Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- het e-mailbericht van Unigarant met het verzoek om doorhaling van de procedure;
- het e-mailbericht van [gedaagde] waarin hij bezwaar maakt tegen de verzochte doorhaling.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde eiser, Unigarant N.V., aanvankelijk de gedaagde partij tot betaling van een openstaande premie van € 62,34 voor een afgesloten verzekeringsovereenkomst. Gedaagde heeft echter betwist dat er een overeenkomst is gesloten en dat hij het polisblad heeft ontvangen. Unigarant heeft later verzocht om doorhaling van de procedure, waartegen gedaagde zich heeft verzet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Unigarant haar vordering niet langer handhaaft en heeft haar in de proceskosten veroordeeld, maar niet in de door gedaagde gevorderde werkelijke proceskosten.
De procedure begon met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, gevolgd door e-mailcorrespondentie tussen de partijen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Unigarant niet meer aan de orde hoeft te komen, omdat zij deze niet langer wenst te handhaven. Gedaagde had gevorderd dat Unigarant in de werkelijke proceskosten zou worden veroordeeld, maar de kantonrechter heeft dit afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door Unigarant, en dat de kosten voor juridische bijstand niet voor vergoeding in aanmerking komen, aangezien gedaagde zonder gemachtigde procedeerde.
Het vonnis is op 4 september 2024 uitgesproken door de kantonrechter, die de proceskosten aan de zijde van gedaagde op € 0,00 heeft begroot. De beslissing houdt in dat Unigarant de proceskosten moet betalen, maar dat gedaagde geen recht heeft op vergoeding van zijn juridische kosten.