Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
Inleiding
€ 2.368.000,-. De waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2022 en geldt voor het belastingjaar 2023. De WOZ-beschikking is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van de woning ook een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd. De WOZ-waarde is daarvoor als heffingsmaatstaf gehanteerd.
Overwegingen
Beoordeling van het procedurele geschil
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om de heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten van eiser af.
mr. T. Mennen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2024.