Op 6 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. C.J. Koenen, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeenteplaats]. Dit beroep is gegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college niet tijdig een besluit heeft genomen op de bezwaren van eisers, die op 15 februari 2024 zijn ingediend na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 18 oktober 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:5619). In die eerdere uitspraak was het college opgedragen om binnen twee weken te beslissen op de bezwaren van eisers met betrekking tot verschillende adressen. De rechtbank heeft nu bepaald dat het college uiterlijk op 31 december 2024 alsnog een besluit moet nemen en dat het college een dwangsom van € 250,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500,-. Daarnaast is het college veroordeeld tot betaling van € 875,- aan proceskosten en moet het het griffierecht van € 187,- vergoeden aan eisers. De rechtbank heeft ook aangegeven dat een verzoek van eisers om een tweede bestuurlijke dwangsom te verbeuren is afgewezen, omdat het college al het maximale bedrag had bereikt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Azmi, griffier.