ECLI:NL:RBMNE:2024:6331

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
16-081893-24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervoeren van 200 kilo XTC-pillen en het voorhanden hebben van valse identiteitsdocumenten

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan tegen een verdachte die op 8 maart 2024 in Woerden 200 kilo XTC-pillen heeft vervoerd en valse identiteitsdocumenten in zijn bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de A12, tijdens een controle, een valse identiteitskaart en een valse rijbewijs overhandigde. De verdachte werd aangehouden na de ontdekking van de drugs in zijn voertuig. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk vervoeren van harddrugs en het voorhanden hebben van valse documenten. De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking van de auto rechtmatig was, omdat de verbalisant op basis van waarnemingen van buitenaf redelijkerwijs kon vermoeden dat er drugs aanwezig waren. De verdachte heeft geen aannemelijke verklaring kunnen geven voor de aanwezigheid van de drugs in de auto. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving. De verdachte had geen eerdere veroordelingen in Nederland, maar de rechtbank weegt ook de internationale signalering en de omstandigheden van de zaak mee. De rechtbank heeft de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen drugs en valse documenten gelast, en de teruggave van een bankpas aan de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.081893.24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [plaats 1] in Turkije,
nu gedetineerd in [verblijfplaats] te [plaats 2] ,
en die als verblijfplaats heeft opgegeven: [adres] , [postcode] te [plaats 3] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 juni 2024 (pro forma), 19 augustus 2024 (pro forma) en 16 oktober 2024 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E. Wiersma en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. C. Polat, advocaat te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 17 juni 2024 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: op 8 maart 2024 in Woerden 200 kilo XTC-pillen heeft vervoerd, in elk geval aanwezig heeft gehad;
Feit 2: op 8 maart 2024 in Woerden een Bulgaarse identiteitskaart (op naam van [valse naam] ) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad;
Feit 3: op 8 maart 2024 in Woerden een Bulgaars rijbewijs (op naam van [valse naam] ), heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft zich ten aanzien van feit 1 primair op het standpunt gesteld dat verdachte wist dat de tassen met pillen zich in de auto bevonden en dat hij daar de beschikkingsmacht over had. Subsidiair is haar standpunt dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad omdat hij zich had moeten afvragen wat hij vervoerde gelet op de zichtbaarheid van de tassen met pillen die achter hem stonden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde (het vervoeren en aanwezig hebben van 200 kilo XTC-pillen) en heeft zich gerefereerd ten aanzien van de feiten 2 en 3. Er is volgens de raadsman sprake geweest van een onrechtmatige doorzoeking van de door verdachte bestuurde auto, wat ten aanzien van de verdachte een onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek oplevert (als bedoeld in artikel 359a Wetboek van Strafvordering (Sv)). Als gevolg daarvan dient wat in de auto is aangetroffen te worden uitgesloten van het bewijs, en dat leidt tot vrijspraak. Hiertoe is aangevoerd dat de verbalisanten niet van buitenaf hebben kunnen waarnemen dat er pillen in de tas in de auto lagen, en dat er dus geen redelijk vermoeden van schuld was.
Daarnaast heeft verdachte geen opzet gehad op het vervoeren of aanwezig hebben van de drugs, want hij wist er niets van af.
Onder het oordeel van de rechtbank zullen de standpunten van de verdediging – voor zover relevant – verder worden besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen
Voor de leesbaarheid van dit vonnis zijn de bewijsmiddelen opgenomen in bijlage 2.
4.3.2
Bewijsoverwegingen
De (on)rechtmatigheid van de doorzoeking van de auto
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv zoals door de verdediging is betoogd.
De officier van justitie brengt daarover naar voren dat zij geen reden heeft om te twijfelen aan wat de verbalisant heeft gerapporteerd over wat hij heeft gezien voorafgaand aan de doorzoeking van de auto. De rechtbank overweegt hierover als volgt
.
Uit het op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 9 juli 2024 blijkt (kort gezegd) dat hij met zijn zaklamp dichter bij het raam is gaan staan om de inhoud te bekijken van de bigshoppers die zich achter de voorstoelen bevonden, en dat hij via het raam in één van de bigshoppers groen gekleurde pillen zag. Hierop heeft hij het achterportier geopend. Daarna heeft hij ook een foto gemaakt van de tassen, waarbij de verbalisant expliciet aangeeft dat hij de vuilniszak niet heeft verplaatst en dat hij de tas niet heeft aangeraakt. Op de foto zijn groene pillen te zien.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan hetgeen door verbalisant [verbalisant 1] is geverbaliseerd, inhoudend dat hij die pillen van buitenaf heeft gezien. Op grond van deze waarneming kon door [verbalisant 1] redelijkerwijs worden vermoed dat in de auto drugs aanwezig waren en werden vervoerd. Het vervoeren van (hard)drugs is een misdrijf als omschreven in artikel 67 lid 1 Sv. Op grond van artikel 96 Sv had de verbalisant de bevoegdheid om de auto te doorzoeken. De rechtbank acht de doorzoeking rechtmatig en verwerpt het rechtmatigheidsverweer. De uit de doorzoeking voortvloeiende bewijsmiddelen kunnen voor het bewijs worden gebruikt.
Wetenschap van de XTC-pillen en beschikkingsmacht
Voor een veroordeling voor het vervoeren en het bezit van drugs is vereist dat de verdachte wist van de aanwezigheid van de drugs en dat deze zich binnen zijn machtssfeer bevonden.
Vast staat dat de aangetroffen drugs in 3 bigshoppers tussen de achterbank en de voorste stoelen en in 9 bigshoppers in de achterbak lagen in de auto waarin verdachte reed. Verdachte was op dat moment de enige inzittende en bestuurder van de auto.
Uit de verklaring van verdachte en het onderzoek aan zijn telefoon volgt dat hij zich al een paar uur in de auto bevond en dat hij de enige was die er in die tijd beschikking over had.
De rechtbank is anders dan de verdediging, van oordeel dat verdachte moet hebben geweten dat hij XTC-pillen vervoerde. Doorslaggevend daarvoor is het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de eigenaar van vele kilo’s XTC-pillen met een zeer grote waarde, de XTC-pillen enige tijd in een auto bewaart en iemand die geen weet van de XTC-pillen heeft in de auto laat rijden. XTC-pillen zijn geen ‘bewaarvoorwerp’ die de eigenaar voor langere tijd op één plek laat liggen, zeker niet op de openbare weg. Het betreft een voorwerp waar de eigenaar zo snel mogelijk (tegen een hoge prijs) van af wil. Het bewaren van XTC-pillen heeft namelijk vooral nadelen (in verband met de risico's van diefstal en inbeslagname). Het is daarom waarschijnlijk dat als zich XTC-pillen in de auto bevinden, de pillen zo snel mogelijk moeten worden vervoerd. Het is in dat geval ook waarschijnlijk dat de chauffeur weet waarom hij de autorit maakt. Het is aan verdachte om uit te leggen waarom deze waarschijnlijkheden in zijn bijzondere geval niet opgaan en hij inderdaad niet wist van de XTC-pillen. De omstandigheden vragen, zogezegd, om een aannemelijke verklaring van verdachte voor het feit dat er XTC-pillen in de auto werden gevonden die de verdachte bestuurde. [1]
De uitleg van de verdachte houdt in grote lijnen het volgende in. Zijn vriend [A] had aan verdachte gevraagd om met hem een nieuwe auto op te halen. Op 8 maart 2024, rond 15.00 a 16.00 uur is hij door [A] in [plaats 3] opgehaald en zij zijn toen samen in de groene Peugeot 5008 (met kenteken [kenteken] ) naar Limburg gereden. Daar hebben zij in een restaurant gegeten. [A] heeft toen een vriend van hem gebeld, en die vriend is daarheen gekomen met een Mercedes. Deze Mercedes zou [A] gekocht hebben. [A] en die vriend hebben toen buiten samen gesproken. Daarna zeiden ze dat verdachte in de Peugeot de Mercedes moest volgen en dat de Peugeot in Den Haag moest worden afgeleverd. Verdachte heeft toen in de Peugeot de Mercedes gevolgd. Toen verdachte werd aangehouden reden [A] en zijn vriend voor hem in de Mercedes en zij zijn doorgereden.
Verdachte heeft dit pas op de zitting verklaard en heeft geen concrete en verifieerbare gegevens van [A] kunnen geven. Daarbij heeft de politie onderzocht of er op de gereden route van Geleen naar de plaats van aanhouding een andere auto is meegereden, omdat begeleiding of beveiliging niet werd uitgesloten gezien de hoeveelheid aangetroffen zakken met pillen en de waarde die dit vertegenwoordigd. Hiervan is niet gebleken. Dit in samenhang bezien maakt dat verdachte naar het oordeel van de rechtbank niet heeft voorzien in een aannemelijke verklaring.
Daarbij komt dat 3 van de 12 bigshoppers tussen de achterbank en voorste stoelen op de grond waren geklemd. De bigshoppers hebben een opvallend gele kleur en de inhoud van de tassen was deels van buitenaf zichtbaar. De politie heeft immers vanuit buiten kunnen zien dat in een van die tassen groene pillen zaten.
Tot slot acht de rechtbank van belang dat verdachte – nog voordat de verbalisant de XTC-pillen in de auto ziet liggen - een vervalst rijbewijs overhandigt en zich legitimeert als een ander persoon ( [valse naam] ). De verdachte heeft notabene tot en met het verhoor bij de rechter-commissaris volgehouden deze andere persoon te zijn.
Dat er geen andere sporen zijn die verdachte aan de XTC-pillen verbinden, maakt de conclusie van de rechtbank niet anders. Het ontbreken van DNA-sporen of vingerafdrukken van verdachte hoeft namelijk niet te betekenen dat hij geen wetenschap van de drugs heeft gehad. Zo is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat verdachte heeft gewerkt met handschoenen of de spullen heeft schoongemaakt, of dat een ander de drugs in de auto heeft gelegd, terwijlverdachte er wel wetenschap van heeft gehad.
Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de XTC-pillen in de auto. De auto werd door verdachte bestuurd terwijl deze drugs daarin aanwezig waren, zodat verdachte ook de feitelijke beschikkingsmacht had over de drugs en deze zich dus in zijn machtssfeer bevonden.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 8 maart 2024 te Woerden (te weten: op de A12 vanaf Woerden in de richting van Rotterdam/Den Haag), opzettelijk heeft vervoerd 200 kilogram XTC-pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 8 maart 2024 in Nederland een reisdocument, te weten een nationale identiteitskaart (land Bulgarije, nummer [nummeraanduiding 1] , afgegeven te [plaats 4] op 19-01-2023 geldig tot 19-01-2033. Tnv [valse naam] , [1989] [plaats 5] ) waarvan hij, verdachte, wist dat deze vals was, heeft afgeleverd en voorhanden heeft gehad;
3.
op 8 maart 2024 in Nederland, opzettelijk een vals geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een nationaal rijbewijs (land Bulgarije, nummer [nummeraanduiding 2] , afgegeven te [plaats 4] , op 19-01-2023, geldig tot 19-01-2033) heeft afgeleverd en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Feit 3 op de tenlastelegging is toegesneden op artikel 225, tweede lid Wetboek van Strafrecht (Sr). Volgens de wetgeschiedenis bij artikel 231 Sr vormt artikel 231 Sr een specialis ten opzichte van artikel 225 Sr. Daarbij is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 55, tweede lid Sr en geldt de regel dat de bijzondere bepaling van artikel 231 Sr de werking van de algemene bepaling van artikel 225 Sr uitsluit.
Bewezen is verklaard, dat de verdachte opzettelijk een vals Bulgaars rijbewijs voorhanden heeft gehad en heeft afgeleverd. Anders dan de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat een Bulgaars rijbewijs kan worden aangemerkt als, kort gezegd, een reisdocument dat valt onder de reikwijdte van artikel 231 Sr. Gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad [2] , is artikel 231 Sr immers ook toepasbaar is als de houder van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven rijbewijs niet woonachtig is in Nederland.
De rechtbank is van oordeel, ook gezien genoemde uitspraak van de Hoge Raad, dat het onder feit 3 bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd onder artikel 231 tweede lid Sr. Deze bepaling heeft hetzelfde strafmaximum als artikel 225, tweede lid Sr.
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2
een reisdocument afleveren en voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is;
Feit 3
een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht afleveren en voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring wijst de verdediging erop dat het niet de grote baas is die zal rondrijden in de auto. Dit zijn de loopjongens, de chauffeurs, de
sukkelaers. Verder heeft de zaak lang geduurd, en dat lag niet aan verdachte. Ook moet er volgens de verdediging gekeken worden naar de persoonlijke omstandigheden van verdachte en naar de straffen in soortgelijke zaken. Dit zou moeten leiden tot een veel lagere straf dan is geëist.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren van ruim 200 kilo XTC-pillen.
Verdachte bekommerde zich hierbij niet om de gezondheidsrisico’s voor anderen en de schadelijke gevolgen voor de maatschappij en het milieu, die de XTC-productie met zich brengt. Hij heeft bijgedragen aan het in stand houden van de ondermijnende criminaliteit die rondom de handel en de productie van drugs grote vormen heeft aangenomen in Nederland.
Daarnaast heeft verdachte een vals identiteitsbewijs en een vals rijbewijs voorhanden gehad en afgeleverd aan de politie. Dat hij tot en met het verhoor bij de rechter-commissaris heeft volgehouden [valse naam] te zijn, rekent de rechtbank hem aan. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer pleegt te worden gesteld in schriftelijke stukken met een bewijsbestemming als de onderhavige. Dit heeft hij naar eigen zeggen gedaan om een gedwongen uitzetting naar Turkije te voorkomen, omdat hij daar vanwege politieke redenen vervolgd zou worden. De rechtbank heeft kennis genomen van de internationale signalering wegens diefstal met geweld, mishandeling en valsheid in geschrifte, maar dat er sprake is van een politieke vervolging volgt alleen uit het woord van verdachte. De rechtbank zal daar dan ook geen rekening mee houden bij het bepalen van de straf.
Persoon van de verdachte
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gekeken naar het uittreksel uit de justitiële documentatie (het “strafblad”) van 7 mei 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld, zodat dit niet strafverhogend of strafmatigend werkt.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen over de persoon van verdachte naar voren komt uit het reclasseringsrapport van 2 oktober 2024. Uit het rapport is
gebleken dat verdachte geen lopende asielaanvraag heeft en dat er door de Dienst Terugkeer en Vertrek wordt gewerkt aan een gedwongen vertrek naar Turkije.
De straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank is van oordeel dat de door de raadsman bepleite straf geen recht doet aan de ernst van de feiten.
Voor de hoogte van de straf is aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting van het LOVS en bij uitspraken in soortgelijke zaken.
De rechtbank zal, anders dan de raadsman heeft bepleit, geen rekening houden met het tijdsverloop. Er is geen overschrijding van de redelijke termijn nu de feiten van 8 maart 2024 dateren. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de vorige zitting (op 19 augustus 2024) niet doorging, omdat verdachte in de penitentiaire inrichting in [plaats 2] geregistreerd stond onder zijn valse naam, [valse naam] , en de transportorder op zijn echte naam stond. Door zelf gebruik te maken van een valse naam heeft verdachte op zijn minst bijgedragen aan de ontstane situatie, en daarom zal de rechtbank daar niet in strafmatigende zin rekening mee houden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren moet worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat:
  • de nummers 1, 2, 4, 5 en 6 t/m 15 op de beslaglijst (kort gezegd: de identiteitskaart, het rijbewijs en de drugs) worden onttrokken aan het verkeer,
  • nummer 3 op de beslaglijst (de bankpas) teruggaat naar de rechthebbende,
  • nummers 16 en 17 op de beslaglijst (de telefoons) teruggaan naar verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer:
  • 1 stuk hashish (G3311349),
  • 12 STK Pillendoos (G3311299),
  • 1 STK Rijbewijs (G3311552),
  • 1 STK Legitimatiebewijs (G3311555),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311922),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311927),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311929),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311931),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311935),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311940),
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311942),
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024074972-G6483215),
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024074972-G6483215).
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot deze voorwerpen (kort gezegd: drugs) zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.
Teruggave aan rechthebbende
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan rechthebbende van de inbeslaggenomen bankpas (1 stuk bankpas (G3311346)).
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de volgende inbeslaggenomen telefoons:
  • 1 STK GSM (G3311342),
  • 1 STK GSM (G3311339).

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 36b, 36c, 57 en 231 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 10 en 13 Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor onder 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2 en 3 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor onder 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
-
verklaartde volgende voorwerpen
onttrokken aan het verkeer:
  • 1 stuk hashish (G3311349);
  • 12 STK Pillendoos (G3311299);
  • 1 STK Rijbewijs (G3311552);
  • 1 STK Legitimatiebewijs (G3311555);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311922);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311927);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311929);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311931);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311935);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311940);
  • 20 STK Verdovende Middelen (G3311942);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024074972-G6483215);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024074972-G6483215);
-
gelast de teruggaveaan de rechthebbende van het volgende voorwerp:
1 stuk bankpas (G3311346);
-
gelast de teruggaveaan de verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK GSM (G3311342);
  • 1 STK GSM (G3311339).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. van den Brink, voorzitter, mr. S.M. van Lieshout en mr. A.M.M. Lemmen, rechters, in tegenwoordigheid van A.W.S. Stukker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 oktober 2024.
Mr. S.E. van den Brink en mr. A.W.S. Stukker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 8 maart 2024 te Woerden (te weten: op de A12 vanaf Woerden in de richting van Rotterdam/Den Haag), althans in Nederland, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, te weten (in totaal ongeveer) 200 kilogram (XTC-)pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
2
hij, op of omstreeks 8 maart 2024 te Woerden, althans in Nederland een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een nationale identiteitskaart (land Bulgarije, nummer [nummeraanduiding 1] , afgegeven te [plaats 4] op 19-01-2023 geldig tot 19-01-2033. Tnv [valse naam] , [1989] [plaats 5] )
waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was,
heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad;
3
hij, op of omstreeks 8 maart 2024 te Woerden, althans in Nederland, opzettelijk een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- een nationaal rijbewijs (land Bulgarije, nummer [nummeraanduiding 2] , afgegeven te [plaats 4] , op 19-01-2023, geldig tot 19-01-2033) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst.
Bijlage 2: Bewijsmiddelen [3]
Feit 1
-
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] d.d. 9 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 8 maart 2024 omstreeks 21.10 uur reden wij op de Rijksweg A12 ter hoogte van hectometrering 40.6 L in de richting van Bodegraven komende uit Woerden (
de rechtbank begrijpt: in Woerden, op de A12 in de richting van Rotterdam/Den Haag) en we zagen een groene Peugeot met kenteken [kenteken] rijden. Wij hielden de auto staande te Reeuwijk. Ik vorderde inzage in een geldig rijbewijs. De man die ik voor mij had bleek te zijn [valse naam] . [4]
-
Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 16 oktober 2024:
Het klopt dat ik op 8 maart 2024 een valse i.d. heb gegeven op naam van [valse naam] .
-
Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] d.d. 9 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat op de achterbank van de Peugeot 5008 (groen van kleur, voorzien van kenteken [kenteken] ) 3 shopper bags stonden, gevuld met pillen. Ik zag dat in de kofferbak van de Peugeot 9 shopper bags stonden, gevuld met pillen. De 12 shopper bags heb ik in beslag genomen. [5]
-
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Verdachte reed in een Peugeot 5008 voorzien van kenteken [kenteken] . In het voertuig werden na staandehouding 12 bigshoppers aangetroffen met daarin zakken met
pillen. De tassen met inhoud werden in beslag genomen.
Op zaterdag 9 maart 2024 deden wij onderzoek naar de inhoud van deze tassen. [6] Door ons is iedere bigshopper genummerd. [7]
-
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betreft onderzoek aan:
Goednummer PL0900-2024074972-3311940
SIN: AAFX4995NL
Relatie met SIN: AAFX4996NL, AAQI4917NL [8] Omschrijving: Plastic zakken (bigshopper 1+5) met blauwe Mitsubishi tabletten, 37955 gram
Monster ASIN: AAFX4996NL
Relatie met SIN: AAFX4 995NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas l, 18972,53 gram blauwe tabletten
Monster BSIN: AAQI4917NL
Relatie met SIN: AAFX4995NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 5, 18982,55 gram, blauwe tabletten
Goednummer: PL0900-2024074972-3311927
SIN: AAFX4997NL
Relatie met SIN: AAQI4940NL, AAQI916NL
Bijzonderheden: Nettorama bigshopper 2 en 9 [9]
Monster CSIN: AAQI4940NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 2, 19968,96 gram, oranje tabletten
Monster DSIN: AAQI4916NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 9, 19978,25 gram, oranje tabletten
Goednummer PLO900-2024074972-3311929
SIN: AAOP5004NL
Relatie met SIN: AAQI4939NL, AAQI4915NL
Omschrijving: Plastic zakken (bigshopper 3+12) met lila Lamborghini tabletten, 39978 gram
Monster ESIN AAQI4939NL [10] Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 3, 19989,41 gram, lila tabletten
Monster FSIN: AAQI4915NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 12, 19988,63 gram, paarse tabletten
Goednummer PL0900-2024074972-3311931
SIN: AAQI4938NL
Relatie met SIN: AAQI4937NL, AAQI4936NL
Aantal/eenheid: 20 stuks
Bijzonderheden: Plastic zakken (bigshopper 4+6) met roze Mitsubishi tabletten, 37983 gram
Monster GSIN: AAQI4937NL
Relatie met SIN: AAQI4938NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 4, 18991,74 gram, roze tabletten [11]
Monster HSIN: AAQI4936NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 6, 18990,19 gram, roze tabletten
Goednummer PL0900-2024074972-3311935
SIN: AAQIA919N
Relatie met SIN: AAQI4911NL, AAQI4912NL
Aantal/eenheid: 20 stuks
Omschrijving: Plastic zakken (bigshopper 7+10) met groene Louis vuitton tabletten, 34038 gram
Monster ISIN: AAQI4911NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 7, 17046,88 gram, groene tabletten [12]
Monster JSIN: AAQI4912NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 10, 16990,62 gram, groene tabletten
Goednummer: PL0900-2024074972-3311942
SIN: AAQI4918NL
Relatie met SIN: AAQI4914NL, AAQI4913NL
Aantal/eenheid: 20 stuks
Omschrijving: Plastic zakken (bigshopper 8+ll) met gele Louis Vuitton tabletten, 33985 gram
Monster KSIN: AAQI4914NL
Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas 8, 16991,4 gram, gele tabletten
Monster LSIN: AAQT4913NL [13] Plaats veiligstellen: 10 plastic zakken uit tas ll, 16993,89 gram, gele tabletten [14]
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [15]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4940NL
tablet, oranje, uit 19968,96 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [16]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4937NL
tablet, roze, uit 18991,74 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [17]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4917NL
tablet, blauw, uit 18982,55 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [18]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4936NL
tablet, roze, uit 18990,19 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [19]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4911NL
tablet, groen, uit 17046,88 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [20]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4916NL
tablet, oranje, uit 19978,25 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [21]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4912NL
tablet, groen, uit 16990,62 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [22]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4914NL
tablet, geel, uit 16991,40 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [23]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4913NL
tablet, geel, uit 16993,89 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [24]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4915NL
tablet, paars, uit 19988,63 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [25]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAFX4996NL
tablet, blauw, uit 18972,53 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
-
Een deskundigenrapport van [B] , Forensische Opsporing van het NFiDENT d.d. 12 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: [26]
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI4939NL
tablet, lila, uit 19989,41 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: twee
bevat MDMA
Feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan. Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling van zijn zaak bekend het onder feit 2 ten laste gelegde te hebben begaan. Zijn raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2024, PL0900-2024074972, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina 38 ev.;
Feit 3
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan. Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling van zijn zaak bekend het onder feit 3 ten laste gelegde te hebben begaan. Zijn raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 oktober 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2024, PL0900-2024074972, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina 38 ev.

Voetnoten

1.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 december 2021, 21-000860-20 i.c.m. HR 7 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1517.
2.Hoge Raad 2 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1627.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2024074972, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 143. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.Pagina 13.
5.Pagina 11.
6.Pagina 46.
7.Pagina 47.
8.Pagina 74.
9.Pagina 75.
10.Pagina 76.
11.Pagina 77.
12.Pagina 78.
13.Pagina 79.
14.Pagina 79-80.
15.Pagina 81.
16.Pagina 82.
17.Pagina 83.
18.Pagina 84.
19.Pagina 85.
20.Pagina 86.
21.Pagina 87.
22.Pagina 88.
23.Pagina 89.
24.Pagina 90.
25.Pagina 91.
26.Pagina 92.