In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 22 november 2024, staat de bestuurlijke boete centraal die aan een huisarts is opgelegd voor het off label voorschrijven van hydroxychloroquine en ivermectine ter preventie van COVID-19. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had op 16 augustus 2022 een boete van € 3.000,- opgelegd, welke door de huisarts werd betwist. De rechtbank oordeelt dat de wet onvoldoende duidelijkheid biedt over de voorwaarden waaronder off label voorschrijven is toegestaan, en dat de opgelegde boete in strijd is met het lex certa-beginsel. Dit beginsel vereist dat de wet duidelijk en voorspelbaar is, zodat burgers weten wat wel en niet is toegestaan.
De rechtbank wijst erop dat de minister in eerdere vergelijkbare zaken niet heeft kunnen aantonen dat de huisarts op de hoogte was van de risico's van beboeting bij het voorschrijven van deze medicatie. De rechtbank vernietigt het besluit van 6 maart 2023 en herroept de eerder opgelegde boete. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van het griffierecht en een immateriële schadevergoeding van € 500,- aan de huisarts, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank concludeert dat de minister geen verdere stappen hoeft te ondernemen naar aanleiding van deze uitspraak, aangezien de boete is vernietigd en de huisarts niet hoeft te betalen.