Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 december 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 5 oktober 2023;
- bepaalt dat de minister binnen vier weken een nieuwe beslissing moet nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat de minister het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.
Informatie over hoger beroep
de suggestie dat er sprake is van een discriminatoire situatie wat betreft de leerrechten van havo-leerlingen en leerlingen uit het beroepsonderwijs enerzijds en vwo-leerlingen anderzijds”. Daarbij wees hij erop dat het gehanteerde criterium voor leerrechten de kwalificatie voor de arbeidsmarkt is en niet de lengte van het leerrecht. Uitgangspunt daarbij was dat arbeidsmarktkwalificaties in het hbo worden verkregen op bachelorniveau en in het wo op masterniveau. De postinitiële opleidingen (de voortgezette hbo-opleidingen) zijn van een andere aard en dienen tot verdieping en verbreding van reeds opgedane kennis, waarbij werkervaring vaak ook een voorwaarde zou zijn voor toelating. Gelet op het karakter van de postinitiële opleidingen komen deze niet voor bekostiging in aanmerking. De minister heeft echter ook toegezegd dat hij de limitatieve opsomming van hbo-masters waarvoor wel studiefinanciering wordt verleend in het wetsvoorstel zal aanpassen, op basis van een verkenning voor maatschappelijk relevante masteropleidingen in het hbo. Die verkenning zou dan aanleiding kunnen vormen om dergelijke hbo-masteropleidingen door de rijksoverheid te laten bekostigen. [5]
die onder het regime van de tempobeurs valt” en die een hbo-master volgt, aanspraak heeft op studiefinanciering. [7] De eis dat de minister hbo-masters specifiek moest aanmerken om voor studiefinanciering in aanmerking te komen, en de daarbij behorende criteria, zijn met ingang van 1 september 2013 komen te vervallen met invoering van de Wet Kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs.
in beginsel4 jaar toegekend. [9]