Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar het over gaat
primairontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning binnen twee weken. Na aanvulling van eis vordert zij
subsidiairontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning binnen drie maanden en
meer subsidiaireen voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, in die zin dat [eiseres] aan de toegewezen ontbinding en ontruiming geen rechten kan ontlenen zolang (a) [gedaagde] niet opnieuw ernstig te nemen overlast veroorzaakt en (b) [gedaagde] uitvoering geeft aan redelijke verzoeken en/of aanwijzingen van [eiseres] .
3.De beoordeling
Je moet uitkijken jij’. Weliswaar stelt [gedaagde] dat hij de bandenlichter toevallig in zijn handen had omdat hij daarmee op dat moment aan het klussen was in zijn woning en niet om de buurman te bedreigen, maar voorstelbaar is dat de gedraging zeer bedreigend over is gekomen op de buurman. Volgens [gedaagde] heeft zijn directe buurman omwonenden tegen hem opgezet, maar [gedaagde] heeft niets aangevoerd op grond waarvan de kantonrechter dat kan vaststellen. Het voorgaande leidt de kantonrechter tot de conclusie dat [gedaagde] zich niet als goed huurder heeft gedragen en in strijd heeft gehandeld met artikel 7.9 van de algemene huurvoorwaarden waarin expliciet staat opgenomen dat hij ervoor moet zorgen dat andere huurders geen overlast of hinder van hem hebben. Dit betekent dat [gedaagde] wat dit betreft tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst.