18.1.Eiseres voert verder aan dat het geen herstelmaatregel meer te noemen is nu op het moment van sluiting de overtreding al twee maanden geleden gepleegd was. Het laten verstrijken van zo’n lange periode heeft tot gevolg dat het doel van deze maatregel niet of onvoldoende wordt bereikt. Op basis hiervan moet worden geconcludeerd dat er geen (dringende) noodzaak bestond om de woning te sluiten in verband met verstoring van de openbare orde, woon- en leefklimaat en/of volksgezondheid. Eiseres stelt dat de burgemeester ook had kunnen kiezen voor een waarschuwing of een last onder dwangsom.
Is sluiting van de woning noodzakelijk en geschikt?
19. Niet in geschil is dat in de woning van eiseres een handelshoeveelheid softdrugs is gevonden en dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten. In geschil is of de burgemeester sluiting van de woning noodzakelijk en evenwichtig mocht vinden. Volgens de rechtspraak beoordeelt de rechtbank aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding of sluiting van een pand noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij het pand en het herstel van de openbare orde. Daarbij is ook de vraag aan de orde of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan, omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt.
20. De rechtbank overweegt dat uit vaste rechtspraak volgt dat het aantreffen van een handelshoeveelheid softdrugs in beginsel al een belang tot sluiting van de woning met zich brengt. Met een sluiting wordt de bekendheid van een pand als drugspand weggenomen en wordt de “loop” naar het pand eruit gehaald, waarmee het pand aan het drugscircuit wordt onttrokken. De omstandigheid dat door de politie niet daadwerkelijk “loop” is geconstateerd leidt op zichzelf niet tot een ander oordeel. Uit vaste rechtspraak volgt namelijk dat als in een woning een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen, aangenomen mag worden dat de drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking daarvan en dat de woning een rol vervult binnen de keten van drugshandel dat bij een handelshoeveelheid drugs. Feitelijke handel in of vanuit de woning kan verder ook worden aangenomen op grond van het in de woning aantreffen van goederen die te relateren zijn aan drugshandel.
21. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester voldoende aanwijzingen voor drugshandel in de woning heeft mogen aannemen. De burgemeester heeft daarbij van belang mogen vinden dat er een grote hoeveelheid harddrugs is aangetroffen op diverse plekken in de woning, waaronder de woonkamer, twee slaapkamers, de keuken, de zolder en de berging. Ook heeft de burgemeester mogen meewegen dat er de meldingen van buurtbewoners zijn dat er drugshandel plaatsvindt vanuit de woning van eiseres en dat er overlast wordt ervaren. De melding van 24 september 2022 houdt in dat er al ruim een jaar op verschillende tijdstippen mensen voor een kort bezoek naar het adres van de woning van eiseres komen. Naar het oordeel van de rechtbank is deze melding, anders dan eiseres betoogt, voldoende concreet. De burgemeester heeft in de verklaring van haar zoon dat hij wel eens drugs groot inkoopt en deze doorverkoopt aan vrienden, in samenhang met hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, ook een aanwijzing mogen zien dat er drugs in de woning werden verhandeld. Dat uit deze verklaring niet blijkt wanneer en hoeveel drugs zijn verkocht, maakt dat niet anders. Daarbij komt dat de woning ook volgens de verbalisanten deed denken aan een drugspand, welk beeld ook blijkt uit de foto’s die bij de bestuurlijke rapportages zijn gevoegd. Al deze aanwijzingen bij elkaar maken dat de burgemeester mocht aannemen dat er sprake is van drugshandel in of vanuit de woning. Dat de drugs alleen voor eigen gebruik in de woning aanwezig waren, is door eiseres niet aannemelijk gemaakt. De verklaring van haar vriend is daarvoor onvoldoende. Deze verklaring is niet objectief en daaraan kan niet de waarde worden gehecht die eiseres daaraan toekent.
22. De burgemeester heeft de woningsluiting dan ook noodzakelijk mogen achten om de rust in de directe omgeving van de woning te herstellen, verdere verstoringen van de openbare orde en aantasting van het woon- en leefklimaat te voorkomen, en de woning aan het drugscircuit te onttrekken. De burgemeester heeft daarbij mogen betrekken dat de woning in een kwetsbare buurt ligt. De stelling dat de Veiligheidsmonitor 2021 niet actueel is, is geen reden voor een ander oordeel. In het verweerschrift en op zitting heeft de burgemeester zich op het standpunt gesteld dat in de wijk van de woning van eiseres de ervaren overlast van drugshandel en drugsgebruik 3,5 maal hoger is ten opzichte van de gemiddelde waarde in andere wijken in Almere en dat het niet aannemelijk is dat de situatie sinds het opstellen van de Veiligheidsmotor in 2021 zodanig is gewijzigd dat van overlast geen sprake meer is. De rechtbank volgt de burgemeester in dit standpunt. Anders dan eiseres stelt hoefde de burgemeester ook geen nader onderzoek te doen naar de wijk en de ervaren drugsoverlast. Van een onzorgvuldig genomen besluit is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake. Verder doet de stelling van eiseres dat er geen sprake was van recidive naar het oordeel van de rechtbank aan het voorgaande niet af. Dit maakt niet dat er geen sprake is van een noodzaak tot sluiting.
23. De rechtbank vindt verder het tijdsverloop tussen het onderzoek van de politie in de woning en de feitelijke sluiting van de woning niet dusdanig lang dat de noodzaak om te sluiten niet langer aanwezig is. De doorzoeking heeft op 3 februari 2023 plaatsgevonden. De burgemeester heeft op 20 februari 2023 de eerste bestuurlijke rapportage ontvangen. Bij brief van 28 februari 2023, verzonden op 6 maart 2023, heeft de burgemeester aan eiseres laten weten dat hij voornemens is de woning te sluiten. Op 7 maart 2023 heeft eiseres een zienswijze ingediend, waarna de woning op 30 maart 2023 is gesloten.
24. Gelet hierop heeft de burgmeester zich op het standpunt kunnen stellen gezien de ernst van de situatie en het doorbreken van de loop naar de woning nu handel wordt aangenomen, de sluiting van de woning noodzakelijk is en niet kan worden volstaan met minder ingrijpend middel, zoals een (laatste) waarschuwing of een last onder dwangsom. Daarbij heeft de burgmeester betrokken dat eiseres onder bewind staat en dat met het verbeuren van een dwangsom haar schuldenlast zal stijgen en het de vraag is of die dwangsom feitelijk ingevorderd kan worden. De burgemeester heeft daarmee de noodzaak en geschiktheid van de sluiting voldoende gemotiveerd.
Is de sluiting evenredig?
25. Eiseres voert in dit kader aan dat de sluiting voor haar dermate ernstige gevolgen heeft, dat deze disproportioneel is in verhouding tot het met de sluiting te dienen doel. Eiseres kan namelijk nergens anders terecht. Ook komt daardoor de omgangsregeling met haar jongste dochter te vervallen. Daar komt bij dat de woningbouwcorporatie voornemens is een procedure te starten bij de kantonrechter om de huurovereenkomst te ontbinden.
26. De rechtbank overweegt dat sluiting van de woning niet alleen noodzakelijk moet zijn maar ook evenwichtig. Daarbij gaat het erom of de maatregel voldoende is afgestemd op de concrete situatie. In dit verband kunnen verschillende omstandigheden van belang zijn, zoals de vraag of de situatie aan eiseres is te verwijten en of er een bijzondere binding is met de woning.
27. De rechtbank is van oordeel dat de sluiting evenwichtig is. De burgemeester heeft eiseres als huurder van de woning verantwoordelijkheid kunnen houden voor de in de woning aangetroffen harddrugs. Eiseres heeft ook niet betwist dat zij op de hoogte was van de aanwezigheid van de verboden middelen, die zowel zichtbaar als verborgen in de woning lagen. De situatie valt eiseres dan ook te verwijten. Verder is het inherent aan een woningsluiting dat eiseres de woning moet verlaten en elders onderdak moet vinden. Dit is op zichzelf dan ook geen bijzondere omstandigheid. In dit kader heeft de burgemeester overwogen dat voorkomen zal worden dat eiseres op straat zal komen te staan en dat de gemeente zal bemiddelen in noodopvang, als eiseres geen vervangende woonruimte kan vinden of nergens anders terecht kan. Dat eiseres stelt dat zij contact heeft opgenomen met het Leger des Heils en dat haar is gezegd dat daar geen ruimte is, betekent niet dat eiseres niet elders noodopvang zou kunnen krijgen.
28. Dat de omgangsregeling met haar dochter door de sluiting vervalt, is niet aannemelijk gemaakt en maakt niet dat de sluiting voor eiseres onevenredig nadelig is. Op zitting is enkel gesteld dat de omgang door de sluiting slechts wordt bemoeilijkt. Daarbij verblijft de dochter merendeels bij haar vader, zodat zij onderdak heeft. Dat de verhuurder de huurovereenkomst met eiseres inmiddels heeft ontbonden, maakt de sluiting evenmin onevenredig nadelig, nu verweerder onderbouwd heeft gesteld dat deze ontbinding ook los van de sluiting zou hebben plaatsgevonden.
29. Gelet op het vorenstaande heeft de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik kunnen maken om tot sluiting van de woning voor de duur van drie maanden over te gaan.