Uitspraak
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
redelijkerwijs bekend behoren te zijn. Uit de strikte lijn die in de rechtspraak wordt gehanteerd volgt echter dat het gaat om het moment dat verzoekers bekend
kondenzijn met de persoon van de rechter en de feiten en omstandigheden die aan het wrakingsverzoek ten grondslag liggen. [2] Bovendien mag van (de gemachtigde van) partijen in een rechtszaak worden verwacht dat zij informatie van de rechtbank goed lezen. Dat geldt zeker als de persoon van de rechter voor hen zo belangrijk is, dat het enkele feit dat die rechter over de zaak oordeelt reden is voor het indienen van een wrakingsverzoek.