Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen de dochter van een verzekerde, [gedaagde], met betrekking tot de terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) gelden die aan haar moeder, [A], zijn uitgekeerd. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 19 juni 2024 geoordeeld dat Zilveren Kruis niet kan aantonen dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld. Zilveren Kruis had aan [A] een Zvw-pgb toegekend voor zorg die door [thuiszorginstelling] B.V. zou worden geleverd. Echter, [thuiszorginstelling] was betrokken bij fraude met pgb-gelden, wat leidde tot strafrechtelijke veroordelingen van de instelling en haar bestuurders. Zilveren Kruis verwijt [gedaagde] dat zij de pgb-administratie niet deugdelijk heeft beheerd en dat zij niet alle benodigde documenten heeft overgelegd. De rechtbank concludeert echter dat de verantwoordelijkheid voor de pgb-administratie primair bij [A] ligt en dat [gedaagde] slechts ondersteuning bood. Er is geen bewijs dat [gedaagde] de verplichtingen van haar moeder heeft overgenomen of dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. De vorderingen van Zilveren Kruis worden afgewezen, en de zorgverzekeraar wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].