Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[onderneming 1] B.V.,
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 november 2023 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de beslagstukken van de curator,
- een akte met aanvullende producties van de curator,
- een akte met aanvullende producties van [gedaagde sub 1] c.s.
2.De kern van de zaak
3.Achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
en [gedaagde sub 1] zijn hoofdelijk aansprakelijk voor terugbetaling van € 120.365,-
€ 212.000,- op de bankrekening van [gedaagde sub 2] zou storten en dat [gedaagde sub 2] dat volledige bedrag vervolgens zou doorstorten op de bankrekening van [onderneming 2] . [gedaagde sub 1] c.s. heeft dit namelijk tijdens de mondelinge behandeling erkend. [onderneming 1] heeft deze betaling op 31 juli 2021 gedaan aan [gedaagde sub 2] .
31 juli 2024voor uitlating door de curator of hij bewijs wil leveren en zo ja door het inschakelen van een deskundige, door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden augustus tot en met november 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
mr. J.R. Hurenkamp in het gerechtsgebouw te Utrecht aan het Vrouwe Justitiaplein 1,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,