In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de hoogte van de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de [adres 1] in [plaats]. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning vastgesteld op € 374.000,- per waardepeildatum 1 januari 2022, wat geldt voor het belastingjaar 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de online zitting op 9 juli 2024 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoert dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld vanwege lekkages in de kelder van het pand, waarvan zij pas na de aankoop op de hoogte was.
De rechtbank overweegt dat de waarde die op grond van de Wet WOZ moet worden vastgesteld, de waarde in het economische verkeer is. Dit is de prijs die de meest biedende koper zou betalen als de woning op de meest geschikte wijze te koop zou worden aangeboden. De rechtbank stelt vast dat het eigen aankoopcijfer van eiseres leidend is, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit aankoopcijfer niet marktconform maken. Eiseres heeft aangevoerd dat de lekkages een dergelijke bijzondere omstandigheid vormen, maar de rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden voldoende zijn verdisconteerd in de WOZ-waarde. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak is gedaan door mr. M.W.A. Schimmel, rechter, en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2024. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.