In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 april 2024 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over zijn minderjarige kind. De Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland heeft verzocht om het gezag van de vader te beëindigen, omdat hij niet in het belang van het kind handelt. De vader is zeer bedreigend, accepteert geen hulpverlening en is niet aanspreekbaar op zijn gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2016, ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de instabiele en onveilige situatie waarin hij verkeert. De vader heeft herhaaldelijk bedreigingen geuit richting de moeder en heeft een contactverbod overtreden. De moeder en het kind verblijven op een geheime locatie vanwege de veiligheidsrisico's. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind te dragen binnen een aanvaardbare termijn. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad toegewezen en het gezag van de vader beëindigd, waardoor de moeder alleen belast is met het gezag. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze moet worden gevolgd, ook als de vader in hoger beroep gaat. De rechtbank hoopt dat de vader zijn gedrag zal veranderen, zodat contact met het kind in de toekomst mogelijk kan zijn.