ECLI:NL:RBMNE:2024:3505

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
16.341170.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling met bijzondere voorwaarden voor verdachte met PTSS

Op 6 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 december 2023 in Veenendaal zijn moeder heeft mishandeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor poging tot zware mishandeling en een voorwaardelijke taakstraf van 80 uren opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met het reclasseringsadvies en een psychologisch onderzoek waaruit blijkt dat de verdachte lijdt aan posttraumatische stressstoornis (PTSS). De bijzondere voorwaarden van de taakstraf zijn dat de verdachte zich moet melden bij de reclassering, ambulante behandeling moet volgen en geen alcohol mag gebruiken. Tijdens de zitting op 23 mei 2024 heeft de officier van justitie de verdachte beschuldigd van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het letsel niet als zwaar lichamelijk letsel kan worden gekwalificeerd. De verdachte is vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar de rechtbank heeft wel vastgesteld dat de verdachte met zijn handelingen een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd in overweging genomen, evenals de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte door zijn PTSS. De rechtbank heeft besloten om af te wijken van de eis van de officier van justitie en een voorwaardelijke straf op te leggen, waarbij de verdachte de kans krijgt om zijn behandeling voort te zetten zonder onderbreking door een gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.341170.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Rademaker en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F.S. Baardman, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
Primair: op 25 december 2023 te Veenendaal [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, te weten een breuk in haar jukbeen en meerdere gebroken ribben;
Subsidiair: op 25 december 2023 te Veenendaal heeft geprobeerd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
Meer subsidiair: op 25 december 2023 te Veenendaal [slachtoffer] heeft mishandeld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat het letsel van het slachtoffer als zwaar lichamelijk letsel moet worden gekwalificeerd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. Het toegebrachte letsel kan niet worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel.
Verder verzoekt de raadsvrouw dat verdachte wordt vrijgesproken voor het schoppen en de keel dichtknijpen. Volgens de raadsvrouw kan verdachte zich voorstellen dat hij heeft geslagen en geduwd, maar niet dat hij zijn moeder heeft geschopt en haar keel/nek heeft dichtgedrukt, en verder is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier voor die handelingen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
- Een proces-verbaal van bevindingen van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [2] :
"Op 25 december 2023 waren mijn 2 kinderen bij mij thuis. Ik ben woonachtig aan de [adres] te [woonplaats] . [verdachte] (de rechtbank begrijpt verdachte [verdachte] ) had zijn dochter [minderjarige] bij zich. Ineens zag en voelde ik dat [verdachte] mijn richting op kwam en mij een duw gaf. Ik voelde dat ik met kracht tegen mijn borst geduwd werd. Ik voelde dat ik op de grond viel door deze duw. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij begon te trappen tegen mijn linkerbeen en tegen mijn ribben. Ik voelde direct veel pijn en heb dit ook tegen [verdachte] gezegd. [verdachte] stopte soms met trappen maar kwam dan weer terug om begon mij weer te trappen. Ik denk dat dit zich minstens 5 keer heeft herhaald. Ik zag en voelde dat [verdachte] zijn beiden handen om mijn nek klemde. Ik voelde dat ik moeite kreeg met ademen en het voelde alsof ik ging stikken.”
- Een medische verklaring inzake [slachtoffer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [3] :
A. Uitwendig waargenomen letsel:
- wond links op behaarde hoofd;
-meerdere oppervlakkige (schaaf)wonden aangezicht;
- scheefstand neus + bloedneus.
E. Overige van belang zijnde informatie (operaties, blijvend letsel, etc.)
Bij scan tevens 4 gebroken ribben links. tevens gebroken zwaardbeen (de rechtbank begrijpt een onderdeel van het borstbeen).
F. Geschatte duur van de genezing:
2-3 maanden.
- Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [4] :
Op 25 december 2023 kregen verbalisanten het verzoek om te gaan naar de [adres] in [woonplaats] . Ik hoorde [minderjarige] zeggen: Ik zag dat papa oma tegen de deur aan gooide.
Bewijsoverweging
Vrijspraak zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat het door de verdachte toegebrachte letsel, te weten de gebroken ribben en het gebroken borstbeen, als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van zwaar lichamelijk letsel,
kunnen als algemene gezichtspunten worden aangemerkt de aard van het letsel, de
eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel (ECLI:NL:HR:2018:1051).
Nu in onderhavig geval niet aannemelijk is geworden dat de aard van het letsel van dien aard is geweest dat operatief ingrijpen noodzakelijk was, een beperkte hersteltijd van 2-3 maanden geschat was, er uit het dossier geen bijzonderheden blijken voor wat betreft het herstel, en er evenmin sprake is van blijvende functiebeperking, overweegt de rechtbank dat het toegebrachte letsel niet als zwaar lichamelijk letsel kwalificeert.
Het voorgaande betekent dat de verdachte van het primaire tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Veroordeling poging zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank is van oordeel dat de poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel wel wettig en overtuigend bewezen kan worden. De rechtbank licht dit als volgt toe.
Allereerst is van belang dat naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het slachtoffer niet alleen heeft geslagen en geduwd (hetgeen hij niet ontkent), maar ook heeft geschopt en de keel dicht heeft geknepen. Het slachtoffer heeft consistent verklaard over wat verdachte gedaan zou hebben en het aangetroffen letsel past bij de geweldshandelingen die zij beschreven heeft. Tegenover deze duidelijke verklaring in combinatie met het letsel staat de verklaring van verdachte, dat hij zich de gebeurtenissen zelf niet meer helemaal kan herinneren, maar zich niet kan voorstellen dat hij zou schoppen. De rechtbank gaat dan ook voor de geweldshandelingen uit van de verklaring van het slachtoffer.
Vervolgens is de vraag of verdachte met het uitvoeren van deze geweldshandeling opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft geprobeerd toe te brengen. De rechtbank acht niet bewezen dat sprake was van vol opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Van opzet kan echter ook sprake zijn als iemand met zijn handelingen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zwaar lichamelijk wordt toegebracht.
De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. De rechtbank is van oordeel dat gezien de opleiding die verdachte als […] heeft gehad, de staat waarin hij verkeerde, de kwetsbaarheid van het slachtoffer (ze was ouder en veel kleiner dan verdachte) en de duur en de hoeveelheid van het toegepaste geweld dat de aanmerkelijke kans bestond dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De rechtbank is ook van oordeel dat verdachte de kans op zwaar lichamelijk letsel bewust heeft aanvaard, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van zijn geweldshandelingen, die kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op het toebrengen zwaar lichamelijk letsel dat – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen).
Uit de aangifte volgt namelijk dat verdachte het slachtoffer heeft geduwd, waardoor zij ten val is gekomen, en vervolgens, terwijl het slachtoffer op de grond lag, haar meermalen getrapt heeft. Uit de verklaring van verdachte volgt dat toen hij bij zinnen kwam hij bovenop haar zat. Uit de transcripten van de meldkamer volgt dat verdachte voorafgaand aan het geweld onder andere spreekt over het doodslaan, doodtrappen en breken van het lichaam van het slachtoffer.
Van contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken. Het onder 1 subsidiair tenlastegelegde is in zoverre wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 25 december 2023, te Veenendaal, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer] met kracht tegen de borst, heeft geduwd waardoor die [slachtoffer] ten val is gekomen en
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag die [slachtoffer] meermalen, met kracht tegen de benen en de ribben, heeft getrapt en heeft geschopt en
- met beide handen de nek en de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt en die [slachtoffer] gedurende enige tijd de ademhaling heeft belet en
- die [slachtoffer] meermalen, met kracht tegen het hoofd en in het gezicht en tegen de borststreek, heeft geslagen en heeft gestompt en
- die [slachtoffer] tegen de deur heeft aangegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Poging tot zware mishandeling.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 100 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 50 dagen hechtenis,
- een gevangenisstraf van 2 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van
3 jaren, met als (bijzondere) voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door reclassering, behalve de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Mocht de rechtbank tot een veroordeling komen, dan verzoekt de verdediging om het feit sterk verminderd toe te rekenen aan verdachte vanwege zijn PTSS. Daarnaast heeft het voorarrest flinke gevolgen gehad voor verdachte. De verdediging verzoekt de rechtbank om het advies van de psycholoog en reclassering om een voorwaardelijke straf op te leggen over te nemen, met uitzondering van de mogelijkheid tot een gedwongen klinische opname. Enige vorm van vrijheidsbeneming zou de psychische problemen bij verdachte vergroten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op eerste kerstdag in een plotselinge uitbarsting van geweld (als gevolg van zijn PTSS) zijn moeder ernstig mishandeld. Zijn moeder heeft daar behoorlijk letsel (onder andere meerdere botbreuken) van opgelopen. Verdachte en zijn moeder kunnen van geluk spreken dat het letsel niet nog erger is geweest. Deze geweldsuitbarsting heeft een behoorlijke impact gehad op de moeder en ook de dochter van verdachte is getuige geweest van een deel van het geweld. Hoewel verdachte zichzelf niet helemaal onder controle had gelet op de bij hem geconstateerde PTSS (waar hieronder nader op in zal worden gegaan), valt verdachte wel een verwijt te maken. Namelijk dat hij die dag veel alcohol dronk en zich ondanks oplopende spanning niet onttrok aan de situatie, terwijl hij, zo verklaarde hij ter zitting, eerder had meegemaakt dat het zwart werd voor zijn ogen, met geweld als gevolg.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor een poging tot zware mishandeling uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele maanden.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 18 april 2024;
- een reclasseringsadvies van 13 mei 2024, uitgebracht door Leger des Heils Midden-Nederland, opgesteld door J. van Kooten;
- een psychologisch rapport van 11 maart 2024, uitgebracht door dr. J. Meijers, GZ-psycholoog, rapporteur i.o. en drs. T.W. van de Kant, Klinisch Psycholoog.
Uit het psychologisch rapport blijkt dat verdachte lijdt aan PTSS, hetgeen ook zijn gedrag heeft beïnvloed ten tijde van het gepleegde feit. De psycholoog schrijft dat verdachte ten tijde van het plegen in een dissociatieve toestand terecht was gekomen, waarbij in zijn beleving eerder meegemaakte gebeurtenissen tijdens uitzendingen in zijn diensttijd opnieuw plaatsvonden. Hij handelde daarbij zoals hij vroeger handelde als […] , en was niet meer in staat was zijn gedrag te toetsen aan de realiteit. De rapporteur adviseert daarom, indien het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard, dit in (sterk) verminderde mate toe te rekenen. De psycholoog adviseert dat verdachte ambulant wordt behandeld, en feitelijk zijn huidige behandeling van de PTSS voortzet. De rapporteur raadt een gedwongen klinische opname af omdat het verdachte zijn klachten kan verergeren.
De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden; meldplicht bij reclassering, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname) en een alcoholverbod. Daarnaast is het volgens de Reclassering cruciaal dat verdachte de juiste behandeling krijgt. Op dit moment wordt verdachte eerst gestabiliseerd tijdens de behandelingen door onder andere medicatie, behandeling met EMDR zal nog volgen. Een gevangenisstraf zou volgens de reclassering zijn behandeling onderbreken, wat niet wenselijk is. De reclassering schrijft verder dat een taakstraf pas overwogen kan worden als verdachte verder gevorderd is in zijn behandeltraject. Op dit moment is het volgens de reclassering vooral van belang is om geen stress verhogende factoren toe te voegen.
De rechtbank is met de psycholoog van het NIFP van oordeel dat verdachte ten tijde van het plegen van het geweld verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank neemt de conclusies van dit rapport over en maakt die tot de hare. Toen verdachte het geweld pleegde was hij als gevolg van zijn PTSS in die mate gedissocieerd dat hij er, in zekere zin, niet meer bij was. Toch valt verdachte naar het oordeel van de rechtbank wel een strafrechtelijk verwijt te maken, zoals hiervoor omschreven bij de ernst van het feit. Hij is dus in enige mate verantwoordelijk voor de toestand van verminderde toerekeningsvatbaarheid waarin hij belandde.
Sinds die avond is verdachte hard met zichzelf aan de slag gegaan en is hij bezig met behandelingen van de PTSS. Verdachte is gemotiveerd om te blijven werken aan zijn klachten. Verdachte neemt ook verantwoordelijkheid voor zijn handelen en is alle opzichten bereid een straf te ondergaan en mee te werken aan voorwaarden die hem worden opgelegd.
De rechtbank weegt ook mee dat verdachte 11 dagen in voorarrest heeft gezeten en hij toen geen hulp kon ontvangen terwijl hij in slechte toestand verkeerde.
Gelet op alle hiervoor genoemde strafverminderende omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een geheel voorwaardelijke taakstraf van 80 uur, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en een proeftijd van 2 jaren, met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, echter met uitzondering van een klinische opname, passend en geboden is.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45 en 302 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van
80 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
- bepaalt dat de taakstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
* zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd bij reclassering van het Leger des Heils op het adres Zeehaenkade 30 te Utrecht meldt. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mrs. N.M.H. van Ek en E.W. Stein, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 juni 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 25 december 2023, te Veenendaal, althans in Nederland, aan
[slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken borstbeen
en/of een breuk in het jukbeen en/of een of meerdere gebroken rib(ben), heeft
toegebracht door
- die [slachtoffer] (met kracht) tegen de borst, althans het lichaam, te duwen (waardoor
die [slachtoffer] ten val is gekomen) en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met
kracht) tegen de benen en/of de ribben, althans het lichaam, te trappen en/of te
schoppen en/of
- met beide handen (met kracht) de nek en/of de keel van die [slachtoffer] dicht te
drukken en/of die [slachtoffer] gedurende enige tijd de ademhaling te beletten en/of te
belemmeren en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het hoofd en/of in
het gezicht en/of tegen de borststreek, althans het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- die [slachtoffer] tegen de deur aan te gooien;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 25 december 2023, te Veenendaal, althans in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer] (met kracht) tegen de borst, althans het lichaam, heeft geduwd
(waardoor die [slachtoffer] ten val is gekomen) en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met
kracht) tegen de benen en/of de ribben, althans het lichaam, heeft getrapt en/of
heeft geschopt en/of
- met beide handen (met kracht) de nek en/of de keel van die [slachtoffer] heeft
dichtgedrukt en/of die [slachtoffer] gedurende enige tijd de ademhaling heeft belet en/of
heeft belemmerd en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het hoofd en/of in
het gezicht en/of tegen de borststreek, althans het lichaam heeft geslagen en/of
heeft gestompt en/of
- die [slachtoffer] tegen de deur heeft aangegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 25 december 2023, te Veenendaal, althans in Nederland, [slachtoffer]
, heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] (met kracht) tegen de borst, althans het lichaam, te duwen (waardoor
die [slachtoffer] ten val is gekomen) en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met
kracht) tegen de benen en/of de ribben, althans het lichaam, te trappen en/of te
schoppen en/of
- met beide handen (met kracht) de nek en/of de keel van die [slachtoffer] dicht te
drukken en/of die [slachtoffer] gedurende enige tijd de ademhaling te beletten en/of te
belemmeren en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het hoofd en/of in
het gezicht en/of tegen de borststreek, althans het lichaam te slaan en/of te
stompen en/of
- die [slachtoffer] tegen de deur aan te gooien;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 december 2023, genummerd PL0900-202339216, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 108. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.een proces-verbaal van verhoor slachtoffer van [slachtoffer] , pagina 26 en 27.
3.een geschrift, inhoudende een geneeskundige verklaring, pagina 80.
4.een proces-verbaal van bevindingen, pagina 9.