ECLI:NL:RBMNE:2024:5882
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om college te veroordelen in de proceskosten na intrekking last onder dwangsom
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 oktober 2024, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden te veroordelen in de proceskosten. Verzoeker had eerder bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die het college had opgelegd in verband met de vergroting van een schuur zonder omgevingsvergunning. Het college had op 26 juni 2023 een last onder dwangsom opgelegd, waarbij verzoeker werd opgedragen de schuur terug te brengen naar de oorspronkelijke afmetingen voor 31 oktober 2024. Na een aantal beslissingen en een aanvraag voor een tijdelijke omgevingsvergunning, heeft het college op 10 september 2024 de last onder dwangsom ingetrokken. Verzoeker trok zijn beroep tegen het bestreden besluit in en vroeg om veroordeling van het college in de proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van 'tegemoetkomen' door het college, omdat de intrekking van de last onder dwangsom niet impliceert dat het college zijn standpunt over de overtreding heeft herzien. De rechtbank legt uit dat 'tegemoetkomen' alleen van toepassing is als het bestuursorgaan zijn standpunt herziet en het gewenste besluit neemt op gronden die erkenning van de onrechtmatigheid van het oorspronkelijke besluit impliceren. In dit geval was de intrekking van de last onder dwangsom het gevolg van gewijzigde omstandigheden, namelijk de verlening van een tijdelijke omgevingsvergunning, en niet van een herziening van het standpunt van het college.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de uitkomst van de zaak duidelijk was. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.