In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1989, die wordt beschuldigd van poging tot zware mishandeling in vereniging. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 8 mei 2022 in Lopikerkapel, waar de verdachte samen met anderen betrokken was bij een vechtpartij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een hak tegen het hoofd van aangever [slachtoffer 1] heeft geslagen. De officier van justitie heeft betoogd dat dit moet worden gekwalificeerd als zware mishandeling, terwijl de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak, stellende dat er geen opzet was en dat de verdachte handelde uit noodweer.
Tijdens de zitting op 16 mei 2024 heeft de rechtbank de verklaringen van de betrokken partijen en getuigen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is voor de zware mishandeling, maar dat de verdachte wel bewust de kans op het toebrengen van letsel heeft aanvaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een geslaagd beroep op noodweer toekomt, omdat er sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Hierdoor is de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging.
De benadeelde partij, [slachtoffer 1], had een schadevergoeding van €1.801,90 gevorderd, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat de verdachte van alle rechtsvervolging wordt ontslagen.