ECLI:NL:RBMNE:2024:3467

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
23/6331
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 20 januari 2019 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangt, bezwaar gemaakt tegen de herziening van haar WW-uitkering en de terugvordering van een bedrag van € 3.755,18 door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De herziening vond plaats naar aanleiding van een onderzoek dat werd ingesteld na een interne melding, waaruit bleek dat eiseres sinds 26 maart 2019 in Spanje verbleef voor opnamen van een televisieprogramma, en niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt. Het Uwv concludeerde dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden door deze informatie niet te delen. Eiseres was het niet eens met de besluiten van het Uwv en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 5 juni 2024 behandeld en geconcludeerd dat het Uwv aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres niet beschikbaar was voor arbeid in de relevante periode en dat zij de inlichtingenplicht heeft geschonden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de herziening en terugvordering van de WW-uitkering en de opgelegde boete van € 1.877,59 rechtmatig waren. Eiseres kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/6331

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. K.T. Ghaffari),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn).

Inleiding

1. Eiseres ontvangt sinds 20 januari 2019 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Vanwege verblijf in het buitenland heeft het Uwv op verzoek van eiseres de WW-uitkering met ingang van 24 juni 2019 beëindigd. Naar aanleiding van een interne melding van 2 november 2022 heeft de afdeling Handhaving van het Uwv een onderzoek verricht naar een mogelijke overtreding van de inlichtingenplicht. De onderzoeksresultaten zijn opgenomen in een rapport van 27 januari 2023. Uit het onderzoek komt naar voren dat eiseres sinds 26 maart 2019 anders dan vanwege vakantie in het buitenland verbleef, omdat zij in Spanje heeft deelgenomen aan opnamen voor een televisieprogramma. Vervolgens heeft het Uwv met het besluit van 12 april 2023 de WW-uitkering van eiseres over de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 juni 2019 herzien, omdat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden. Uit de specificatie bij het besluit blijkt dat de herziening specifiek ziet op de periode van 26 maart 2019 tot en met 23 juni 2019. Het Uwv heeft met datzelfde besluit een bedrag van € 3.755,18 aan betaalde WW-uitkering van eiseres teruggevorderd. Het Uwv heeft eiseres met een afzonderlijk besluit van 12 april 2023 een boete opgelegd van € 1.877,59.
2. Eiseres is het niet eens met deze besluiten en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 20 november 2023 heeft het Uwv de bezwaren ongegrond verklaard.
3. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en heeft de beroepsgronden aangevuld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
4. De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het Uwv.

Het geschil

5. Tussen partijen is in geschil of het Uwv terecht de door eiseres ontvangen WW-uitkering over de periode 26 maart 2019 tot en met 23 juni 2019 heeft herzien, een bedrag van € 3.755,18 heeft teruggevorderd en aan eiseres een boete heeft opgelegd van € 1.877,59, omdat zij zich niet aan de inlichtingenplicht heeft gehouden.
6. Het Uwv legt aan het bestreden besluit ten grondslag dat eiseres door het ondertekenen van de deelnemersovereenkomst niet wist of ze de hele periode waarin zij een WW-uitkering ontving beschikbaar was voor arbeid. Door daarvan geen mededeling te doen aan het Uwv, heeft ze de inlichtingenplicht geschonden.
7. Eiseres voert als meest verstrekkende beroepsgrond aan dat de deelnemersovereenkomst geen invloed heeft gehad op haar beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zodat van schending van de inlichtingenplicht geen sprake is. Ze kon de deelnemersovereenkomst namelijk op elk moment opzeggen, zodat ze beschikbaar was om arbeid te aanvaarden. Ten tijde van de ondertekening van de deelnemersovereenkomst wist eiseres niet op welke dagen ze beschikbaar moest zijn voor opnamen. Omdat geen sprake is van schending van de inlichtingenplicht, heeft het Uwv de boete volgens eiseres ten onrechte opgelegd.
8. Eiseres voert verder aan dat het Uwv haar recht op WW-uitkering bij benadering had kunnen vaststellen en haar WW-uitkering niet over de hele periode heeft mogen herzien, omdat de daadwerkelijke opnamedagen uiteindelijk bekend waren. Alleen van 26 maart 2019 tot en met 29 maart 2019 was eiseres niet beschikbaar voor de Nederlandse arbeidsmarkt, maar in de periode vanaf 30 maart 2019 was ze, ook als ze in Spanje was, beschikbaar voor arbeid. Het Uwv mocht haar WW-uitkering volgens eiseres daarom alleen over de periode van 26 maart 2019 tot en met 29 maart 2019 herzien en terugvorderen.

Toetsingskader

9. Om recht te hebben op een WW-uitkering, moet een werknemer werkloos zijn in de zin van artikel 16 van de WW. [1] Om aan die voorwaarde te voldoen, moet de werknemer beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden. [2]
10. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de CRvB) volgt dat het begrip ‘beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden’ in de zin van artikel 16, eerste lid, van de WW een feitelijke toestand weergeeft waarin de werknemer verkeert. Dit betekent dat de vraag of een werknemer al dan niet beschikbaar is om arbeid te aanvaarden, aan de hand van de feiten en omstandigheden van het concrete geval, waaronder ook houding en gedrag van de betrokkene, zal moeten worden beantwoord. Indien er geen feiten en omstandigheden vallen aan te wijzen waaruit zonder meer de conclusie kan worden getrokken dat een werknemer niet beschikbaar is om arbeid te aanvaarden en het uitvoeringsorgaan desondanks op grond van houding en gedrag van de betrokken werknemer tot een niet beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden wenst te concluderen, zal in zo’n geval ondubbelzinnig moeten vaststaan dat de betrokken werknemer door houding en gedrag duidelijk en eenduidig te kennen heeft gegeven, althans heeft doen blijken dat hij of zij zich niet voor arbeid op de arbeidsmarkt beschikbaar stelt. [3]
11. In de wet staat dat iemand die een WW-uitkering ontvangt aan het Uwv alle informatie moet meedelen waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat ze van invloed kan zijn op het recht op uitkering, de hoogte van de uitkering of de betaling van de uitkering. Dit is de inlichtingenplicht. [4]
12. Uit vaste rechtspraak van de CRvB volgt dat een besluit waarbij een uitkering wordt herzien en teruggevorderd een belastend besluit is. Dit heeft tot gevolg dat het Uwv met feiten aannemelijk moet maken dat aan de voorwaarden voor herziening en terugvordering is voldaan. De bewijslast rust dus eerst op het Uwv. Als het Uwv hieraan heeft voldaan, verschuift de bewijslast naar eiseres. Het is dan aan haar om met tegenbewijs te komen. Dit tegenbewijs moet bestaan uit objectieve en verifieerbare gegevens. [5]

Beoordeling door de rechtbank

13. De rechtbank is van oordeel dat het Uwv aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres in de periode van 26 maart tot 24 juni 2019 niet beschikbaar was voor arbeid en dat niet heeft meegedeeld aan het Uwv. Aan de voorwaarden voor het herzien van de WW-uitkering, het terugvorderen van het teveel betaalde bedrag en het opleggen van een boete is daarom voldaan. De rechtbank zal dat hierna toelichten.
Schending inlichtingenplicht
14. Ten tijde van het ondertekenen van de deelnemersovereenkomst, waarin een verschijningsplicht is opgenomen van 1 maart 2019 tot en met 31 december 2019
,wist eiseres dat ze in die hele periode niet beschikbaar zou zijn voor arbeid. Dat eiseres de deelnemersovereenkomst op elk moment kon opzeggen, is niet aannemelijk geworden. Anders dan eiseres naar voren heeft gebracht, blijkt dit niet uit de tekst van de overeenkomst, waarin enkel een mogelijkheid voor ontbinding door de producent is opgenomen. Omdat het tekenen van de deelnemersovereenkomst invloed had op de beschikbaarheid van eiseres voor de arbeidsmarkt, kon dit ook van invloed zijn op haar recht op WW-uitkering zoals bedoeld in artikel 25 van de WW. Eiseres heeft de inlichtingenplicht geschonden door het Uwv niet mede te delen dat zij de deelnemersovereenkomst had ondertekend. Omdat de schending van de inlichtingenplicht voortvloeit uit het ondertekenen van de deelnemersovereenkomst, kan de rechtbank eiseres niet volgen in haar meest verstrekkende stelling dat zij de inlichtingenplicht niet heeft geschonden, omdat zij de deelnemersovereenkomst elk moment kon opzeggen.
15. De rechtbank volgt eiseres ook niet in de stelling dat het Uwv haar recht op WW-uitkering bij benadering had kunnen vaststellen en de uitkering niet over de hele periode had mogen herzien, omdat de daadwerkelijke opnamedagen inmiddels bekend waren. De schending van de inlichtingenplicht over de hele periode van 26 maart tot 24 juni 2019 vloeit immers voort uit het ondertekenen van de deelnemersovereenkomst. Dat betekent dat niet wordt toegekomen aan het (achteraf) vaststellen van de feitelijke beschikbaarheid van eiseres in de genoemde periode.
Herziening en terugvordering
16. Als gevolg van de schending van de inlichtingenplicht is het Uwv verplicht de WW-uitkering van eiseres te herzien [6] en het teveel betaalde bedrag terug te vorderen [7] , tenzij er dringende redenen zijn om daarvan af te zien. [8] Eiseres heeft niet gesteld dat die dringende redenen er zijn.
Boete
17. De rechtbank heeft hiervoor geconcludeerd dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden. Het Uwv was daarom verplicht haar een boete op te leggen [9] , tenzij er dringende redenen zijn om daarvan af te zien. [10] Eiseres heeft niet gesteld dat die dringende redenen er zijn. Het Uwv is bij het opleggen van de boete terecht uitgegaan van normale verwijtbaarheid conform het Boetebesluit socialezekerheidswetten. [11]

Conclusie en gevolgen

18. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ourahma, rechter, in aanwezigheid van mr. G.M.T.M. Sips, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 15 van de WW.
2.Artikel 16, eerste lid, aanhef en onder b, van de WW.
3.Bijvoorbeeld de uitspraak van 13 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1459.
4.Artikel 25, eerste lid, van de WW.
5.Bijvoorbeeld de uitspraak van 16 maart 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:488.
6.Artikel 22a, eerste lid, van de WW.
7.Artikel 36, eerste lid, van de WW.
8.Artikel 22a, tweede lid en artikel 36, zesde lid, van de WW.
9.Artikel 27a, eerste lid, van de WW.
10.Artikel 27a, achtste lid, van de WW.
11.Artikel 2, vierde lid, van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.