Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] voldoende onderbouwd dat hij een gemeenschappelijke huishouding voerde met zijn moeder. Zo staat voldoende vast dat [eiser] en zijn moeder de huishoudelijke taken hadden verdeeld, zij samen invulling gaven aan hun vrije tijd en gezamenlijk maaltijden bereidden en nuttigden. Dit wordt ondersteund door de verklaringen van buren [C] en [D] . Zij hebben in hun verklaring onder meer geschreven:
“Als buren hebben wij gezien dat het gezinsleven van de familie [achternaam van eiser] al die jaren gecontinueerd is door de leden van het gezin die in het huis in [straat] bleven.
Twee zonen verlieten het ouderlijk huis, twee zijn al die jaren daar blijven wonen. Elk met hun eigen leven, maar wel actief deel uitmakend van het gezin. Ze gebruikten samen de woonkamer en hadden elk een kamer boven, ze aten al die jaren vaak samen.
Toen vader [achternaam van eiser] door leeftijd en gezondheidsproblemen dingen niet meer kon (bijvoorbeeld het onderhoud van de tuin), nam zijn zoon [eiser (voornaam)] die over. Meneer [achternaam van eiser] was een bomenman die hield van de natuur en ervoor zorgde. [eiser (voornaam)] doet dat ook, en heeft die zorg overgenomen. Hij onderhoudt en snoeit, houdt de bloeiende bakken aan de muur van de schuur mooi, koopt nieuwe planten. De laatste paar jaar heeft hij nieuwe boompjes geplant waar eerder grote, oude bomen uit de beginjaren van het huis (1972 of 1973) stonden. Hij snoeit de delen van bomen en struiken die in onze tuin groeien, en gemeenschappelijk hebben we een grote snoeitang gekocht voor de bomen van beide huizen. Buiten de tuin was de laatste jaren een flink stuk plaveisel opgetild oor de oude bomen. Daar heeft [eiser (voornaam)] flink wat tegels gelicht, wortels doorgezaagd en weggehaald, en met een hoop gedoe de tegels weer passend gekregen.
(…)
Na de dood van meneer [achternaam van eiser] is [eiser (voornaam)] steeds meer taken gaan overnemen waar zijn moeder niet meer toe in staat was. In onze herinnering heeft ze al vele jaren hartklachten en astma. We hebben [eiser (voornaam)] met regelmaat zien of horen stofzuigen, kattenbakken legen in de vuilnisbak, hem zien ramen lappen, de tuin spuiten, thuis zien komen met fietstassen vol boodschappen. Hij zorgde toen mevrouw [achternaam van eiser] nog maar weinig kon dat er een kerstboom was (een redelijk grote, per fiets aangesleept), en dat die werd opgetuigd. [eiser (voornaam)] en de andere nog in het huis wonende broer [B (voornaam)] hebben sowieso jarenlang de functie van tolk en brug tussen hun moeder en de buitenwereld gehad, omdat zij al voor de dood van haar man behoorlijk slechthorend was.
(…)
De laatste paar jaar merken wij dat de zorg van [eiser (voornaam)] voor zijn moeder intensiever werd. Zijn broer [B (voornaam)] werkte buitenshuis. [eiser (voornaam)] deed het huishouden, de boodschappen en allerlei verzorgende taken. We zagen mevrouw [achternaam van eiser] nauwelijks meer buiten, maar nog vrij lang, alleen de laatste maanden niet meer, kookte ze en zette koffie en thee. Ze riep dan bij mooi weer zonen en katten uit de tuin naar binnen voor het eten, of riep dat de thee koud werd als [eiser (voornaam)] een praatje met ons maakte of in de tuin bezig was. (Ze aten altijd samen aan de ronde eettafel met zicht op de vogels in de tuin, vlakbij het raam op de takken).
(…)
In onze herinnering ongeveer de laatste twee jaar merkten we dat [eiser (voornaam)] moeier was. Hij zei wel eens dat hij aan niets anders meer toekwam in die tijd, zeker niet aan werk buitenshuis of modelbouw, zoals hij eerder deed. We hoorden in die periode bijna elke nacht door de muur mevrouw [achternaam van eiser] herhaaldelijk [eiser (voornaam)(-s)] naam roepen als ze wakker was en hulp nodig had. [eiser (voornaam)] vertelde wel een dat dat onder andere was omdat niet meer lukt om zelf de inhalator tegen haar astma te gebruiken.
(…)
Als wij teruggaan in onze herinnering denken wij dat de twee thuiswonende zonen [eiser] , [eiser (voornaam)] en [B (voornaam)] waarschijnlijk al mantelzorger voor hun vader waren, en dat zij, en met name [eiser (voornaam)] doordat [B (voornaam)] meer buitenshuis werkte, eigenlijk al mantelzorger voor hun moeder waren vanaf het overlijden van hun vader, gezien de gezondheidsproblemen en gehoorproblemen waar zij toen al mee te kampen had.”
Een broer van [eiser] , [E] , heeft verklaard:
“
Antiek
[eiser (voornaam)] en mama hebben lang dezelfde hobby gehad: Antiek verzamelen. Voor het uitvoeren van hun hobby bezochten ze samen veel antiek beurzen. Ook werden diverse antiekwinkels bezocht. Contacten werden gelegd met diverse antiquaires.
Diverse Chinese vazen werden aangekocht, alsmede een Franse jachtkast. Soms verkochten ze ook wat: zo werd in deze tijd ook het Delfsblauwe servies verkocht. Om voor hun hobby veel kennis op te doen kochten ze ook diverse boeken over antiek die dan ook goed werden gelezen.
Gezamenlijk eten
Thuis werd er nog zoveel als mogelijk gezamenlijk gegeten. Voor de lunch en het avondeten werd altijd nog speciaal de tafel gedekt, waarna er een maaltijd werd genuttigd. Daarna werd de afwas handmatig in een afwasteiltje gedaan. Mama kookte nog tot ongeveer een halfjaar voor haar overlijden Vanaf het moment dat mama niet meer kon koken, heeft [eiser (voornaam)] deze werkzaamheden overgenomen.
Koffie
Ook koffie werd nog gezamenlijk gedronken. De koffie werd eerst ambachtelijk klaar gemaakt met behulp van een fluitketel, stenen filter en een koffiepot. Een maal klaar werd de koffie door mama naar de voorkamer gebracht. Hierna werden [eiser (voornaam)] en [B (voornaam)] minimaal 3 keer geroepen, dat de koffie klaar stond. Mama was zo goed als doof de laatste jaren dus feit dat [eiser (voornaam)] en [B (voornaam)] allang hadden aangegeven dat ze er aan kwamen werd natuurlijk niet gehoord.”
De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan hetgeen in deze verklaringen is opgenomen over de wijze waarop [eiser] en zijn moeder samenleefden in het huis. Dat zij leefden op de beschreven wijze ligt overigens ook wel voor de hand omdat zij samen in het huis woonden (en altijd zijn blijven wonen).