ECLI:NL:RBMNE:2024:4145

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
C/16/576363 / HL RK 24-43
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopig getuigenverhoor in zaak tegen KRO-NCRV over onrechtmatig handelen bij zoektocht naar biologische familie

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 10 juli 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een voorlopig getuigenverhoor toegewezen. Verzoekster, die op vijfjarige leeftijd is geadopteerd, heeft een procedure aangespannen tegen KRO-NCRV wegens onrechtmatig handelen in verband met de zoektocht naar haar biologische familie. De rechtbank oordeelt dat verzoekster getuigen wil horen om haar kansen in een eventuele rechtszaak tegen KRO-NCRV te kunnen inschatten. De rechtbank stelt vast dat het verzoekschrift voldoet aan de formele vereisten en dat er geen redenen zijn om het verzoek af te wijzen. KRO-NCRV heeft geen bezwaar gemaakt tegen het horen van de getuigen. De rechtbank benoemt mr. H.M.M. Steenberghe tot rechter-commissaris en bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in Lelystad. Verzoekster wordt verzocht om de namen van vijf getuigen op te geven die zij als eerste wil laten horen. De rechtbank wijst erop dat de advocaat van verzoekster verantwoordelijk is voor de oproeping van de getuigen en dat de getuigen maximaal 90 minuten per persoon gehoord zullen worden. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C.P. Lunter.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rekestnummer: C/16/576363 / HL RK 24-43
Beschikking van 10 juli 2024
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
hierna te noemen [verzoekster] ,
advocaat mr. G.J.M. van Spanje te Amsterdam
en
de vereniging
KRO-NCRV,
gevestigd te Hilversum ,
belanghebbende,
hierna te noemen KRO-NCRV ,
advocaten mr. H.P. Verdam en P. Oskam te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met 9 producties ingediend op de griffie op 7 juni 2024;
- de brief van 13 juni 2024 van mr. Verdam;
- het e-mailbericht van 25 juni 2024 van mr. Verdam.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2. De feiten

2.1.
[verzoekster] is op vijfjarige leeftijd geadopteerd uit [land] .
2.2.
KRO-NCRV is een landelijke publieke media-instelling in de zin van de Mediawet (2008). KRO-NCRV is ontstaan op 1 januari 2014 uit een fusie van de omroeporganisaties KRO en NCRV .
2.3.
[programma 1] is een programma van KRO-NCRV dat al sinds […] bestaat. [programma 1] heeft meer dan 841 ontmoetingen met families gefaciliteerd, waarvan er 122 in [land] afspeelden.
2.4.
De redactie van [programma 1] maakte in [land] gebruik van [A] als […] . [A] schakelde op haar beurt [B] in, die ook direct contact onderhield met de redactie en soms ook een rol speelde in het programma.
2.5.
[programma 1] werd onder andere door [C] gepresenteerd.
2.6.
De zoektocht van [verzoekster] naar haar biologische familie stond centraal in de uitzending van [programma 1] van [uitzenddatum] . Tijdens de uitzending werd een foto van haar moeder aan [verzoekster] getoond.
2.7.
Kort na de uitzending werd [verzoekster] gebeld door de redactie van [programma 1] en werd haar gemeld dat per abuis een foto aan haar is getoond van een andere vrouw dan haar moeder.
2.8.
[D] is misdaadverslaggever. In de uitzending van
[programma 2] aangepaktvan [uitzenddatum] stonden oud-kandidaten van [programma 1] centraal die samen met [D] waren afgereisd naar [land] voor onderzoek naar [B] .
2.9.
Na de uitzending van
[programma 2] aangepaktheeft KRO-NCRV de afdeling Fraude & Integriteit van bedrijfsrecherchebureau Hoffman verzocht een onderzoek in te stellen naar de integriteit van de contactpersoon ( [B] ) in [land] die zoekopdrachten heeft verricht in opdracht van de […] ( [A] ) van het programma [programma 1] .

3. Het verzoek

3.1.
[verzoekster] verzoekt te bevelen dat ter verkrijging van verklaringen van de hierna genoemde getuigen een voorlopig getuigenverhoor zal worden gehouden, met benoeming van een rechter-commissaris, voor wie dit getuigenverhoor zal worden gehouden en met bepaling van een datum en tijdstip, waarop dit getuigenverhoor zal worden gehouden, en van het tijdstip waarop [verzoekster] uiterlijk een afschrift van het verzoekschrift en van de beschikking aan KRO-NCRV moet doen toekomen.
3.2.
[verzoekster] legt het volgende aan haar verzoek ten grondslag. Voor [verzoekster] is het, al zo lang zij zich kan herinneren, belangrijk om alle details rondom haar adoptie te kennen, in de hoop dat zij ooit zal worden herenigd met haar biologische familie.
Op basis van enkele documenten die de adoptiefouders van [verzoekster] in hun bezit hadden, is door het programma [programma 1] een zoektocht gestart. Hoewel [programma 1] in de uitzending heeft beweerd de biologische moeder van [verzoekster] te hebben gevonden, heeft een hereniging niet plaatsgevonden. Door de uitzending van
[programma 2] aangepaktis duidelijk dat er sprake is geweest van mismatches in het programma [programma 1] . Sinds deze uitzending vraagt [verzoekster] zich af of de biologische moeder die haar werd gepresenteerd in [programma 1] ook een mismatch betreft. Een onjuiste informatievoorziening over haar afkomst door [programma 1] moet als zeer traumatisch, en dus schadelijk, gekwalificeerd worden, zeker als [verzoekster] ten onrechte is voorgehouden dat zij ongewild was en haar moeder ‘niet heel positief’ stond tegenover haar zoektocht. Als sprake is van een mismatch is [verzoekster] achttien jaar de mogelijkheid ontnomen om wel haar daadwerkelijke biologische familie te vinden. De kans dat [verzoekster] door het tijdsverloop nooit meer in staat zal zijn om haar biologische familie te vinden is zeer reëel.
In een eventuele bodemprocedure zal [verzoekster] schadevergoeding vorderen van KRO-NCRV .
3.3.
[verzoekster] verzoekt de volgende getuigen te laten horen:
[E] , […] van [programma 1] in de periode van de uitzending over [verzoekster] ;
[F] , redactielid van [programma 1] in de periode van de uitzending over [verzoekster] ;
[G] , redactielid van [programma 1] in de periode van de uitzending over [verzoekster] ;
[H] , redactielid van [programma 1] in de periode van de uitzending over [verzoekster] ;
[B] , de fixer van [programma 1] in [land] die de zoektocht naar de biologische familie van [verzoekster] heeft uitgevoerd en die de informatie daarover aan de redactie van [programma 1] heeft verstrekt;
[A] , […] van [programma 1] in [land] die – samen met [B] – door [programma 1] was ingeschakeld voor de zoektocht naar de biologische familie van [verzoekster] ;
[D] , journalist van het programma
[programma 2] aangepakt;
[C] , […] van [programma 1] ;
de onderzoekers en de teamleider Fraude & Integriteit van bedrijfsrecherchebureau Hoffmann die hebben meegewerkt aan het onderzoek met dossiernummer [dossiernummer] van 3 juli 2023 in opdracht van KRO-NCRV .

4.De beoordeling

4.1.
Het wettelijk uitgangspunt staat in artikel 186 Rechtsvordering (hierna: Rv) en dat is dat in gevallen waarin getuigenbewijs is toegelaten een voorlopig getuigenverhoor wordt bevolen als een belanghebbende daarom verzoekt. Dan moet wel aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Die voorwaarden staan in artikel 187 lid 3 Rv en hebben te maken met de inhoud van het verzoekschrift en met het doel van het voorlopig getuigenverhoor. In het verzoekschrift moet de verzoeker duidelijk vermelden waar de zaak globaal om gaat, wat hij vordert of wil vorderen, welke feiten hij wil bewijzen en wie de getuigen zijn. Vooral wat hij wil bewijzen moet voldoende duidelijk zijn voor de betrokken rechter(s) en de wederpartij. Ook moet duidelijk genoeg zijn wat de getuigen daarover kunnen verklaren. Heel gedetailleerd hoeft de verzoeker niet te zijn, omdat een voorlopig getuigenverhoor nu juist dient om onduidelijkheden op te helderen en om degene die om zo’n verhoor verzoekt in staat te stellen te beoordelen of het zinvol is een voorgenomen vordering in te stellen (HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1105 en 1112).
4.2.
Als aan de formele eisen van het verzoekschrift is voldaan, kan de rechter het verzoek toch afwijzen. Dat kan als de verzoeker misbruik maakt van de bevoegdheid om een voorlopig getuigenverhoor te verzoeken (artikel 3:13 BW). Daarvan kan sprake zijn als het belang van de verzoeker veel minder zwaarwegend is dan het belang van de wederpartij bij het niet houden van een voorlopig getuigenverhoor. Ook kan het verzoek in strijd zijn met de eisen van een goede procesorde, bijvoorbeeld omdat het verzoek wordt gedaan op een moment dat het houden van een voorlopig getuigenverhoor een lopende procedure te veel doorkruist. De rechter kan ook oordelen dat er een andere, zwaarwegende reden is om het verzoek toch af te wijzen. Daarnaast kan van de bevoegdheid om een voorlopig getuigenverhoor te vragen geen gebruik worden gemaakt, als de verzoeker onvoldoende belang heeft bij toewijzing van het verzoek (artikel 3:303 BW) (HR 15 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1105 en 1112).
4.3.
Het verzoekschrift voldoet aan de formele vereisten en er zijn ook verder geen redenen om het af te wijzen. Bovendien heeft mr. Verdam heeft namens KRO-NCRV bericht geen bezwaar te hebben tegen het horen van de voorgestelde getuigen. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
4.4.
Uit het oogpunt van werklastbeheersing zal de rechtbank het aantal te horen getuigen op dit moment te beperken tot vijf. [verzoekster] wordt verzocht aan de rechter-commissaris schriftelijk de namen van vijf getuigen op te geven die zij allereerst wil laten horen. De rechtbank merkt daarbij op dat als [verzoekster] na het horen van deze getuigen nog meer getuigen wil horen, de beslissing daarover door de rechter-commissaris zal worden genomen.
4.5.
De rechtbank wijst [verzoekster] erop dat de rechtbank voor het verhoor in beginsel maximaal 90 minuten in totaal per getuige zal reserveren. Als [verzoekster] van mening is dat meer tijd noodzakelijk is, moet zij dit – binnen 14 dagen na dagtekening van deze beschikking –gemotiveerd aan de rechter-commissaris verzoeken.
4.6.
De advocaat van [verzoekster] moet voor de oproeping van de getuigen zorgdragen. Bij het tijdstip van oproeping van de getuigen moet rekening worden gehouden met de te verwachten duur van het verhoor per getuige. De namen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, moeten ten minste een week vóór het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank worden opgegeven.
4.7.
De rechtbank geeft [verzoekster] in overweging om voorafgaand aan het getuigenverhoor een vragenlijst voor elke te horen getuige aan de rechtbank en KRO-NCRV te sturen. De rechter-commissaris kan zich dan beter voorbereiden, zodat het getuigenverhoor efficiënter zal verlopen.
4.8.
Omdat de advocaat van KRO-NCRV al in het bezit is van het verzoekschrift en een afschrift van deze beschikking ontvangt, hoeft [verzoekster] geen afschrift van deze stukken aan KRO-NCRV te verstrekken.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beveelt een voorlopig getuigenverhoor;
5.2.
benoemt mr. H.M.M. Steenberghe tot rechter-commissaris;
5.3.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Lelystad aan het Stationsplein 15 op een nader door de rechter-commissaris te bepalen datum en tijdstip;
5.4.
bepaalt dat [verzoekster]
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking schriftelijk aan de rechtbank - ter attentie van de afdeling Civiel recht, rekesten - de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
september 2024 tot en met maart 2025moet opgeven waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
5.5.
bepaalt dat de advocaat van [verzoekster] voor de oproeping van de getuigen zorg zal dragen;
5.6.
verzoekt de advocaat van [verzoekster] het oproepingsschema (met de namen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen) een week voor de zittingsdatum aan de rechtbank en aan de wederpartij toe te zenden;
5.7.
verklaart dit bevel uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.P. Lunter en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.type: HO