In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 november 2024 uitspraak gedaan over de vraag of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt in een procedure tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van vier woongebouwen in het projectgebied Kruisvaartkwartier in Utrecht. Eiser, die in de nabijheid van het projectgebied woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning, maar het college van burgemeester en wethouders heeft zijn bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat eiser geen voldoende onderscheidend persoonlijk belang heeft, gezien de afstand van zijn woning tot het plangebied, het beperkte zicht op de woongebouwen en de geringe toename van verkeersstromen. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft vastgesteld dat eiser geen belanghebbende is bij het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en het college hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden.