Uitspraak
Uitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2024 in de zaak tussen
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de minister), verweerder
Samenvatting
De procedure
Beoordeling door de rechtbank
Wettelijk kader en achtergrond
Standpunten van partijen
Voor zover de colleges wijzen op het bijzondere karakter van de Tozo, onderkent de minister dat in het kader van de Tozo – anders dan bij wetgeving in het sociale domein waarbij het met het oog op het tijdig toedelen en verdelen van budgetten noodzakelijk is om tijdig te beschikken over correcte gegevens– geen budgetten worden verdeeld. Maar volgens de minister laat dit onverlet dat ook in Tozo zaken het belang van het adequaat en correct financieel beheer onverkort van toepassing is waardoor uitstel niet mogelijk is. Verder is er geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen. De geconstateerde fouten en onzekerheden vallen niet onder de Beleidsregel Hardheidsclausule Tozo 1. Ook zijn de bestreden besluiten volgens de minister niet onevenredig.
Bij de toepassing van dit artikel wordt uitgegaan van de gegevens waarvan Onze Minister kennis heeft op 30 september van het jaar volgend op het verantwoordingsjaar, met dien verstande dat gegevens die het college op verzoek van Onze Minister op een latere datum verstrekt mede in aanmerking worden genomen.’
(…). Voor deze datum geldt de uitzondering dat de minister van SZW een gemeente een redelijke hersteltermijn kan gunnen indien uit een inhoudelijke beoordeling van de uiterlijk op 30 september ontvangen verantwoordingsinformatie blijkt dat deze informatie niet toereikend is voor de vaststelling. (…)’. [5]
.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten gezamenlijk.