Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
7 december 2021 heeft zij een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd.
1 september 2023 gerapporteerd dat de drie geduide functies worden gehandhaafd.
1 maart 2022 te wijzigen.
Overwegingen
- zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen;
- bevatten geen tegenstrijdigheden;
- zijn voldoende begrijpelijk.
1 augustus 2022 heeft afgelegd op het spreekuur bij verzekeringsarts bezwaar en beroep en haar verklaringen op de zittingen op 15 juni 2023 en 15 februari 2024. Op het spreekuur bij de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres verteld dat zij zes keer per dag naar het toilet moet in verband met ontlasting: ’s morgens drie keer, om circa 11.00 en 14.00 uur een keer en na het avondeten nog een keer. Eiseres heeft de verzekeringsarts toen ook meegedeeld dat er binnen 50 meter van haar werkplek een sanitaire voorziening aanwezig moet zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de aanvullende motivering toegelicht dat de beperking op item 3.8 dat er een sanitaire voorziening binnen 50 meter van de werkplek moet zijn, is aangenomen op grond van de verklaring van eiseres zelf. Eiseres heeft toen niet aangegeven dat er óók een douchegelegenheid op de werkplek aanwezig moet zijn vanwege de substantie van haar ontlasting.