Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen de Protestants-Christelijke Stichting Philadelphia Zorg en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de toekenning van een IVA-uitkering aan een werkneemster die lijdt aan long covid. De rechtbank heeft de beslissing van het Uwv om een loongerelateerde uitkering toe te kennen, vernietigd en in plaats daarvan een IVA-uitkering voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid toegekend met terugwerkende kracht vanaf 29 november 2023. De rechtbank oordeelde dat het Uwv niet voldoende had onderbouwd dat er een kans op herstel was voor de werkneemster, gezien de huidige stand van medische behandelmogelijkheden voor long covid.
De werkneemster was in december 2021 ziek geworden door een coronabesmetting en had sindsdien last van long covid. Het Uwv had eerder een loongerelateerde uitkering toegekend, maar Philadelphia betwistte dit en stelde dat de werkneemster recht had op een IVA-uitkering vanwege haar volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de werkneemster zou kunnen herstellen binnen het eerste jaar na de start van de uitkering. De rechtbank benadrukte dat de wet bepaalt dat het recht op een IVA-uitkering eindigt als de arbeidsongeschiktheid niet meer duurzaam is, en dat het Uwv in de toekomst herbeoordelingen kan uitvoeren als er meer duidelijkheid komt over behandelmogelijkheden.
De rechtbank heeft ook de proceskosten van Philadelphia vergoed, evenals het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De rechtbank heeft begrip getoond voor de situatie van de werkneemster, die zich richt op herstel, en benadrukt dat de toekenning van de IVA-uitkering haar herstel niet in de weg staat.