verzoek heeft zij de letselrapportage besproken met een aangewezen deskundige binnen de Forensische Geneeskunde GGD Flevoland. Zij verklaarde mij het volgende:
“De aangetroffen blauwe plekken op zowel de benen als het oog vertonen al een gele verkleuring wat er op wijst dat het letsel ongeveer 18 uur geleden is toegebracht. De snij/kraswondjes vertonen jonge korstjes en een zwelling, dit wijst erop dat dit recent is toegebracht, maximaal 1 of 2 dagen geleden, dit is dus zeker geen oud letsel.” Zij geeft aan dat ze gezien het aangetroffen letsel geen enkele twijfel hebben bij het verhaal van het slachtoffer.
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigevan 2 november 2023 heeft getuige [getuige 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Ik was op 2 november 2023 aan het hardlopen en zag nabij een woning [straat] te Almere een vrouw op de grond liggen. Ik zag dat de vrouw op haar rug lag. Ik zag dat er een man haar probeerde terug te trekken richting de woning. Ik hoorde dat de vrouw mij riep, ik hoorde haar om hulp roepen. Ik zag dat de vrouw een blauw oog had. Ik zag dat de man boos was.
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigevan 3 november 2023 heeft getuige [getuige 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Op 2 november 2023 zag ik vanuit het keukenraam een man lopen in een boxershort en op blote voeten. Hij liep richting een Volkswagen waar aan de bestuurderskant een vrouw zat. De twee hadden overduidelijk ruzie waarbij er werd geschreeuwd en de vrouw weg wilde rijden, maar werd tegengehouden door de man.
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 3 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik heb telefonisch contact gelegd met [getuige 1] . Deze verklaarde het volgende:
- dat hij met het slachtoffer [slachtoffer] in contact was gekomen via LinkedIn;
- dat hij op 1 november 2023 omstreeks 23:53 uur ineens via Whatsapp een berichtje van haar kreeg waarin stond: “Bro ze is met mij ballon aan het doen";
- dat hij vervolgens 1 video kreeg;
- dat hij op de video van een paar seconden een bank zag;
- dat op deze bank een vrouw zat met een lachgascilinder.
In het
proces-verbaal van verhoor van getuigebij de rechter-commissaris van 25 juli 2024 heeft getuige [getuige 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Aangeefster zei dat ze net een gijzeling had gehad waarbij zij mishandeld was. Zij zei uiteindelijk dat het om [verdachte] ging. Ik heb haar video-gebeld toen zij in het hotel was en toen zag ik dat zij een blauw oog had.
Heeft zij aan u verteld hoe zij daaraan is gekomen?
Ja, door [verdachte] . Met de vuist of de fles. Ik ken het verhaal vanaf dat zij vertelde dat hij aan de ballonnen ging waardoor hij een ander gedrag liet zien. Op een gegeven moment mocht zij haar telefoon niet meer hebben. Hij had hem ingenomen. Ik herinner mij dat hij haar telefoon had gepakt om iemand uit haar contacten uit haar omgeving te bellen, om te dreigen. Iets in de trant van ‘ik ga je familie bellen, ik ga je broer bellen’. Ik hoorde ook dat hij een mes uit de keukenlade trok en haar daar ook mee dreigde. Hij maakte dreigementen over haar vader ‘als je zo door blijft gaan dan lig je straks naast je vader’.
Rechter-commissaris: welk letsel heeft u bij haar gezien?
Ik zag een blauw oog en wat rode striemen in haar hals. Ze vertelde ook wel dat ze hier en daar blauwe plekken had.
Ter terechtzitting heeft de rechtbankonder meer het zich in het dossier bevindende videobestand (1119-1219) afgespeeld en daarbij het volgende waargenomen:
Op de beelden is te zien dat aangeefster vanuit een huizenblok de straat op komt rennen. Verdachte recht achter haar aan. Aangeefster komt ten val en schreeuwt meerdere keren “help me”
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 6 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik zag op de camerabeelden van de [straat] te Almere dat de persoon met een wit shirt de persoon met een zwarte broek beet pakte, waardoor de persoon met zwarte broek op de grond viel. Ik zag dat de persoon met een wit shirt over de persoon met een zwarte broek heen ging staan. Ik zag dat de persoon met een wit shirt zijn handen op de schouders had van de persoon met een zwarte broek.
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2023 heeft verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Uit het onderzoek in de telefoon van aangeefster [slachtoffer] kwam in relatie tot haar verklaringen het volgende naar voren:
Contact met broer aangeefster en mensen bellen via Messenger
Aangeefster [slachtoffer] verklaarde aan de politie dat verdachte [verdachte] tijdens het incident met haar telefoon ook haar broer heeft gebeld. Deze broer zou later hebben teruggebeld waarop de verdachte met de telefoon van aangeefster een berichtje zou hebben gestuurd dat het per ongeluk was.
Met het oog op bovenstaande informatie zag ik de volgende oproepen op de telefoon van
aangeefster tussen 1 november 2023 17.00 uur en 2 november 12.00 uur. Bij bovenstaande oproepen is te zien dat er op 2 november 2023, omstreeks 01.26 uur, uitgaande oproepen te zien zijn via Messenger. Dit komt overeen met de verklaring van aangeefster [slachtoffer] dat er uitgebeld is via Messenger.
Daarnaast is te zien dat er op 1 november 2023, omstreeks 23.30 uur, uitgaande oproepen waren naar een contact [B] . Deze [B] belde enkele seconden later terug. Hierbij werd niet opgenomen. Aangeefster [slachtoffer] heeft een broer genaamd [B] . Het contact [B] met telefoonnummer [telefoonnummer] betreft vermoedelijk de broer waar aangeefster in haar verklaringen over spreektVervolgens is op 1 november 2023, omstreeks 23.33 uur de volgende berichtenwisseling te zien op de telefoon van aangeefster [slachtoffer] met [B] :
[telefoonnummer] [B] op 1-11-2023 23:33:53(UTC+1): ?
[telefoonnummer] op 1-11-2023 23:46:01 (UTC+1): Sorry per ongeluk.
De hierboven weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.2Bewijsoverwegingen
Wat is er gebeurd?
Verdachte en aangeefster waren collega’s van elkaar en zijn op 1 november 2023 na hun werk naar de woning van verdachte gegaan. Zij zijn daar de avond, nacht en daaropvolgende ochtend gebleven. In de woning is lachgas gebruikt en besteld. In de avond heeft er vrijwillige seksuele interactie met een lachgasbezorger plaatsgevonden. De lachgasbezorger vertrok diezelfde avond weer. Hij heeft gemerkt dat de sfeer anders werd, dat verdachte boos en geïrriteerd was geworden. Aan het eind van de volgende ochtend is aangeefster om hulp roepend op straat aangetroffen in bijzijn van verdachte. Zij zijn gezamenlijk naar het ziekenhuis gereden waar zij behandeld is aan haar verwondingen. De politie heeft intussen meerdere meldingen ontvangen over de toestand van aangeefster en zoekt haar op in het ziekenhuis.
Het is de vraag wat er gedurende de avond van 1 november 2023 en de nacht en ochtend van 2 november 2023 in de woning van verdachte is gebeurd. Verdachte en aangeefster verklaren hier anders over. Volgens aangeefster is zij na het vertrek van de lachgasbezorger mishandeld, is zij bang gemaakt, bedreigd en kon zij niet weg gaan uit de woning. Volgens verdachte is aangeefster gestruikeld en gevallen heeft zij daarbij haar oog bezeerd aan het de salontafel. Ook heeft zij haar vinger gesneden aan de tang van de shisha brander. Vervolgens zijn zij gaan slapen, aldus verdachte.
Er is verder niemand bij geweest zodat het van belang is allereerst vast te stellen of de aangifte van aangeefster voldoende betrouwbaar is.
De betrouwbaarheid van aangeefster
Aangeefster doet direct in de avond van 2 november 2024 een aangifte bij de politie, zoals weergegeven in de bewijsmiddelen. Zij wordt de dag erna door de politie en later bij de rechter-commissaris nog gehoord als getuige waarbij is doorgevraagd op wat zich heeft plaatsgevonden in de woning
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster betrouwbaar zijn en daarmee bruikbaar voor het bewijs. De eerste verklaring is kort na de gebeurtenissen afgelegd en bevat veel details. De details hebben betrekking op de aanloop, de gebeurtenissen in de woning en in het ziekenhuis.
De politie heeft veel van deze details kunnen verifiëren, zoals de wijnflessen en de lachgasflessendie in de kofferbak van de auto zijn aangetroffen en achter het huis en het ondergoed van aangeefster dat in het huis is aangetroffen.
Dat verdachte de telefoon van aangeefster had afgepakt en daarover beschikte, vindt bevestiging in de getuigenis van [getuige 1] . Aan hem zijn berichtjes gestuurd, die vanwege de inhoud en tijdstip logischerwijs verstuurd zijn door verdachte.
Aangeefster is ook duidelijk, bijvoorbeeld als zij bevestigt wie de lachgasbezorger is geweest. De aangifte is concreet ten aanzien van de gewelddadigheden die volgens aangeefster hebben plaatsgevonden. Zij vertelt hoe ze is geslagen, waar ze is vastgepakt en waar ze is gekrast en gesneden door verdachte met een mes. Zij spaart daarbij zichzelf niet. Zo vertelt zij heel concreet hoe zij seksuele activiteiten heeft verricht met de lachgasbezorger en waarbij ook verdachte een aandeel had.
Aangeefster is meerdere malen gehoord en telkens is weer doorgevraagd over hetgeen is voorgevallen. Aangeefster blijft bij haar verklaringen, vult deze aan, maar geeft ook aan als zij iets niet meer weet. Ook uit de getuigenis van haar vriendin [getuige 5] volgt hoe consistent aangeefster is geweest in haar verklaringen. Aan haar heeft zij immers nog in het ziekenhuis verteld wat haar is overkomen en dat komt overeen met wat zij later tegen de politie heeft verteld.
Contra-indicaties
Volgens de verdediging is aangeefster desondanks niet betrouwbaar in haar verklaringen. De verdediging wijst op details in de verklaring van aangeefster die niet kloppen. Zo benoemt de verdediging dat op videobeelden is te zien dat verdachte buiten een wit shirt aan heeft, terwijl aangeefster in eerste instantie verklaarde dat verdachte geen shirt aan had. Dat is naar de mening van de rechtbank een ondergeschikt detail. Het is bovendien niet duidelijk wat het belang van aangeefster zou zijn om hier over te liegen.
De verdediging wijst er ook op dat bepaalde elementen uit de verklaring van aangeefster niet zijn opgespoord. Aangeefster heeft bijvoorbeeld gedetailleerd het mes beschreven dat verdachte heeft gebruikt om haar te verwonden, maar dat mes is niet gevonden. Ook heeft zij verklaard dat zij op de bank urine heeft laten lopen, maar er is geen urine aan de oppervlakte van de bank aangetroffen. Zij heeft verklaard over naaktfoto’s die door verdachte van haar zouden zijn genomen - om haar te kunnen chanteren - , maar die zijn ook niet aangetroffen.
Voor al deze elementen geldt dat het niet aantreffen hiervan in de opsporing, geen directe relatie heeft met de betrouwbaarheid van de verklaring. Zoals hiervoor overwogen, heeft de politie veel details wel kunnen verifiëren. Daar komt bij, zoals hierna wordt uitgelegd, dat ander steunbewijs wel is opgespoord en ook van belang is.
Ten slotte wijst de verdediging op tegenstrijdigheden en onlogische elementen in de verklaring van aangeefster. Verdachte heeft volgens aangeefster gedreigd haar in de kelder op te sluiten, terwijl volgens de verdediging het huis geen kelder heeft. Niet kan worden gevolgd dat dit een ongerijmdheid is of anderszins afdoet aan de betrouwbaarheid van de verklaring over wat er
gezegdzou zijn. Dat zou anders zijn als aangeefster had verklaard dat verdachte haar in een kelder had opgesloten, terwijl die kelder niet bestond. Maar dat is helemaal niet aan de orde.
Ook wijst de verdediging op gebeurtenissen waarvan vast staat dat die hebben plaatsgevonden, maar die op het eerste gezicht niet goed vallen te rijmen met de verklaring van aangeefster. Zo vlucht aangeefster eerst weg uit de woning, maar kort daarna wacht zij in haar auto op verdachte als hij haar tas uit zijn woning haalt en rijden zij samen naar het ziekenhuis in haar auto. Dat geldt ook voor de Whatsapp-conversatie over het halen van koffie in het ziekenhuis en het gebruik maken van de hotelkamer die verdachte had gereserveerd en betaald.
De uitleg van aangeefster is dat zij zich schaamde over wat er was gebeurd, dat zij dacht dat verdachte filmpjes van haar had en dat zij wilde voorkomen dat deze filmpjes op social media zouden worden geplaatst. Zij benoemt hoe gevoelig dit ligt in haar cultuur. Haar belang om haar tas terug te krijgen was daarom groot. Zij wilde op dat moment nog de gebeurtenissen zo snel mogelijk achter zich laten en hiervan geen aangifte doen. Wel hoopte zij in het ziekenhuis van verdachte af te raken zonder hem verder tegen zich in het harnas te jagen. Maar zodra zij met de politie sprak en dus veilig was, besloot aangeefster alsnog aangifte te doen. Toen verdachte eenmaal was aangehouden, wilde zij gebruik maken van de hotelkamer waar zij haar vriendinnen vanwege hun steun voor haar uitnodigde.
Conclusie: aangifte is betrouwbaar en bruikbaar als bewijs
De rechtbank kan met deze uitleg van aangeefster plaatsen waarom zij ogenschijnlijk in tegenspraak met wat haar is overkomen, gehandeld heeft en is daarmee van oordeel dat de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster niet in het geding is gekomen. Kortom, de rechtbank gelooft de verklaring van aangeefster.
Verdachte wordt dus niet geloofd, want beide verklaringen kunnen niet tegelijk waar zijn. De verklaring van verdachte is te minder geloofwaardig, omdat hij pas een zeer gedetailleerde verklaring heeft gegeven bij de politie - en herhaald tijdens de zitting - nadat hij de beschikking had over het dossier - tot dat moment had hij zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Steunbewijs ten aanzien van feit 2
De verklaring van aangeefster dat zij is mishandeld staat niet op zichzelf maar wordt op diverse essentiële elementen ondersteund. De letselverklaring geeft een uitgebreide opsomming van de verwondingen. Deze verwondingen passen zeer goed bij het verslag dat aangeefster heeft gedaan. Het betreft ook recent letsel. De aangetroffen blauwe plekken op zowel de benen als het oog vertonen al een gele verkleuring wat er op wijst dat het letsel ongeveer 18 uur geleden is toegebracht. De snij/kraswondjes vertonen jonge korstjes en een zwelling, dit wijst erop dat dit recent is toegebracht, maximaal 1 of 2 dagen eerder. Er zijn op meerdere plekken bloedsporen van aangeefster gevonden in de woning van verdachte. De politie heeft bovendien gevoeld dat aangeefster bulten op haar hoofd had. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte een mes in handen heeft gehad, ook al is dat mes niet gevonden en dat zij op haar hoofd is geslagen. De volgende vraag is hoe het tweede feit gekwalificeerd dient te worden.
Vrijspraak feit 2 primair: poging zware mishandeling
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Vastgesteld kan weliswaar worden dat verdachte aangeefster willens en wetens bij de keel heeft gepakt en dat hij daarin heeft geknepen, maar niet vastgesteld kan worden dat ten gevolge van die handelingen de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Niet aannemelijk is namelijk geworden dat de intensiteit en de duur van het knijpen door verdachte daartoe toereikend waren. Ten aanzien van het slaan met een fles op het hoofd van aangeefster kan eveneens worden vastgesteld dat verdachte dit willens en wetens heeft gedaan, maar ook ten aanzien van deze handelingen kan niet worden vastgesteld dat daarmee de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijk letsel zou oplopen, omdat niets bekend is over de kracht waarmee verdachte dit heeft gedaan. Ditzelfde geldt voor het slaan door verdachte van aangeefster op het hoofd en lichaam. Verder kan ten aanzien van het steken en snijden met het mes worden vastgesteld dat verdachte dit willens en wetens heeft gedaan, maar ook ten aanzien van deze handelingen kan niet worden vastgesteld dat ten gevolge van die handelingen de aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijke letsel zou oplopen. Het is immers onbekend of verdachte met kracht heeft gestoken of snijbewegingen heeft gemaakt en als dat het geval is, met hoeveel kracht. Aangeefster heeft het over krassen met het mes en steekbewegingen richting haar borst. Gelet op voorgaande biedt het dossier en het verhandelde ter terechtzitting dan ook onvoldoende aanknopingspunten aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte heeft gepoogd met zijn handelen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 primair tenlastegelegde.
Feit 2 subsidiair: wettig en overtuigend bewijs voor mishandeling
Dat verdachte aangeefster mishandeld heeft op de wijze zoals subsidiair is tenlastegelegd acht de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen.
Vrijspraak voorbedachte rade
De rechtbank kan niet vaststellen dat de mishandelingen hebben plaatsgevonden met voorbedachte rade en zal verdachte ten aanzien daarvan (partieel) vrijspreken.
Steunbewijs ten aanzien van feit 3
Ook voor de tenlastegelegde bedreiging geldt dat de verklaring van aangeefster, die bruikbaar is voor het bewijs en als uitgangspunt wordt genomen, ondersteund wordt door andere bewijsmiddelen. Weliswaar is er niemand bij geweest die heeft gehoord wat verdachte tegen aangeefster heeft gezegd, maar vast staat dat verdachte een mes heeft gebruikt om aangeefster te verwonden. Dit sluit geheel aan op de verklaring van aangeefster dat verdachte ook met dit mes in handen bedreigingen heeft geuit. Uit de bewezenverklaarde mishandelingen kan worden afgeleid dat verdachte er kennelijk toe in staat was een deel van deze dreigingen ook uit te voeren. Daarnaast heeft aangeefster - kort na de gebeurtenissen- aan haar vriendin [getuige 4] verteld over wat er is gebeurd in de woning van verdachte en waarbij zij ook heeft verteld over de dreigementen. Daarmee is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voor feit 3.
Steunbewijs ten aanzien van feit 1
Ten slotte volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte aangeefster wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd. Uit de verklaring van aangeefster volgt dat verdachte het aangeefster niet toestond weg te gaan uit de woning, terwijl hij haar onderwijl bedreigde en mishandelde. Dat de huissleutel op de keukentafel lag, maakt nog niet dat aangeefster kans had of zich vrij genoeg voelde om weg te gaan. Het gaat er bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving immers niet om dat enkel de fysieke beperking van iemands vrijheid te bewegen strafbaar is, die vrijheid kan ook ontnomen worden door het aanjagen van angst. Uit de verklaring van aangeefster volgt duidelijk dat de bedreigingen en mishandelingen van een zodanige aard waren dat weggaan op dat moment geen optie was. Haar verklaring staat niet op zichzelf. Dat zij niet vrijwillig bleef om de (hiervoor bewezen) bedreigingen en mishandelingen te ondergaan, volgt uit het overige steunbewijs.
Dat verdachte de telefoon van aangeefster had afgepakt en daarover beschikte, vindt bevestiging in de getuigenis van [getuige 1] . Aan hem zijn berichtjes gezonden en is een filmpje gestuurd, die vanwege de inhoud en tijdstip logischerwijs verstuurd zijn door verdachte. Ook heeft verdachte haar broer gebeld en getracht hem te spreken.
Aangeefster had hierdoor een reële angst dat verdachte bij haar vertrek haar in grote moeilijkheden zou brengen. Dat aangeefster wegrende van de woning, daarbij ten val kwam en om hulp schreeuwde, is te zien op de camerabeelden. De politie beschrijft bovendien dat aangeefster ten val kwam doordat verdachte haar beet pakte. Op straat hoorde ook getuige [getuige 2] dat zij om hulp vroeg en zag hij dat verdachte boos was en aangeefster tegen haar zin probeerde mee te trekken. Getuige [getuige 3] zag hoe verdachte aangeefster probeerde tegen te houden toen zij met haar auto wilde vertrekken.
De rechtbank ziet hierin bevestigd dat aangeefster een noodsituatie trachtte te ontvluchten waarbij gezien is dat verdachte haar hierin wilde beletten. Al deze elementen bij elkaar maken dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte aangeefster tegen haar wil van haar vrijheid heeft beroofd in zijn woning.