Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Jij hebt te kennen gegeven dat je bij [verzoekster] wil blijven en niet wil kiezen voor een vertrekregeling. Dat heeft wel tot gevolg dat het herplaatsingstraject zal worden gestart.”
Ik merk hierbij op dat als het niet lukt om tot een plan van aanpak te komen, óf de uitvoering daarvan verloopt onverhoopt niet goed, óf uit het evaluatiemoment blijkt dat het herplaatsingstraject niet succesvol is, dat er dan geen andere conclusie mogelijk is dan dat er sprake is van een duurzame verstoorde arbeidsrelatie en van [verzoekster] niet langer verlangd kan worden om de arbeidsovereenkomst met jou voort te zetten. Ik ga er vanuit dat het niet zover komt.”
[D (voornaam)] geeft aan dat de functies die [verweerster] heeft opgesomd geschikt zijn omdat ze aansluiten bij de ambities die [verweerster] heeft. Maar dat het goed is om te realiseren dat het woord ‘passende functie’ binnen de [verzoekster] betekent dat functies die gelijkwaardig zijn aan de functie die ze in [plaats] bekleedde óf tot 2 functieschalen lager en in lijn met haar profiel als passend beschouwd worden. Concreet betekent dit dat [verweerster] ’s scan naar ander werk niet alleen gericht kan zijn op de functies die [verweerster] nu benoemd heeft, maar uitgebreidmoet(niet vrijblijvend) worden met functies die passend zijn (volgens bovenstaande definitie).”
‘De toonzetting in de mails van [verweerster] aan haar leidinggevende, casemanager en de HR-adviseur kenmerkt zich voorts door het onnodig op de spits drijven van zaken’.
‘ [verweerster] lijkt zich niet bewust van het effect dat de toonzetting in haar mails heeft op anderen’.
‘ [verweerster] lijkt niet in staat te zijn haar eigen deel in de ontstane situatie te (h)erkennen, waarmee een oplossing steeds verder uit zicht lijkt te zijn geraakt’.”
Vorige week ben je vanuit [E (voornaam)] en recruitment gewezen op de vacature (zie bijlage). Dit omdat het een vacature betreft die we als passend beschouwen.
Dit is geen passende functie en ik zal hier niet op reageren.”
Ik kan ook niet anders dan concluderen dat je geweigerd hebt om te solliciteren op een ambtelijke functie.”
Ik ben voor jou nagegaan wat de stand van zaken is rond een mogelijke vacature als studentcounselor . Die is nog niet gesteld maar de verwachting is wel dat die er binnenkort komt. Ik kan je geen garantie geven dat de vacature daadwerkelijk wordt gesteld en of dit ook voor 16 mei zal zijn. Jouw interesse voor deze vacature is bekend en als die daadwerkelijk wordt gesteld, kan je hierop solliciteren. Je zal hiervan ook op de hoogte worden gesteld via [E (voornaam)] en recruitment.
Passende functies op basis van ervaring en interesse:
Adviseur: bijv. diversiteit en inclusie (hiervoor is een master nodig)
Vertrouwenspersoon
Studentendecaan
Studentcounselor”
[verweerster] heeft niet gesolliciteerd op de vacature voor medewerker toetscentrum. [verweerster] geeft aan dat deze vacature niet aansluit op haar ervaring, niet past bij de praktische mogelijkheden die ze heeft (qua werktijden) en helemaal niet aansluit op haar motivatie en dat ze dus een ongemotiveerde medewerker toetscentrum zou zijn.”
[D (voornaam)] geeft aan dat niet ingaan op vacatures die volgens de definitie wel passend zijn niet helpend is voor [verweerster].”
Passende functies: nu staan er alleen 4 functies die allen een hogere inschaling hebben. Deze MOET je uitbreiden met functies die passend zijn volgens de definitie die ik eerder gegeven heb.”
Als je de functies niet met naam en toenaam kunt benoemen dan formuleer je ze iets ruimer als maar duidelijk is dat je óók zoekt naar functies die passend zijn volgens de definitie. Als je oog enkel gericht is op het maken van promotie dan werp je daarmee een extra barrière op in het proces van het vinden van ander werk.”
Je hebt de in de vakantie door mij toegestuurde vacature (opleidingsassistent [opleiding 2] ) gelezen maar besloten niet te solliciteren omdat je de inhoud onvoldoende vindt aansluiten bij je ervaring én omdat je de condities (24 uur, schaal 7) niet haalbaar zijn gegeven de financiële verplichtingen die je hebt.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II,2013/14, 33 818, nr. 3, p. 46). De kantonrechter moet als eerste aan de hand van gesubstantieerde feiten en omstandigheden kunnen vaststellen dát er sprake van een zodanig zware en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding is dat geen objectiveerbare termen aanwezig zijn om aan te nemen dat deze arbeidsverhouding kan worden voortgezet. Vervolgens moet de kantonrechter blijken dat de werkgever zich reëel, redelijk en concreet heeft ingespannen om de (vermeende) verstoring van de arbeidsverhouding te herstellen, maar dat deze inspanning geen resultaat opgeleverd heeft.