ECLI:NL:RBMNE:2024:4915
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning energietoeslag en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft eiser op 4 oktober 2022 een aanvraag voor energietoeslag ingediend voor het jaar 2022. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht heeft deze aanvraag op 24 november 2022 afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft op 7 februari 2023 het bezwaar ongegrond verklaard. Op 16 maart 2023 heeft een vertegenwoordiger van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) een pro forma beroepschrift ingediend tegen het besluit van 7 februari 2023, met een machtiging van eiser om namens hem beroep in te stellen. Op 15 juni 2023 heeft het college alsnog een eenmalige vergoeding van € 1.800,- toegekend aan eiser.
De rechtbank heeft eiser op 4 juli 2023 gevraagd om te bevestigen of hij het eens is met het besluit van 15 juni 2023, maar er is geen reactie ontvangen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat eiser zijn beroep wil handhaven. Aangezien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser ook betrekking heeft op de beslissing van het college van 15 juni 2023. Er is geen procesbelang meer bij de behandeling van het beroep tegen het besluit van 7 februari 2023, waardoor dit beroep kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het verzoek om proceskostenveroordeling wordt afgewezen, omdat er geen sprake is van beroepsmatige rechtsbijstand. De rechtbank draagt het college op om het betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden, aangezien eiser na het indienen van beroep alsnog een vergoeding is toegekend.