4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte op de terechtzitting van 8 oktober 2024:
In de periode van februari 2022 tot en met de zomer van 2022 heb ik in [woonplaats] vier keer de borsten van mijn dochter [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), geboren op [2010] , betast.
Getuige [getuige] (schoolmentor) heeft – zakelijk weergeven – het volgende verklaard:
[slachtoffer] mailde mij op 16 januari 2023 dat haar ouders gaan scheiden. De woensdag erna heb ik haar gesproken. Er was iets met haar vader en dat was echt heel erg. Diezelfde dag stuurde zij mij een screenshot via mail. Hierin vertelde zij wat er aan de hand was: haar vader zat aan haar lichaam.
Een e-mailbericht van [slachtoffer] met een screenshot (bijgevoegd bij het getuigenverhoor van [getuige] ) waarin – zakelijk weergeven – het volgende staat vermeld:
Bijlage: mail 18-01-2023
Beste mevrouw [getuige] ,
Ik heb u een screenshot gestuurd met alles wat er gebeurd is.
Groetjes [slachtoffer]
Lieve mevrouw [getuige] ,
In dec 2021 begon mijn vader met aan mijn lichaam te zitten en als ik zei stop ik wil het niet, dan werd hij heel boos op mij. Gelukkig is mijn moeder erachter gekomen in juni 2022. Mijn moeder gaf mijn vader nog een kans, alleen mijn vader begon weer aan mij te zitten en dat begon in de kerst. Ik heb alles gelijk gezegd tegen mijn moeder.
In het proces-verbaal van bevindingen met als bijlagen de gespreksverslagen van Veilig Thuis staat, zakelijk weergeven, het volgende opgenomen:
Datum contact: 30-1-2023
Gesprek met moeder en [slachtoffer]
geeft aan dat haar vader aan haar zit. Op de vraag of zij hier meer over kan vertellen, geeft zij aan dat hij aan haar lichaamsdelen zit wat niet hoort. [slachtoffer] valt stil en geeft aan het lastig te vinden.Volgens [slachtoffer] is het rond december 2021 begonnen. Zij kan zich herinneren dat zij op 30 januari 2022 op een feestje van vriendin was en dat zij niet naar huis wilde, omdat zij dan met vader alleen zou zijn. Zij was bang dat hij aan haar zou zitten. Zij is
uiteindelijk toch naar huis gegaan, vader heeft aan haar gezeten. [slachtoffer] geeft aan dat zij en haar ouders hebben gesproken en dat vader toen een belofte heeft gedaan. Echter sinds 2-3 maanden houdt hij zich hier niet meer aan. [slachtoffer] vertelt opnieuw dat hij aan haar zit.
Datum contact: 30-1-2023
Gesprek met moeder
Van de zomer in Marokko hebben ouders en [slachtoffer] een gesprek gevoerd over wat er gebeurd was. Vader heeft toen beloofd dat hij het nooit meer zou doen. Moeder heeft geëist dat vader [slachtoffer] nooit meer zou knuffelen. Echter, nu is vader sinds november
(de rechtbank begrijpt: november 2022)weer aan het "knuffelen" met [slachtoffer] . Moeder logt af en toe in op de camera's en hoort vader dan zeggen "kom we gaan naar de gang" en dan zit hij aan haar borsten.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
In een zedenzaak doet zich vaak de situatie voor dat alleen het slachtoffer en de verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Uit het Wetboek van Strafrecht volgt dat iemand niet veroordeeld kan worden op basis van alléén de verklaring van één getuige (bijvoorbeeld het slachtoffer, een getuige of verdachte zelf). Er moet ander bewijs in het dossier zitten dat de verklaring ondersteunt en wat niet afkomstig is van dezelfde persoon die de verklaring heeft gegeven (steunbewijs). Steunbewijs kan ertoe leiden dat toch een bewezenverklaring kan volgen. Of er sprake is van voldoende steunbewijs, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de ten laste gelegde handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van het slachtoffer, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd (slachtoffer).
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer]
heeft uiteindelijk geen verklaring willen afleggen in een studioverhoor zodat alleen de uitingen die zij heeft gedaan tegenover haar schoolmentor en tegenover Veilig Thuis deel uitmaken van het dossier. De rechtbank constateert op basis van het dossier dat [slachtoffer] consistent heeft verklaard dat verdachte aan haar lichaam zit en dat dit niet hoort.
Daarnaast verklaart [slachtoffer] consistent over de periode waarbinnen verdachte aan haar lichaam heeft gezeten. Haar verklaring is op die onderdelen ook gedetailleerd. Zo is zij in staat om specifieke momenten te benoemen waarop verdachte aan haar lichaam heeft gezeten. De rechtbank vindt de verklaring van [slachtoffer] daarom authentiek en betrouwbaar.
Steunbewijs voor het betasten van de borsten
De verklaring van [slachtoffer] dat verdachte aan haar lichaam heeft gezeten, vindt verder voldoende steun in ander bewijsmateriaal. De verklaring van [slachtoffer] wordt ondersteund door de verklaring van haar moeder. Zo benoemt de moeder ook dat in de zomer een gesprek met vader en [slachtoffer] heeft plaatsgevonden, waarbij werd gesproken over wat er gebeurd was en dat verdachte beloofde dat het nooit meer zou gebeuren. Ook verklaart de moeder dat verdachte sinds november weer aan het knuffelen is met [slachtoffer] en aan haar borsten zit. Daarnaast heeft verdachte erkend dat hij meermaals de borsten van [slachtoffer] heeft betast, wat tevens de verklaring van [slachtoffer] ondersteunt. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de borsten van [slachtoffer] heeft betast.
De periode
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer] gedetailleerd en consistent heeft verklaard over de periode waarbinnen verdachte aan haar lichaam heeft gezeten. Zo verklaart [slachtoffer] zowel in het e-mailbericht aan haar schoolmentor als in het gesprek met Veilig Thuis dat verdachte in december 2021 aan haar lichaam begon te zitten. Hierbij benoemt [slachtoffer] ook een specifiek moment waarop de ontucht heeft plaatsgevonden, namelijk op 30 januari 2022. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van [slachtoffer] en zal daarom uitgaan van haar verklaring ten aanzien van het moment waarop de ontucht is begonnen.
Verder vindt de verklaring van [slachtoffer] over dat verdachte ook na de zomer 2022 rond de kerst van 2022 aan haar lichaam heeft gezeten, steun in de verklaring van haar moeder bij Veilig Thuis. De moeder is er in de zomer van 2022 achter gekomen dat verdachte aan de borsten van [slachtoffer] heeft gezeten. Hierna heeft zij van verdachte geëist dat hij nooit meer met [slachtoffer] zou knuffelen. Echter, volgens moeder is verdachte sinds november weer met [slachtoffer] gaan knuffelen. Verdachte zou [slachtoffer] vragen om mee naar de gang te gaan, waar hij vervolgens weer aan haar borsten zou zitten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 december 2021 tot en met 30 januari 2023 de borsten van [slachtoffer] heeft betast.
Partiële vrijspraak: het zoenen van [slachtoffer]
Voor een bewezenverklaring van ontucht moet sprake zijn van handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Of hier sprake van is, is altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Bij de beoordeling of sprake is van overschrijding van de sociaal-ethische norm, kunnen onder andere de aard en context van de handelingen en de intentie van de dader van belang zijn.
Hoewel verdachte bekent dat hij zijn dochter heeft gezoend, ontkent hij het ontuchtige karakter van de zoen. Hij verklaart dat hij zijn dochter een kus op de lippen heeft gegeven, wat hij ook bij zijn andere kinderen doet. Volgens verdachte was de zoen niet van seksuele aard, maar ging het om een vaderlijke zoen. Zo zou hij nooit zijn tong hebben gebruikt.
Naast de verklaring van verdachte bevat het dossier geen aanwijzingen over de omstandigheden waaronder en de context waarbinnen het zoenen heeft plaatsgevonden. Zo benoemt de moeder wel dat verdachte [slachtoffer] zoent, maar verklaart zij niet over de wijze waarop dit zou hebben plaatsgevonden. [slachtoffer] zelf heeft niet verklaard over zoenen door verdachte. Het blijft daarom onduidelijk onder welke omstandigheden het zoenen heeft plaatsgevonden en wat de aard en de context van het zoenen is geweest. Dit maakt dat de rechtbank niet kan vaststellen dat sprake is geweest van handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Hierbij weegt ook mee dat een zoen van een vader aan zijn dochter naar het oordeel van de rechtbank in beginsel niet in strijd is met een sociaal-ethische norm. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op het zoenen van [slachtoffer] (
eerste gedachtestreepje).
Partiële vrijspraak: het brengen en houden van de penis tegen en/of tussen de billen van [slachtoffer]
De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat deze specifieke ontuchtige handelingen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Hoewel moeder tegenover Veilig Thuis heeft verklaard dat ze deze handelingen heeft gezien op camerabeelden, heeft ze dit nadien tegenover de politie weer ingetrokken, zegt [slachtoffer] er zelf niks over en wordt dit ontkend door verdachte. Het dossier bevat verder geen aanwijzingen dat deze specifieke ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op het brengen en houden van zijn penis tegen en/of tussen de billen van [slachtoffer] (
derde gedachtestreepje).