ECLI:NL:RBMNE:2024:329

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
556534
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de Notaris voor zorgplicht bij aandelenoverdracht en overdrachtsbelasting

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 24 januari 2024 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een notaris in verband met de zorgplicht bij de overdracht van aandelen. De eisers, bestaande uit twee besloten vennootschappen en enkele natuurlijke personen, stelden dat de notaris tekortgeschoten was in zijn zorgplicht bij de overdracht van aandelen in een vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de notaris inderdaad tekortgeschoten was, maar dat hij alleen aansprakelijk was voor de schade van één van de eisers, [eiser sub 6 (voornaam)]. Deze eiser had schade geleden in de vorm van overdrachtsbelasting die hij moest betalen bij de overname van het aandelenbelang.

De rechtbank concludeerde dat de notaris niet correct had geadviseerd over de noodzaak van een rechterlijke machtiging voor de overdracht van aandelen aan een minderjarige en niet had gewaarschuwd voor de gevolgen van het niet tijdig verwerven van de aandelen. De rechtbank wees erop dat de notaris had moeten weten dat de overdracht van aandelen binnen zes maanden na de levering van onroerend goed moest plaatsvinden om overdrachtsbelasting te voorkomen. De eisers vorderden verklaringen voor recht dat de notaris zijn zorgplicht had geschonden en aansprakelijk was voor de geleden schade. De rechtbank wees de vorderingen van de andere eisers af, omdat zij geen schade hadden geleden.

De rechtbank heeft de notaris hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade van [eiser sub 6 (voornaam)] en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van notarissen in het kader van hun zorgplicht en de noodzaak om cliënten adequaat te informeren over fiscale gevolgen van juridische handelingen.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/556534 / HA ZA 23-345
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
hierna: [eiseres sub 1] ,
2.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
hierna: [eiseres sub 2] ,
3.
[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna: [eiser sub 3 (voornaam)] ,
4.
[eiseres sub 4],
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna: [eiseres sub 4 (voornaam)] ,
5.
[eiser sub 5],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna: [eiser sub 5 (voornaam)] ,
6.
[eiser sub 6],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna: [eiser sub 6 (voornaam)]
eisers,
hierna samen: [eiser sub 3] c.s.,
advocaat: mr. F.J. Hordijk te Naaldwijk,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
2.
[gedaagde sub 2] ,
notaris te [plaats] ,
gedaagden,
hierna samen te noemen: de Notaris c.s.,
advocaten: mr. N.M. Petri en L. Lichtenvoort Cats te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bijlagen 1 t/m 16,
- de conclusie van antwoord met bijlage 1,
- de akte overlegging producties van [eiser sub 3] c.s. met bijlagen 17a t/m 17i.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

De kern van de zaak
2.1.
De Notaris c.s. heeft de opdracht gekregen om de overdracht van de aandelen in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 3 (voornaam)] , [eiser sub 5 (voornaam)] en [eiser sub 6 (voornaam)] te regelen. Deze zaak gaat over de vraag of de Notaris c.s. hierbij is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend, maar oordeelt dat de Notaris c.s. alleen aansprakelijk is voor de schade van [eiser sub 6 (voornaam)] . Alleen [eiser sub 6 (voornaam)] heeft namelijk schade geleden door het handelen van de Notaris c.s. Hij moet namelijk overdrachtsbelasting betalen als hij het aandelenbelang in [eiseres sub 1] overneemt.
Verdere inleiding van de zaak
2.2.
[eiser sub 3 (voornaam)] is enig aandeelhouder en bestuurder van [eiseres sub 2] , welke weer enig aandeelhouder en bestuurder is van [eiseres sub 1] . Op 30 januari 2019 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen [eiser sub 3 (voornaam)] en de Notaris c.s. [eiser sub 3 (voornaam)] heeft met de Notaris c.s. zijn plannen besproken over de aankoop van onroerend goed door [eiseres sub 1] en de wens om de aandelen in [eiseres sub 1] aan zijn zonen [eiser sub 5 (voornaam)] en [eiser sub 6 (voornaam)] , en hemzelf over te dragen. Ieder zou 1/3e deel van de aandelen krijgen. Het doel was om de aandelenoverdracht fiscaal zo gunstig mogelijk vorm te geven, zodat er zo min mogelijk overdrachtsbelasting betaald hoefde te worden.
2.3.
Als een persoon 1/3e of meer van de aandelen verkrijgt in een vennootschap, waarvan de bezittingen voor het grootste deel uit onroerend goed bestaat, moet die persoon overdrachtsbelasting betalen. Dit kan worden voorkomen als die persoon binnen zes maanden na het verkrijgen van het onroerend goed door de vennootschap, de aandelen verkrijgt. De overdracht van de aandelen in [eiseres sub 1] moest dus vóór of binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed plaatsvinden om te voorkomen dat [eiser sub 3 (voornaam)] , [eiser sub 6 (voornaam)] en [eiser sub 5 (voornaam)] overdrachtsbelasting zouden moeten betalen.
2.4.
Op 3 mei 2019 stuurt de Notaris c.s. een e-mail aan [eiser sub 3] c.s. dat de overdracht van het aandelenbelang in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 6 (voornaam)] een machtiging van de kantonrechter vereist, omdat [eiser sub 6 (voornaam)] nog geen 18 jaar is. Het aandelenbelang in [eiseres sub 1] , wat voor [eiser sub 6 (voornaam)] bestemd is, wordt daarom eerst aan [eiseres sub 4 (voornaam)] (de moeder van [eiser sub 6 (voornaam)] ) overgedragen en als [eiser sub 6 (voornaam)] 18 jaar zou worden, zou [eiseres sub 4 (voornaam)] het aandeel aan [eiser sub 6 (voornaam)] overdragen. Partijen verschillen van mening wie ( [eiser sub 3 (voornaam)] of de Notaris c.s.) deze constructie heeft bedacht. Wel staat vast dat partijen uitvoering hebben gegeven aan deze constructie.
2.5.
Op 22 mei 2019 zijn de aandelen in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 3 (voornaam)] , [eiseres sub 4 (voornaam)] en [eiser sub 5 (voornaam)] overgedragen (ieder een derde deel). Het onroerend goed is op 1 juni 2019 aan [eiseres sub 1] geleverd.
2.6.
Volgens [eiser sub 3] c.s. heeft de Notaris c.s. zijn zorgplicht geschonden door:
onjuist te adviseren dat de overdracht van het aandeel in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 6 (voornaam)] alleen mogelijk was met een rechterlijke machtiging,
niet te adviseren dat [eiser sub 6 (voornaam)] zijn aandeel in [eiseres sub 1] moest verkrijgen binnen zes maanden nadat [eiseres sub 1] het onroerend goed zou verkrijgen,
niet te waarschuwen dat [eiser sub 6 (voornaam)] overdrachtsbelasting moet betalen als hij niet binnen zes maanden na de overdracht van het onroerend goed het aandeel in [eiseres sub 1] zou verkrijgen.
Met uitzondering van [eiser sub 6 (voornaam)] hebben eisers geen belang bij de vorderingen
2.7.
[eiser sub 3] c.s. vordert verklaringen voor recht dat de Notaris c.s. zijn zorgplicht heeft geschonden en aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade. Volgens [eiser sub 3] c.s. is deze schade de heffing van de overdrachtsbelasting. Tijdens de mondelinge behandeling is door [eiser sub 3] c.s. bevestigd dat [eiser sub 6 (voornaam)] bij de koop van het voor hem bestemde aandelenbelang degene is die de overdrachtsbelasting moet betalen. Alleen [eiser sub 6 (voornaam)] heeft dus mogelijk door het handelen van de Notaris c.s. schade geleden. De andere eisers hebben niet gesteld dat zij schade hebben geleden of dat ze een ander belang bij de vorderingen hebben. Daarom worden de vorderingen van [eiser sub 3] c.s., met uitzondering van de vorderingen van [eiser sub 6 (voornaam)] , afgewezen.
Er is sprake van een overeenkomst tussen de Notaris c.s. en [eiser sub 6 (voornaam)]
2.8.
Er dient vanuit te worden gegaan dat er een overeenkomst van opdracht tussen de Notaris c.s. en [eiser sub 6 (voornaam)] bestond. Dit heeft [eiser sub 3] nadrukkelijk gesteld en dit is door de Notaris c.s. ook niet, althans onvoldoende, betwist. [eiser sub 3 (voornaam)] heeft mede ten behoeve van [eiser sub 6 (voornaam)] aan de Notaris c.s. verzocht de aandelenoverdracht van [eiseres sub 1] te regelen. Daarbij heeft [eiser sub 3 (voornaam)] het belang van [eiser sub 6 (voornaam)] vertegenwoordigd. In de e-mailcorrespondentie van [eiser sub 3 (voornaam)] aan de Notaris c.s. daarover, stond [eiser sub 6 (voornaam)] in de cc. Uit de e-mailcorrespondentie over de aandelenoverdracht van de Notaris c.s. aan [eiser sub 3 (voornaam)] blijkt ook dat de Notaris c.s. [eiser sub 6 (voornaam)] als zijn cliënt zag; ook in deze e-mails stond [eiser sub 6 (voornaam)] (telkens) in de cc.
De Notaris c.s. is tekortgeschoten in de nakoming van zijn zorgverplichting tegenover [eiser sub 6 (voornaam)]
2.9.
De Notaris c.s. heeft zijn zorgplicht geschonden door [eiser sub 6 (voornaam)] ten onrechte te adviseren dat er voor de overdracht van het aandeel aan [eiser sub 6 (voornaam)] een machtiging van de kantonrechter nodig was. Volgens de Notaris c.s. is de overdracht van het aandeel in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 6 (voornaam)] een belegging van geld van een minderjarige in de zin van artikel 1:350 BW, hetgeen in principe een machtiging vereist [1] . De rechtbank volgt dit niet. Weliswaar was [eiser sub 6 (voornaam)] in 2019 nog geen 18 jaar, maar een machtiging was voor de koop van zijn aandelenbelang in [eiseres sub 1] niet vereist. De aandelenoverdracht van [eiseres sub 1] is namelijk geen belegging in de zin van artikel 1:350 BW. [eiser sub 6 (voornaam)] zou zijn aandeel in [eiseres sub 1] voor een prijs van € 1 kopen, waarvan het een feit van algemene bekendheid is dat bij een dergelijke (familie)transactie de (symbolische) koopprijs van € 1 niet wordt betaald. Feitelijk zou [eiser sub 6 (voornaam)] dus een schenking ontvangen (de aandelen in [eiseres sub 1] ) in plaats van dat zijn vermogen door zijn ouders zou worden belegd. Bovendien, zelfs als wel een machtiging vereist was geweest, had de Notaris c.s. moeten wijzen op de mogelijkheid om toch zonder machtiging het aandelenbelang in [eiseres sub 1] aan [eiser sub 6 (voornaam)] over te dragen. De aandelenoverdracht zonder machtiging is namelijk rechtsgeldig [2] . [eiseres sub 4 (voornaam)] en [eiser sub 3 (voornaam)] zouden dan aansprakelijk kunnen worden gesteld voor hun bewind, maar de schade zou gelet op de koopprijs van € 1 verwaarloosbaar zijn geweest.
2.10.
Daarnaast heeft de Notaris c.s. zijn zorgplicht geschonden door [eiser sub 6 (voornaam)] er niet op te wijzen dat hij binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed zijn aandelenbelang in [eiseres sub 1] moest verwerven en te waarschuwen dat als hij dat niet tijdig zou doen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. De Notaris c.s. wist dat [eiseres sub 1] onroerend goed zou verwerven, want op 30 januari 2019 hebben [eiser sub 3 (voornaam)] en de Notaris c.s. dit met elkaar besproken. Daarnaast mailt [eiser sub 3 (voornaam)] op 3 mei 2019 dat de levering van het onroerend goed op 1 juni 2019 zal plaatsvinden en ontvangt de Notaris c.s. op 8 mei 2019 de koopovereenkomst van het onroerend goed, met daarin de leveringsdatum. Dat de Notaris c.s. de koopovereenkomst niet heeft gelezen, komt voor zijn risico.
2.11.
Ook wist de Notaris c.s. dat [eiser sub 6 (voornaam)] als hij binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed niet het aandelenbelang in [eiseres sub 1] zou verwerven, overdrachtsbelasting moest betalen. Zo geeft de Notaris c.s. in zijn e-mail van 30 november 2020 aan:
“Er zou nog steeds een aandelenoverdracht moeten plaatsvinden van ‘ [eiseres sub 4 (voornaam)] ’ aan jullie jongste zoon [eiser sub 6 (voornaam)] betreffende [eiseres sub 1] B.V..De planning – wat mij betreft – was dat dat binnen 6 maanden zou plaatsvinden na de overdracht van het registergoed aan de vennootschap, zodat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn.Toen was [eiser sub 6 (voornaam)] echter nog steeds geen 18 jaar.” [onderstreping rechtbank].
2.12.
Mede gelet op de deskundigheid van de Notaris c.s. en de ondeskundigheid van [eiser sub 6 (voornaam)] had de Notaris c.s. [eiser sub 6 (voornaam)] erop moeten wijzen dat hij binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed, de koopoptie had moeten effectueren én moeten waarschuwen dat als [eiser sub 6 (voornaam)] dit niet tijdig zou doen, hij bij een latere overdracht overdrachtsbelasting zou moeten betalen. Het is daarbij niet relevant wie de constructie heeft bedacht. Ook als [eiser sub 3 (voornaam)] de constructie heeft voorgesteld, had de Notaris c.s. gelet op zijn deskundigheid en de informatie die hij toen over [eiseres sub 1] en [eiser sub 6 (voornaam)] had, moeten waarschuwen. Door dit na te laten is de Notaris c.s. op 3 mei 2019 toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting uit de overeenkomst van opdracht. De Notaris c.s. had zich namelijk op 3 mei 2019 moeten realiseren dat [eiser sub 6 (voornaam)] niet binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed aan [eiseres sub 1] 18 jaar zou worden en dus ondanks de constructie om het aandeel eerst aan [eiseres sub 4 (voornaam)] over te dragen, overdrachtsbelasting moest betalen. Uit de e-mail van de Notaris c.s. volgt namelijk dat de Notaris c.s. vanaf die datum, 3 mei 2019 wist dat:
[eiseres sub 1] op 1 juni 2019 het onroerend goed zou verkrijgen,
[eiser sub 6 (voornaam)] geen 18 jaar was en dit niet binnen zes maanden na levering van het onroerend goed, namelijk pas op [2020] , zou worden,
[eiser sub 6 (voornaam)] hierdoor bij aankoop van zijn aandeel in [eiseres sub 1] overdrachtsbelasting moet betalen.
Daar komt bij dat de Notaris c.s. in zijn e-mail van 3 mei 2019 het onjuiste advies heeft gegeven dat [eiser sub 6 (voornaam)] een machtiging van de kantonrechter nodig heeft.
2.13.
Het standpunt van de Notaris c.s. dat de fiscale advisering geen onderdeel was van de opdracht wordt verworpen. Van een redelijk handelend en bekwame notaris wordt verwacht dat hij over kennis van overdrachtsbelasting beschikt, omdat het innen hiervan tot zijn takenpakket behoort en hij hier dus vaak mee te maken heeft. Daar komt bij dat de Notaris c.s. zich op zijn eigen website presenteert als professionele en ervaren deskundige op het gebied van estateplanning en kan adviseren om het “
opgebouwd vermogen juridisch en fiscaal zo voordelig mogelijk over te dragen aan de volgende generatie”. Bovendien is tijdens de mondelinge behandeling ook gebleken dat de Notaris c.s. over deze kennis beschikte, want hij was zich ervan bewust dat de overdracht van het aandelenbelang door [eiser sub 6 (voornaam)] binnen zes maanden na de levering van het onroerend goed moest plaatsvinden om heffing van overdrachtsbelasting te voorkomen. Hieruit volgt ook dat het standpunt van de Notaris c.s. dat hij niet op de hoogte was van de wens van [eiser sub 6 (voornaam)] om zo min mogelijk overdrachtsbelasting te betalen ongeloofwaardig is. Dit is nog los van het feit dat het een algemeen ervaringsfeit is dat mensen zo min mogelijk belasting willen betalen.
2.14.
Dat [eiser sub 6 (voornaam)] bij de (constructie van de) aandelenoverdracht is bijgestaan door de belastingadviseur mr. [A] is niet komen vast te staan. [eiser sub 6 (voornaam)] betwist dat mr. [A] bij de fiscale advisering van de (constructie van de) aandelenoverdracht is betrokken en de Notaris c.s. onderbouwt niet waaruit deze betrokkenheid blijkt. Overigens ontslaat eventuele betrokkenheid van mr. [A] de Notaris c.s. ook niet van zijn informatie- en waarschuwingsplicht over de heffing van overdrachtsbelasting. De deskundigheid van de Notaris c.s. brengt mee dat hij ook bij betrokkenheid van de belastingadviseur [eiser sub 6 (voornaam)] had moeten wijzen op de verschuldigdheid van de overdrachtsbelasting.
2.15.
Gelet op het bovenstaande wijst de rechtbank de volgende gevorderde verklaring voor recht toe: verklaart voor recht dat de Notaris c.s. tegenover [eiser sub 6 (voornaam)] tekort is geschoten door zijn zorgplicht niet na te komen door:
[eiser sub 6 (voornaam)] niet schriftelijk op de mogelijkheid te wijzen dat hij wel direct aandeelhouder van [eiseres sub 1] kon worden tezamen met [eiser sub 3 (voornaam)] en [eiser sub 5 (voornaam)] , en
[eiser sub 6 (voornaam)] er niet schriftelijk op te wijzen dat bij een overdracht van zijn aandelenbelang na zes maanden nadat [eiseres sub 1] eigenaar was geworden van het onroerend goed, overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn.
2.16.
[eiser sub 6 (voornaam)] vordert naast de onder a hiervoor omschreven verklaring voor recht als toevoeging: “
( [eiser sub 3 (voornaam)] en [eiseres sub 4 (voornaam)] zouden die toestemming ook verlenen), hetgeen kon worden geëffectueerd voorafgaand aan de levering van het onroerende goed”. Dit gedeelte van de gevorderde verklaring zal worden afgewezen, omdat de aandelenoverdracht feitelijk een schenking is. Daarvoor is geen toestemming van [eiser sub 3 (voornaam)] en [eiseres sub 4 (voornaam)] vereist. Verder heeft [eiser sub 6 (voornaam)] geen belang bij de toevoeging dat als hij door de Notaris c.s. gewezen was op de mogelijkheid direct aandeelhouder van [eiseres sub 1] te worden, dit
voorafgaand aan de levering van het onroerend goedgeëffectueerd kon worden, althans [eiser sub 6 (voornaam)] heeft dat belang niet gesteld. Hetzelfde geldt voor de toevoeging over de toestemming in de onder b hiervoor gevorderde verklaring voor recht.
Verder worden de door [eiser sub 6 (voornaam)] gevorderde verklaringen voor recht onder c tot en met f afgewezen. De gevorderde verklaringen voor recht onder c tot en met e komen erop neer dat de Notaris c.s. had moeten waarschuwen voor de verschuldigdheid van de overdrachtsbelasting en dit heeft nagelaten. Dit is in de verklaring voor recht onder b al toegewezen, dus [eiser sub 6 (voornaam)] heeft geen belang bij deze gevorderde verklaringen voor recht. Bij de gevorderde verklaring voor recht onder f heeft het nalaten van de Notaris c.s. ook tot gevolg dat [eiser sub 6 (voornaam)] overdrachtsbelasting verschuldigd is, dus ook bij deze verklaring voor recht heeft [eiser sub 6 (voornaam)] geen belang nu de verklaring voor recht onder b dit al omvat, althans [eiser sub 6 (voornaam)] heeft dit belang niet duidelijk gemaakt..
[eiser sub 6 (voornaam)] heeft mogelijk schade geleden
2.17.
De door [eiser sub 6 (voornaam)] gevorderde verklaring voor recht dat de Notaris c.s. aansprakelijk is voor de door [eiser sub 6 (voornaam)] geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat, zal worden toegewezen. [eiser sub 6 (voornaam)] heeft de mogelijkheid van schade aannemelijk gemaakt door er op te wijzen dat hij overdrachtsbelasting moet betalen zodra hij het aandelenbelang in [eiseres sub 1] van [eiseres sub 4 (voornaam)] overneemt. De Notaris c.s. betwist dat [eiser sub 6 (voornaam)] schade heeft geleden, omdat [eiser sub 6 (voornaam)] het aandeel in [eiseres sub 1] (nog) niet heeft verkregen en nog geen overdrachtsbelasting heeft hoeven betalen. De Notaris c.s. gaat daarbij ten onrechte voorbij aan het feit dat [eiser sub 6 (voornaam)] door het handelen van de Notaris c.s. overdrachtsbelasting moet betalen als hij zijn aandeel in [eiseres sub 1] wil kopen én ook toekomstige schade toewijsbaar is [3] . Door het nalaten van de Notaris moet [eiser sub 6 (voornaam)] overdrachtsbelasting betalen als hij de koopoptie uitoefent. Bovendien is het nog steeds mogelijk om de koopoptie alsnog uit te oefenen, want dit is door [eiser sub 3] c.s. onderling overeengekomen.
2.18.
Volgens de Notaris c.s. moet de door [eiser sub 6 (voornaam)] geleden schade worden verminderd met zijn voordeel en overschrijdt dit voordeel het schadebedrag, waardoor [eiser sub 6 (voornaam)] per saldo geen schade heeft geleden. Het voordeel van [eiser sub 6 (voornaam)] bestaat volgens de Notaris c.s. uit:
het verschil tussen de waarde van het door [eiseres sub 1] aangekochte onroerend goed en de daarop gevestigde hypotheek,
de schenkingsbelasting door de onzakelijk vastgestelde koopprijs van het aandeel van € 1 die [eiser sub 6 (voornaam)] niet heeft hoeven te betalen, en
de inbreng van [eiseres sub 1] .
Dit verweer is onbegrijpelijk en slaagt niet. De Notaris c.s. onderbouwt op geen enkele wijze dat [eiser sub 6 (voornaam)] voordeel heeft van de overdracht van zijn aandelenbelang in [eiseres sub 1] en dat de omvang daarvan de door [eiser sub 6 (voornaam)] verschuldigde overdrachtsbelasting overschrijdt.
2.19.
De rechtbank zal niet ingaan op de vraag of [eiser sub 6 (voornaam)] heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht. De discussie over de hoogte van de schade moet worden gevoerd in de schadestaatprocedure. Dat [eiser sub 6 (voornaam)] mogelijk schade heeft geleden is in deze procedure gelet op de vorderingen van [eiser sub 6 (voornaam)] voldoende.
2.20.
Tot slot stelt de Notaris c.s. dat hij een mogelijke oplossing heeft aangedragen om heffing van de overdrachtsbelasting te voorkomen. [eiser sub 6 (voornaam)] heeft in de dagvaarding uitvoerig uiteengezet waarom deze voorgestelde oplossing niet mogelijk is. Deze bezwaren zijn door de Notaris c.s. niet betwist. Dat er een mogelijkheid is om heffing van de overdrachtsbelasting te voorkomen, is dan ook niet komen vast te staan.
[eiser sub 6 (voornaam)] heeft zijn klachtplicht niet geschonden
2.21.
Het verweer van de Notaris c.s. dat [eiser sub 6 (voornaam)] te laat heeft geklaagd, slaagt niet. Volgens de Notaris c.s. is de termijn om te klagen op 30 november 2020 gaan lopen, omdat hij op dat moment e-mailt dat [eiser sub 6 (voornaam)] bij de uitoefening van de koopoptie overdrachtsbelasting moet betalen. Maar uit dezelfde e-mail volgt ook dat de Notaris c.s. nog mogelijkheden ziet om de heffing van de overdrachtsbelasting te voorkomen. Pas op 2 juni 2022 laat de Notaris c.s. weten dat hij geen mogelijkheid meer ziet voor [eiser sub 6 (voornaam)] om zijn aandeel in [eiseres sub 1] te verkrijgen, zonder overdrachtsbelasting te moeten betalen. Vanaf 2 juni 2022 is [eiser sub 6 (voornaam)] dan ook pas bekend geworden met de door het handelen door de Notaris c.s. geleden schade. Vanaf dat moment gaat de klachttermijn lopen. Op 14 oktober 2022 heeft [eiser sub 6 (voornaam)] de Notaris c.s. aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade voor het schenden van de zorgplicht. Dit is dan ook tijdig.
2.22.
Daarbij weegt de rechtbank mee dat de Notaris c.s. geen nadeel heeft ondervonden door het tijdsverloop tussen het moment van ontdekking van de tekortkoming en het moment waarop is geprotesteerd [4] . De Notaris c.s. heeft niet gesteld dat hij door het tijdsverloop nadeel heeft geleden. Bovendien volgt uit de e-mail van de Notaris c.s. van 30 november 2020 dat de Notaris c.s. op dat moment wist dat [eiser sub 6 (voornaam)] hoogstwaarschijnlijk door zijn onjuiste advies schade heeft geleden. Hij had zich vanaf dat moment op een eventuele schadevergoedingsvordering van [eiser sub 6 (voornaam)] kunnen voorbereiden, zodat een eventueel nadeel van zijn positie voorkomen had kunnen worden.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.23.
[eiser sub 6 (voornaam)] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar stelt niet waarom de hoogte van deze kosten € 2.378,00 bedraagt. Deze kosten zullen dan ook worden afgewezen.
Proceskosten
2.24.
De vorderingen van [eiser sub 6 (voornaam)] worden grotendeels toegewezen. De Notaris c.s. wordt daarom jegens [eiser sub 6 (voornaam)] als de partij die grotendeels ongelijk krijgt, hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Omdat [eiser sub 6 (voornaam)] zijn vordering samen met de andere eisers heeft ingesteld en een deel van de andere eisers een rechtspersoon is, is eenmalig voor alle eisers de griffierechten voor niet-natuurlijke personen in rekening gebracht. Indien [eiser sub 6 (voornaam)] de vordering alleen had ingesteld, had de Notaris c.s. als de grotendeels ongelijk gekregen partij slechts de (lagere) griffierechten voor natuurlijke personen moeten compenseren. Daarom zal bij de begroting van de proceskosten rekening worden gehouden met het lagere griffierecht voor niet-natuurlijke personen.
2.25.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser sub 6 (voornaam)] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
128,17
- griffierecht
1.301,00
- salaris advocaat
1.196,00
(2 punten × € 598,00)
Totaal
2.625,17
2.26.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
2.27.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
2.28.
De andere eisers hebben dezelfde vorderingen als [eiser sub 6 (voornaam)] ingesteld en op dezelfde grondslag gebaseerd. De Notaris c.s. heeft in deze procedure dan ook niet of nauwelijks extra kosten moeten maken ten aanzien van de eisers die niet in het gelijk worden gesteld. Daarom zal geen proceskostenveroordeling worden uitgesproken ten aanzien van deze eisers.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat de Notaris c.s. tegenover [eiser sub 6 (voornaam)] tekort is geschoten door zijn zorgplicht niet na te komen door:
a. [eiser sub 6 (voornaam)] niet schriftelijk op de mogelijkheid te wijzen dat hij wel direct aandeelhouder van [eiseres sub 1] kon worden tezamen met [eiser sub 3 (voornaam)] en [eiser sub 5 (voornaam)] .
b. [eiser sub 6 (voornaam)] er niet schriftelijk op te wijzen dat bij een overdracht van zijn aandelenbelang na zes maanden nadat [eiseres sub 1] eigenaar was geworden van het onroerend goed, overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn.
3.2.
verklaart voor recht dat de Notaris c.s. hoofdelijk aansprakelijk is voor de door [eiser sub 6 (voornaam)] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van de schending van de zorgplicht door de Notaris c.s. als bedoeld onder 3.1, te vermeerderen met rente, nader op te maken bij staat,
3.3.
veroordeelt De Notaris c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiser sub 6 (voornaam)] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.625,17,
3.4.
veroordeelt de Notaris c.s. hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten van [eiser sub 6 (voornaam)] , begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als de Notaris c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
3.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 3.3 en 3.4 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst de vorderingen van [eiseres sub 1] B.V., [eiseres sub 2] B.V., [eiser sub 3] , [eiseres sub 4] en [eiser sub 5] af.
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.
MvD 5633

Voetnoten

1.Artikelen 1:253k jo. 1:250 lid 2 BW.
2.Artikelen 1:253k jo. 1:352 BW.
3.Artikel 6:105 BW.
4.HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600, m.nt. Jac. Hijma ( [achternaam] /Rabobank).