Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
3.
[eiser sub 3],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die op 16 juli 2024 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, hebben eisers [eiser sub 1], [eiseres sub 2] en [eiser sub 3] een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] over de privacy-inbreuk door camera's die door gedaagden zijn geplaatst. De eisers vorderen dat de gedaagden hun camera's zodanig afplakken dat deze geen beelden meer kunnen maken van hun perceel. De rechtbank oordeelt dat het recht op privacy van eisers zwaarder weegt dan het belang van gedaagden om hun eigendommen te beveiligen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de camera's een onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eisers opleveren, vooral omdat de camera's ook beelden van het erf van eisers kunnen vastleggen. De rechtbank wijst de vorderingen van gedaagden in reconventie af, waaronder het verbod op het gebruik van een terras en het verwijderen van een plantenbak. De rechtbank legt gedaagden op om binnen een week na betekening van het vonnis bewijs te leveren dat de camera's zijn afgedekt en stelt een dwangsom van € 100 per dag in voor het geval zij hieraan niet voldoen, met een maximum van € 10.000. De proceskosten worden toegewezen aan eisers, die in het gelijk zijn gesteld.