ECLI:NL:RBMNE:2024:4237

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
UTR 24/4702
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd aan Recreatiecentrum De Thijmse Berg B.V. door het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van Recreatiecentrum De Thijmse Berg B.V. De zaak betreft een last onder dwangsom die het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht op 9 juli 2024 aan verzoekster heeft opgelegd. Deze last is opgelegd omdat verzoekster flora- en fauna-activiteiten verrichtte zonder de benodigde omgevingsvergunning, in strijd met de Omgevingswet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster de reptielenschermen moet verwijderen en de werkzaamheden moet staken. Indien verzoekster hier niet aan voldoet, moet zij een dwangsom van € 15.000,-- betalen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze last en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de begunstigingstermijn van de last onder dwangsom tot en met 15 juli 2024 loopt en dat het college niet bereid is deze termijn te verlengen. De voorzieningenrechter kon het verzoek om voorlopige voorziening niet voor het einde van deze termijn inhoudelijk behandelen. Verzoekster heeft aangevoerd dat er een spoedeisend ecologisch belang is bij het laten staan van de reptielenschermen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen acute noodzaak is om de last onder dwangsom op te schorten. Desondanks heeft de voorzieningenrechter besloten om de last onder dwangsom per direct als ordemaatregel te schorsen, in afwachting van een verdere behandeling van de zaak op een zitting die gepland staat op 19 juli 2024. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat deze beslissing als ordemaatregel niet voor langere tijd kan voortduren en dat er spoedig een zitting moet plaatsvinden om de voorlopige voorziening te beoordelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4702

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 juli 2024 in de zaak tussen

Recreatiecentrum De Thijmse Berg B.V., uit Rhenen, verzoekster

(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht

(gemachtigde: C. Dickhoff).

Inleiding

1. Deze zaak gaat over de last onder dwangsom die het college op 9 juli 2024 aan verzoekster heeft opgelegd vanwege het in strijd met de Omgevingswet en onderliggende regelingen verrichten van flora- en fauna-activiteiten zonder omgevingsvergunning op de locatie de Thijmse Berg aan de [adres] in Rhenen. Verzoekster moet de geplaatste reptielenschermen (laten) verwijderen en de werkzaamheden binnen het plangebied staken. Indien na afloop van één week na verzending van de last geconstateerd wordt dat de reptielenschermen er nog staan moet verzoekster een eenmalige dwangsom van € 15.000,-- betalen.
2. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de last onder dwangsom en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

3. De begunstigingstermijn van de last onder dwangsom is één week na verzenddatum van de last en loopt dus tot en met 15 juli 2024. Het college is niet bereid om die termijn te verlengen. De voorzieningenrechter is niet in staat om het verzoek om een voorlopige voorziening voor het einde van de begunstigingstermijn inhoudelijk te behandelen.
4. Verzoekster stelt dat er een spoedeisend ecologisch belang is bij het laten staan van de reptielenschermen en heeft er daarom belang bij dat zij daarover een oordeel van de rechter krijgt voordat zij opvolging moet geven aan de last onder dwangsom. De voorzieningenrechter is bovendien niet gebleken dat de situatie op dit moment dusdanig zwaarwegend of acuut spoedeisend is, dat een korte opschorting van de last onder dwangsom totdat het verzoek om een voorlopige voorziening door de voorzieningenrechter op een zitting kan worden behandeld, onacceptabel zou zijn dan wel tot onomkeerbare gevolgen zou leiden. Alles afwegend is er daarom een spoedeisend belang om de last onder dwangsom per direct als ordemaatregel te schorsen, in afwachting van een verdere behandeling van deze zaak door de voorzieningenrechter.
5. De aard van deze beslissing als ordemaatregel, maakt dat die niet voor langere tijd kan voortduren. De voorzieningenrechter vindt het noodzakelijk dat het verzoek om een voorlopige voorziening spoedig op een zitting wordt behandeld. Deze zitting zal plaatsvinden op vrijdag 19 juli 2024 om 11.00 uur in het gerechtsgebouw in Utrecht. Naar aanleiding daarvan zal worden beoordeeld of er aanleiding bestaat om de nu getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen. In die procedure zal ook beslist worden over de proceskosten en het griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst de op
9 juli 2024 opgelegde last onder dwangsom.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.S.D. de Weerd, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.