Uitspraak
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, de eigenaar van een pand aan de Zeilweg 25-27 in Lelystad, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad. Eiseres was het niet eens met een last onder dwangsom die was opgelegd om het strijdige gebruik van het bedrijfsgebouw en de kamerverhuur van de bedrijfswoning te beëindigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een overtreding, aangezien het pand zonder de vereiste omgevingsvergunning werd verhuurd aan meerdere personen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de controles die door het college zijn uitgevoerd en de verklaringen van de bewoners. Eiseres voerde aan dat er geen sprake was van bewoning, maar de rechtbank oordeelde dat de bevindingen van het college voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat de opgelegde dwangsommen terecht waren ingevorderd. De rechtbank benadrukte dat handhavend optreden niet onevenredig was, gezien het belang van het handhaven van het bestemmingsplan en de mogelijke overlast die bewoning op een bedrijventerrein met zich meebrengt. Eiseres kreeg geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven.