Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2 [eiser 1] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 3 juni 2024, waaruit blijkt dat Corpocon is verschenen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar statutair directeur [eiser 1] . [eiser 1] en [gedaagde] zijn in persoon verschenen en werden bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd..
2.Waar gaat deze zaak over?
wegens long-covid klachten in het buitenland behandeld zou worden’. De behandeling van de strafzaak is verplaatst naar oktober 2024.
Geachte heer [A] ,
3.De beoordeling
e-mail aan de boekhouder van [eiser 2] niet onrechtmatig is jegens [eiser 2] De
e-mail is gericht aan één specifiek persoon en is géén publicatie, die voor een breed publiek toegankelijk is. Hoewel nog niet vast staat dat [eiser 2] zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte, omdat de strafrechter hierover nog geen oordeel heeft geveld, staat wel vast dat het openbaar ministerie kennelijk van mening is dat zij hiervoor voldoende bewijs heeft, omdat zij [eiser 2] heeft gedagvaard. Uit het politiedossier blijkt ook dat het NFI tot de conclusie is gekomen dat de handtekening onder de brief van 28 april 2018 met de overeenkomst van opdracht niet origineel is. Voorts staat vast dat [eiser 2] op basis van dit document aanspraak heeft gemaakt op 30% van de door [gedaagde] te ontvangen schadevergoeding. Hoewel [gedaagde] beter niet had kunnen schrijven dat [eiser 2] ‘zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte’, kan uit de context afgeleid worden dat hij bedoeld heeft dat [eiser 2] hiervan verdacht en strafrechtelijk vervolgd wordt. Dit laatste is een feit. Tot slot kan op basis van de inhoud van de betreffende e-mail niet worden vastgesteld dat die ertoe strekte om de naam van [eiser 2] opzettelijk aan te tasten. De e-mail had slechts tot doel om de schriftelijke verklaring van de boekhouder op waarde te kunnen schatten in het kader van een door [eiser 2] ingesteld hoger beroep. Dit is een te respecteren belang van [gedaagde] . [gedaagde] heeft door de boekhouder aan te schrijven dan ook niet onrechtmatig gehandeld jegens [eiser 2] . Om deze reden worden zijn vorderingen afgewezen.