In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 juli 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van de moeder om de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland (SAVE) te vervangen door het Leger des Heils Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (LdHJJ). De moeder heeft aangegeven dat de samenwerking met de huidige jeugdbeschermer niet goed verloopt en dat zij geen vertrouwen meer heeft in SAVE. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om de gecertificeerde instelling te vervangen, zodat er gewerkt kan worden aan een mogelijke thuisplaatsing van de minderjarige.
De procedure begon op 15 mei 2024 met de indiening van het verzoekschrift door de moeder. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juli 2024 zijn zowel het verzoek van de moeder als het verzoek van SAVE om de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen behandeld. De kinderrechter heeft de minderjarige om zijn mening gevraagd, maar deze heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de samenwerking tussen de moeder en de huidige jeugdbeschermer niet goed is en dat dit een belemmering vormt voor de ontwikkeling van de minderjarige. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook geadviseerd om een andere partij te betrekken bij de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de gecertificeerde instelling te vervangen door het LdHJJ, met de hoop dat dit zal leiden tot een betere samenwerking en uiteindelijk tot een thuisplaatsing voor de minderjarige.