Uitspraak
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Wat willen partijen?
4.De beoordeling
5.De beslissing
€ 949,00 betalen aan [verweerster] binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de werkgever tegen een werknemer die in ziekteverlof was. De werknemer, werkzaam bij een overheidsdienst, had tijdens haar ziekteverlof zonder toestemming van de werkgever een vakantie naar Spanje geboekt. De werkgever verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van verwijtbaar handelen (e-grond) en subsidiair omdat de arbeidsrelatie ernstig verstoord was (g-grond). De kantonrechter oordeelde dat hoewel de werknemer verwijtbaar had gehandeld door niet om toestemming te vragen voor haar vakantie en te liegen over haar verblijfplaats, de omstandigheden van het geval, waaronder een dienstverband van dertien jaar zonder eerdere incidenten, meebrachten dat ontbinding niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter wees het ontbindingsverzoek af en oordeelde dat de arbeidsrelatie niet ernstig en duurzaam verstoord was. De werkgever werd veroordeeld in de proceskosten van de werknemer.