Uitspraak
1.[eiseres 1] B.V.,
2.
[eiseres 2] B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met foto’s;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is er een geschil ontstaan over de aanvangshuurprijs van een woonruimte. De verhuurder, vertegenwoordigd door [eiseres 1] B.V. en [eiseres 2] B.V., is het niet eens met de uitspraak van de Huurcommissie, die de aanvangshuurprijs heeft vastgesteld op € 549,56, terwijl de overeengekomen huurprijs € 895,00 bedraagt. De kantonrechter heeft op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2024 zijn de partijen het erover eens geworden dat de huurcommissie is uitgegaan van een onjuiste WOZ-waarde, wat heeft geleid tot een herziening van de puntentelling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijs van € 895,00 redelijk is, omdat de woning geliberaliseerd mocht worden verhuurd, gezien het aantal punten dat aan de woning is toegekend. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de overeengekomen huurprijs in rekening mocht worden gebracht, ondanks de afwezigheid van gebreken. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 565,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de verklaring van recht, die niet vatbaar is voor tenuitvoerlegging.