ECLI:NL:RBMNE:2024:3229
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van tankstation en verzoek om schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht beoordeeld. Eiseres, een bedrijf dat een tankstation exploiteert, heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde die door verweerder is vastgesteld op € 488.000,- voor het belastingjaar 2021, met als waardepeildatum 1 januari 2020. Eiseres stelt dat de waarde lager moet zijn, namelijk € 269.000,-, en heeft beroep ingesteld nadat haar bezwaar ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 25 maart 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de taxateur van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de door verweerder gehanteerde taxatiemethode, de REN-methode, correct is toegepast en dat de waarde van het tankstation niet te hoog is vastgesteld. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwd waarom de waarde lager zou moeten zijn, en de rechtbank volgt de argumenten van verweerder.
Daarnaast heeft eiseres verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank concludeert echter dat de redelijke termijn niet is overschreden, aangezien de procedure binnen de verlengde termijn van drie jaar is gebleven. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.