Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
in de periode van 11 april 2013 tot en met 10 april 2017 in de gemeente Rhenen en in Zwitserland met [slachtoffer] (geboren op [2001] ), die de leeftijd van 12 jaar maar nog niet van 16 jaar had bereikt , ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
in de periode van 11 april 2017 tot en met 17 april 2017 in de gemeente Rhenen ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde voornoemde minderjarige [slachtoffer] door- de penis van [slachtoffer] in verdachtes mond te nemen;- [slachtoffer] af te trekken.
in voornoemde periode [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van voornoemde ontuchtige handelingen door [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke met verdachte te brengen, gelet op de kwetsbaarheid en/of jonge leeftijd van [slachtoffer] en het daardoor doen ontstaan van zodanige psychische druk dat [slachtoffer] geen weerstand kon bieden.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Tegen een man genaamd [verdachte] . Ik denk dat hij tussen de 50 en 60 jaar moet zijn. Hij had een huis in het park
[de rechtbank begrijpt: het hierna genoemde vakantiepark in Rhenen]. [2]
[de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer] en [getuige] ]zaten naakt in de jacuzzi, na ongeveer 10 minuten, een kwartiertje, kwam [verdachte] . [verdachte] vroeg aan [slachtoffer] of hij op de rand van de jacuzzi wilde gaan zitten. Toen is [verdachte] [slachtoffer] gaan aftrekken en gaan pijpen. [8]
.Deze bewijsmiddelen moeten voldoende steun geven aan de verklaring van aangever, in die zin dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van aangever. In ieder geval mag tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband. Een ‘de auditu’-verklaring (‘van horen zeggen’), inhoudende een weergave van wat de getuige (in dit geval aangever) aan de betrokken andere getuige heeft verteld, levert onvoldoende steun op. Indien een verklaring van een getuige daarentegen (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van het slachtoffer op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of vlak daarna, kan die waarneming wel voldoende steunbewijs opleveren (zie onder meer HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1117).
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
een gevangenisstraf van twaalf (12) maanden;
een gedeelte van zes (6) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijd van drie (3) jarenvast;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 4.270,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, waarbij de wettelijke rente wordt berekend vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum per schadepost tot aan de dag van volledige betaling:
- de materiële schade: over een bedrag van € 770,- vanaf 7 november 2024;
- de immateriële schade: over een bedrag van € 3.500,- vanaf 17 april 2017;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 4.270,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 52 dagen gijzeling, waarbij de wettelijke rente wordt berekend vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum per schadepost tot aan de dag van volledige betaling:
- de materiële schade: over een bedrag van € 770,- vanaf 7 november 2024;
- de immateriële schade: over een bedrag van € 3.500,- vanaf 17 april 2017;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 april 2013 tot en met 10 april 2017 in de gemeente Rhenen en/of in Zwitserland, met [slachtoffer] (geboren op [2001] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of
- die [slachtoffer] afgetrokken en/of
- de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, mond gebracht en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;
( art 245 Wetboek van Strafrecht )
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 april 2017 tot en met 17 april 2017 in de gemeente Rhenen ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer] , geboren op [2001] , door
- de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, mond te nemen en/of
- door die [slachtoffer] af te trekken;
( art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
-die [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, te brengen en/of te houden, gelet op de kwetsbaarheid en/of jonge leeftijd van die [slachtoffer] en/of
- het (aldus) - ook door het leeftijdsverschil en/of het feitelijk overwicht - doen opleveren, althans doen ontstaan, van een zodanige psychische druk dat die [slachtoffer] geen weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarijn die [slachtoffer] geen "nee" kon zeggen, [slachtoffer] (geboren op [2001] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of
dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
- het aftrekken van die [slachtoffer] door hem, verdachte, en/of
- het in de mond nemen van de penis van die [slachtoffer] door hem, verdachte;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )