Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigden: mrs. M.S.J. Top en A.M. Manse,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. K.A. Besters en D.J.A. Vesters.
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 december 2023 met 15 producties,
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie met 3 producties,
- de akte aanvullende producties 16 tot en met 21 van [eiseres] ,
- de akte aanvullende producties 4 tot en met 6 van [gedaagde] .
2.Waar gaat deze zaak over?
1 december 2018 geen sprake is van een rechtsgeldig concurrentiebeding. Ten eerste omdat het concurrentiebeding niet opnieuw is overeengekomen bij de wijziging, hetgeen wel had gemoeten mede gelet op artikel 10 van de arbeidsovereenkomst. Ten tweede omdat het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken.
3.De beoordeling
1 december 2018 geen concurrentiebeding meer van toepassing is en dat [gedaagde] dus geen boetes aan [eiseres] hoeft te betalen. Hierna volgt de uitleg.
Het concurrentiebeding is rechtsgeldig gebleven bij de stilzwijgende omzetting van de arbeidsovereenkomst
stilzwijgendop
dezelfde of nagenoeg dezelfde arbeidsvoorwaardenwordt voortgezet. De arbeidsovereenkomst van
1 november 2014 is stilzwijgend verlengd en is gelet op artikel 1 lid 2 van de arbeidsovereenkomst omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd per 1 november 2015. Dat betekent dat het concurrentiebeding zijn geldigheid heeft behouden op het moment dat de arbeidsovereenkomst (stilzwijgend) werd omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Dat is niet gebeurd. In het addendum staan alleen de wijzigingen in de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst weergegeven.