In deze zaak, die zich afspeelt in Utrecht, betreft het een burengeschil over de erfgrens tussen twee percelen. Eiser, eigenaar van perceel [straat] [nummeraanduiding 2], heeft een grensreconstructie laten uitvoeren omdat er onenigheid was over de locatie van de erfgrens met het perceel van gedaagde sub 1, die eigenaar is van perceel [straat] [nummeraanduiding 1]. De rechtbank heeft op 14 februari 2024 geoordeeld dat de erfgrens overeenkomt met de kadastrale grensreconstructie van 21 april 2022. Eiser vorderde onder andere dat gedaagde sub 1 de overkapping en het houthok, die volgens hem gedeeltelijk op zijn perceel staan, zou verwijderen. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, evenals de vordering tot snoeien van overhangende takken van bomen op het perceel van gedaagde sub 1. De rechtbank oordeelde dat de bomen niet getopt hoeven te worden, omdat er geen onrechtmatige hinder is vastgesteld. Gedaagde sub 1 is veroordeeld tot het betalen van de kosten van de kadastrale grensreconstructie en de proceskosten. De rechtbank heeft ook dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van de veroordelingen.