In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 juli 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het Uwv van 13 juni 2023 beoordeeld. Eiseres had aanvragen ingediend voor een Wajong-uitkering, die door het Uwv waren afgewezen met verwijzing naar een eerdere uitspraak van de rechtbank van 8 augustus 2022. Eiseres betwistte deze afwijzing en voerde aan dat er nog geen besluit was genomen over haar Wajong-rechten per 30 maart 2015. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft gesteld dat er geen recht op een Wajong-uitkering bestaat, omdat de eerdere uitspraak van 8 augustus 2022 en het besluit van 10 september 2021 rechtens onaantastbaar zijn geworden. Eiseres had geen hoger beroep ingesteld tegen deze eerdere uitspraken, waardoor de besluiten van het Uwv standhouden.
De rechtbank concludeert dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herbeoordeling rechtvaardigen. Eiseres had in 2015 geen recht op een Wajong-uitkering, en de aanvragen die zij in 2022 indiende, zijn terecht buiten behandeling gesteld. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht heeft op een Wajong-uitkering en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.