ECLI:NL:RBMNE:2024:2836

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
11086227 e.v.
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitspraak over niet tijdig beslissen door de officier van justitie in administratieve beroepen tegen verkeersboetes

Op 7 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin 433 personen beroep hadden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de officier van justitie op hun administratieve beroepen tegen verkeersboetes, opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de kantonrechter als bijzondere bestuursrechter bevoegd is om te oordelen over deze Wahv-zaken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen procesbelang is bij de beoordeling van de vraag of de officier van justitie tijdig heeft beslist, omdat de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing zijn in Wahv-zaken. Dit betekent dat de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk heeft verklaard, wat inhoudt dat er geen inhoudelijke beoordeling van de verkeersboetes heeft plaatsgevonden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de Wahv geen ruimte biedt voor de toepassing van de Awb in deze context, en dat de rechtbank gebonden is aan de mogelijkheden die de Wahv biedt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eisers geen reëel belang hebben bij de uitkomst van deze procedures, aangezien een uitspraak over niet tijdig beslissen niet leidt tot een wijziging van hun rechtspositie ten opzichte van de officier van justitie. De rechtbank heeft de rol van de gemachtigde van de eisers kritisch bekeken en geconcludeerd dat de manier van procederen niet in lijn is met de vereisten voor een behoorlijke rechtsbedeling.

De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsontwikkeling in Wahv-zaken, vooral gezien het grote aantal zaken dat op behandeling wacht. De rechtbank heeft geen oproep aan de wetgever gedaan om de mogelijkheden voor de rechter in Wahv-zaken uit te breiden, maar heeft wel de noodzaak benadrukt voor een efficiënte afhandeling van de vele Wahv-beroepen die jaarlijks binnenkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Kantonrechter
zaaknummers: zie de bijlage bij deze uitspraak

uitspraak van de meervoudige kamer van 7 mei 2024 in de zaken tussen

433 personen uit heel Nederland, eisers

(gemachtigde: mr. Y. el Mathari)
en
de officier van justitie van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie(CVOM), verweerder
(gemachtigde: mr. E.M. Morsink).

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over de beroepen die eisers bij de rechtbank hebben ingesteld, omdat de officier van justitie niet tijdig zou hebben beslist op hun administratieve beroepen tegen de beschikkingen waarbij de officier van justitie een verkeersboete heeft opgelegd. Dit zijn zaken waarop de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) van toepassing is.
2. Het grote aantal Wahv-zaken dat op behandeling door de rechter wacht en de rol van gemachtigden in die procedures staan in de maatschappelijke belangstelling. Deze uitspraak is niet alleen voor deze 433 zaken relevant, maar ook voor de rechtsontwikkeling in bredere zin.
3. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het geen zin heeft om bij de rechter een procedure te voeren over niet tijdig beslissen in Wahv-zaken. Dat komt omdat de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing zijn in Wahv-zaken. Er is daarom geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van de vraag of er op tijd is beslist.
4. De rechtbank gaat in de uitspraak ook in op de wijze waarop de professioneel gemachtigde van de eisers deze procedures voert.

Procesverloop

5. Vanaf medio maart 2024 heeft de gemachtigde een aantal keer een pakket met meerdere beroepen vanwege niet tijdig beslissen in Wahv-zaken naar de rechtbank gestuurd. In totaal zijn er ruim 500 beroepen ingesteld. De beroepen zijn rechtstreeks bij de rechtbank, team bestuursrecht, ingediend. Eisers vragen aan de rechtbank “de nodige maatregelen te treffen” en om de officier van justitie te veroordelen tot de “maximale dwangsom”.
6. De mogelijkheid om beroep in te stellen tegen niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan en de instrumenten die de bestuursrechter dan heeft, volgen uit de Awb. De vraag hoe die procedure zich principieel verhoudt tot Wahv-zaken is in de rechtspraak – voor zover de rechtbank kan nagaan – nog niet eerder beantwoord. Om die reden en omdat het om een groot aantal zaken gaat, zijn de zaken behandeld door een meervoudige kamer en is met voorrang een zitting gepland.
7. Op de administratie van de rechtbank zijn twee lijsten gemaakt van de ingestelde beroepen: een lijst met zaken waarbij de gedraging waarvoor de verkeersboete is opgelegd in het rechtsgebied van deze rechtbank heeft plaatsgevonden en een lijst met zaken waarbij de gedraging elders in Nederland heeft plaatsgevonden. Voor de zaken van de eerste lijst heeft de officier van justitie voor de zitting per zaak een standpunt ingenomen, dat in veel gevallen luidt dat er wel degelijk en tijdig een beslissing op het administratief beroep is genomen. Dat geldt ook voor een deel van de zaken van de tweede lijst. Voor de overige zaken van die lijst heeft de officier van justitie verzocht om op een later moment een standpunt in te kunnen nemen en om aanhouding gevraagd.
8. In reactie hierop heeft de gemachtigde van eisers een dag voor de zitting ruim 60 beroepen van de eerste lijst ingetrokken.
9. De beroepen zijn op 23 april 2024 op een zitting behandeld. Geen van de eisers was aanwezig; zij hebben zich laten vertegenwoordigen door [A] , de kantoorgenoot van hun gemachtigde. Verder was de gemachtigde van de officier van justitie aanwezig.
10. Op de zitting heeft de gemachtigde nog een aantal beroepen van de eerste lijst ingetrokken. Na de zitting zijn de twee lijsten opgeschoond omdat enkele zaken dubbel waren geteld. De rechtbank doet nu uitspraak op de resterende 433 beroepen, waarvan de zaaknummers in de bijlage bij deze uitspraak staan. Gelet op de hierna te bespreken uitkomst in deze zaken heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om het onderzoek te heropenen en de officier van justitie de gelegenheid te geven om nadere standpunten in te nemen.

Overwegingen over de bevoegdheid van de rechtbank

In Wahv-zaken staat beroep open bij niet tijdig beslissen
11. Op grond van de Wahv kan een administratieve sanctie (een verkeersboete) worden opgelegd, waartegen administratief beroep open staat bij de officier van justitie. Dit soort zaken vallen onder het bestuursrecht. Zowel de administratieve sanctie als de beslissing op het administratief beroep zijn besluiten in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
12. Bij de bestuursrechter kun je in beroep gaan tegen besluiten, maar ook bij het niet tijdig nemen van besluiten. Dat volgt uit artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Deze bepaling is in de Wahv niet uitgezonderd. Dit betekent dat er beroep open staat bij de bestuursrechter, als de officier van justitie niet tijdig een beslissing neemt op een administratief beroep in een Wahv-zaak.
De kantonrechter is de bevoegde bestuursrechter
13. Om vast te stellen welke rechtsgang openstaat tegen het niet tijdig nemen van een besluit, moet worden gekeken naar de mogelijkheden die zouden openstaan, als een reëel besluit zou zijn genomen. Dat volgt uit de parlementaire geschiedenis van de Awb. [1] In deze zaken moet dus gekeken worden naar de rechtsgang die voor eisers zou open staan, als de officier van justitie een beslissing op hun administratieve beroepen zou hebben genomen.
14. Tegen de beslissing op een administratief beroep in een Wahv-zaak staat beroep open bij de kantonrechter van de rechtbank, die daartoe als bestuursrechter wordt aangemerkt. Dat volgt uit artikel 9 van de Wahv, in samenhang met artikel 1:4, derde lid, van de Awb. De kantonrechter is daarom als bijzondere bestuursrechter ook bevoegd bij een beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op een administratief beroep in een Wahv-zaak.
15. Eisers hebben hun beroepen ingesteld bij de algemene bestuursrechter van de rechtbank. Uit de rechtspraak volgt dat de rechtbank ambtshalve moet beoordelen of de algemene of een bijzondere bestuursrechter van de rechtbank bevoegd is, of dat de bestuursrechter in het geheel niet bevoegd is. [2] Gelet hierop zijn de beroepen in behandeling genomen door de kantonrechter, als bijzondere bestuursrechter van de rechtbank.

De kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland is bevoegd

16. De volgende vraag is of de kantonrechter van déze rechtbank bevoegd is. In Wahv-zaken moet daarbij ofwel gekeken worden of de gedraging waarover de verkeersboete gaat, is verricht in het rechtsgebied van de rechtbank, ofwel of de betrokkene in dat rechtsgebied woont. Dat volgt uit artikel 10 van de Wahv en geldt ook voor beroepen tegen niet tijdig beslissen.
17. Deze rechtbank is in ieder geval voor een deel van de zaken bevoegd: het gaat om de 3 resterende zaken van de eerste lijst, waarbij de gedraging in dit rechtsgebied is gepleegd en om de zaken van de tweede lijst waarbij de eisers in dit rechtsgebied wonen.
18. Er zijn ook zaken van de tweede lijst waarvoor deze rechtbank niet bevoegd is, omdat de eisers buiten het rechtsgebied wonen en de gedraging ook niet daarbinnen is gepleegd. De rechtbank zal deze zaken desondanks behandelen. Beide partijen hebben op de zitting nadrukkelijk gevraagd om dat te doen en het is uit het oogpunt van proceseconomie niet wenselijk om een deel van de zaken alsnog door te sturen naar andere rechtbanken. De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat alle zaken door dezelfde gemachtigde zijn aangebracht en dat het steeds om dezelfde rechtsvraag gaat.
Eisers mochten zich direct tot de rechtbank richten
19. De Wahv kent een bijzondere regeling voor het instellen van een beroep: dat moet niet bij de kantonrechter zelf worden ingediend, maar bij de officier van justitie die op het administratief beroep heeft beslist. De officier van justitie brengt het beroepschrift vervolgens ter kennis van de bevoegde rechtbank. Dit volgt uit artikel 9, eerste lid, en artikel 10 van de Wahv.
20. De rechtbank oordeelt dat eisers in deze zaken niet kan worden tegengeworpen dat zij de beroepen direct bij de rechtbank hebben ingediend. Daarvoor zijn drie redenen. In de eerste plaats vindt de rechtbank het bezwaarlijk dat van iemand die klaagt over het stilzitten van een bestuursorgaan, een daartegen gericht rechtsmiddel bij datzelfde bestuursorgaan zou moeten instellen. Daarmee zou diegene immers afhankelijk zijn van de voortvarendheid waarmee de officier van justitie het beroep aan de rechtbank doorgeleidt, terwijl het geschil juist gaat over het gebrek aan voortvarend handelen. In de tweede plaats blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat deze regeling uit de Wahv een procedurele achtergrond heeft, vanuit de gedachte dat bepaalde administratieve handelingen rondom een ingesteld beroep eenvoudiger en efficiënter door het parket van de officier van justitie kunnen worden verricht. [3] Die handelingen zijn in procedures over niet tijdig beslissen niet aan de orde. In de derde plaats zou een strikte toepassing van de Wahv voor de nu ingestelde beroepen tot onnodige formalisering leiden. Een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is immers niet aan een termijn gebonden, op grond van artikel 6:12, eerste lid, van de Awb. Als de rechtbank de beroepen nu niet in behandeling zou nemen, kunnen eisers hun beroepen op ieder moment alsnog of opnieuw bij de officier van justitie instellen, waarna die ze opnieuw ter kennis van de rechtbank zou moeten brengen. Hetzelfde zou gelden als de rechtbank de beroepen door zou sturen naar het parket van de officier van justitie. Daar is niemand bij gebaat.

Overwegingen over niet tijdig beslissen in Wahv-zaken

Beslistermijn voor administratief beroep en bestuurlijke dwangsom
21. De officier van justitie moet binnen zestien weken beslissen op een administratief beroep tegen een op grond van de Wahv opgelegde een administratieve sanctie. Die periode kan met tien weken worden verlengd. Dat volgt uit artikel 7:24, eerste en vierde lid, van de Awb.
22. Een administratief beroep geldt als een aanvraag om een besluit te nemen, in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Als de officier van justitie niet tijdig op een administratief beroep beslist, verbeurt hij aan de indiener een dwangsom voor ten hoogste 42 dagen. De maximale dwangsom bedraagt € 1.442,-. De officier van justitie is pas een dwangsom verschuldigd nadat eerst een schriftelijke ingebrekestelling is verstuurd en er twee weken zijn verstreken. Dit volgt uit artikel 4:17, eerste tot en met derde lid, van de Awb.
23. De officier van justitie moet een dwangsom vanwege niet tijdig beslissen zelf vaststellen in een beschikking, binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was. Dat volgt uit artikel 4:18 van de Awb.

De wetgever geeft de rechter geen mogelijkheden voor niet tijdig beslissen in Wahv-zaken

24. In Wahv-zaken zijn van de Awb de algemene bepalingen over besluiten (hoofdstuk 3), de bijzondere bepalingen over besluiten (hoofdstuk 4), de algemene bepalingen over bezwaar en beroep (hoofdstuk 6) en de bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep (hoofdstuk 7) – met een enkele uitzondering – onverkort van toepassing. De Wahv kent verder eigen procesregels voor de beroepsprocedure bij de kantonrechter, die staan in hoofdstuk V van de Wahv. De algemene procesregels van een procedure bij de bestuursrechter uit hoofdstuk 8 van de Awb zijn integraal en expliciet uitgezonderd. Dat volgt uit artikel 9, eerste lid, laatste volzin, van de Wahv. De uitspraakmogelijkheden die de kantonrechter heeft, zijn het ontvankelijk of niet-ontvankelijk verklaren en het (gedeeltelijk) gegrond of ongegrond verklaren van het beroep. Bij het (gedeeltelijk) gegrond verklaren, vernietigt of wijzigt de kantonrechter dan de bestreden beslissing. Dit volgt uit artikel 13, eerste lid, van de Wahv.
25. De Wahv zelf geeft niet de uitspraakmogelijkheden die de algemene bestuursrechter in hoofdstuk 8 van de Awb wel heeft. Voor reguliere Awb-beroepen is dat in aanvulling op de hiervoor genoemde afdoeningsopties bijvoorbeeld de mogelijkheid om bij een gegrond beroep een opdracht te geven aan het bestuursorgaan en daarbij te bepalen dat het bestuursorgaan een (rechterlijke) dwangsom verbeurt als daaraan niet wordt voldaan. Dat volgt uit artikel 8:72, vierde en zesde lid, van de Awb. Voor beroepen tegen niet tijdig beslissen biedt artikel 8:55d van de Awb de algemene bestuursrechter bovendien de specifieke mogelijkheid om het bestuursorgaan een opdracht te geven om alsnog een besluit bekend te maken, om daaraan een (rechterlijke) dwangsom te verbinden of om in bijzondere gevallen een andere voorziening te treffen. Al deze instrumenten staan in hoofdstuk 8 van de Awb maar zijn dus uitgezonderd in Wahv-zaken, op grond van artikel 9, eerste lid, laatste volzin van die wet.
26. Artikel 8:55d is met afdeling 8.2.4a aan de Awb toegevoegd met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, die op 1 oktober 2009 in werking is getreden. De specifieke procedure uit de Wahv voor beroep bij de kantonrechter bestond toen al, terwijl de wetgever met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen aan de Wahv niets heeft gewijzigd. De integrale uitzondering in de Wahv van hoofdstuk 8 van de Awb is toen dus blijven bestaan. Uit de parlementaire geschiedenis is niet af te leiden wat de wetgever voor ogen heeft gehad bij de verhouding tussen de gewijzigde procedure bij niet tijdig beslissen en de ongewijzigde procedure in Wahv-zaken. Er zijn meerdere scenario’s denkbaar. Aan de ene kant zijn er argumenten die pleiten vóór het kunnen toepassen van de instrumenten uit artikel 8:55d van de Awb. Een procedure vanwege niet tijdig beslissen heeft immers weinig zin zonder de mogelijkheid om een opdracht te geven om alsnog een besluit te nemen en daaraan als prikkel een rechterlijke dwangsom te verbinden. Er zijn echter ook tegenargumenten: namelijk het geringe (geldelijke) belang in dit soort zaken en de enorme hoeveelheid van die zaken waarop de officier van justitie moet beslissen. Ten slotte is het bij het ontbreken van een toelichting de vraag of de wetgever deze argumenten voor en tegen überhaupt heeft afgewogen.

De rechtbank mag ook geen bestuurlijke dwangsommen vaststellen

27. Eisers willen (ook) dat de rechtbank vaststelt dat de officier van justitie een dwangsom heeft verbeurd vanwege het niet tijdig beslissen. Dat is de (bestuurlijke) dwangsom die in overweging 22 is beschreven. De Wahv geeft de rechtbank echter geen mogelijkheden om een dergelijke dwangsom vast te stellen. Die mogelijkheid is er voor de algemene bestuursrechter wel op grond van artikel 8:55c van de Awb: op verzoek stelt de rechter de bestuurlijke dwangsom dan vast. Dat is een bijkomende beslissing bij de hoofdbeslissing op grond van artikel 8:55d.
28. De rechtbank wijst er voor de volledigheid op dat de eisers hiermee geen rechtsbescherming wordt ontnomen. De officier van justitie moet zelf een dwangsombeschikking nemen en doet dat in de praktijk in de beslissing op het administratief beroep. In het beroep tegen dat besluit kan bij de rechter niet alleen geklaagd worden over de verkeersboete, maar ook over (het ontbreken van) de vaststelling van de bestuurlijke dwangsom.
Toepassen van buitenwettelijke instrumenten is te verstrekkend
29. Zonder door de wetgever aan de rechter gegeven mogelijkheden, ziet de rechtbank geen ruimte om artikel 8:55d of artikel 8:55c van de Awb naar analogie toe te passen in Wahv-zaken. Daarvoor zijn de met deze bepalingen gegeven deze instrumenten naar hun aard te verstrekkend. De rechtbank oordeelt dan ook dat zij bij een beroep tegen niet tijdig beslissen in een Wahv-zaak gebonden is aan de (uitspraak)mogelijkheden die hoofdstuk V van die wet haar geeft.
30. De rechtbank benadrukt dat dit géén oproep aan de wetgever is om alsnog te regelen dat de rechter in Wahv-zaken (meer) mogelijkheden krijgt bij niet tijdig beslissen, bijvoorbeeld door afdeling 8.2.4a van de Awb in die zaken van toepassing te verklaren. Het is aan de wetgever om hierover desgewenst een nadere afweging te maken, maar het is goed om in dat kader mee te geven dat de rechtbank een enorme hoeveelheid inhoudelijke Wahv-beroepen heeft, waarin al wel een beslissing door de officier van justitie is genomen. Mensen die het met zo’n beslissing over hun verkeersboete niet eens zijn, moeten nu al lang op een behandeling van hun zaak door de rechter wachten. Bij de rechtbank Midden-Nederland gaat het om duizenden zaken en er komen per jaar meer Wahv-beroepen binnen dan de rechtbank jaarlijks kan behandelen. Het is daarom de vraag of het openstellen van de rechterlijke instrumenten voor niet tijdig beslissen in Wahv-zaken daadwerkelijk tot een versnelling zou leiden. Dit vergt een afweging over de prioritering van de inzet van schaarse rechterlijke capaciteit.

Rechtbank volgt gerechtshof niet

31. De rechtbank is bekend met het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 april 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:3508), over een procedure bij niet tijdig beslissen in een Wahv-zaak. Daarin heeft het gerechtshof een opdracht gegeven de beslissing op het administratief beroep bekend te maken en is de bestuurlijke dwangsom door de rechter vastgesteld. In dit arrest is echter niet gemotiveerd ingegaan op de grondslag van de bevoegdheid van de rechter voor deze wijze van afdoening. In het licht van het voorgaande ziet de rechtbank hiervoor geen ruimte.

Beslissing van de rechtbank in de 433 zaken

32. Als iemand terecht beroep instelt tegen niet tijdig beslissen, is de enige mogelijke uitkomst – gelet op het hiervoor gegeven oordeel – dat de rechtbank dat beroep gegrond verklaart en dat zij het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigt. Die uitkomst is in feite niet meer dan een vaststelling van het feit dat er te laat is beslist, maar dat brengt iemand niet in een andere rechtspositie ten opzichte van de officier van justitie. Zonder opdracht van de rechtbank aan de officier van justitie – en die opdracht mag de rechtbank dus niet geven doordat hoofdstuk 8 van de Awb is uitgesloten – werkt een dergelijke uitspraak in juridische zin niet versnellend voor de afdoening van de administratieve beroepen. Een uitspraak op een beroep tegen niet tijdig beslissen in een Wahv-zaak is dan niet meer dan een symbolische verklaring voor recht. Iemand kan echter alleen bij de bestuursrechter terecht als diegene een resultaat met feitelijke betekenis kan bereiken. Dat wordt aangeduid als het procesbelang.
33. Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat eisers geen reëel belang hebben bij de uitkomst van deze procedures. Het procesbelang bij hun beroepen ontbreekt. De rechtbank zal de beroepen daarom niet-ontvankelijk verklaren. Dat betekent dat niet inhoudelijk wordt beoordeeld of de officier van justitie te laat is met zijn beslissing.
34. De officier van justitie hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Procesbeslissing voor de zaken waarin de officier van justitie inmiddels heeft beslist
35. Als er inmiddels alsnog inhoudelijke beslissingen op administratieve beroepen zijn genomen waar een van de eisers het niet mee eens is, dan moet hij of zij daartegen separaat beroep instellen bij het parket van de officier van justitie. Die zal dat beroep dan naar de rechtbank sturen, waarna de zaak op een reguliere Wahv-zitting wordt gepland. De rechtbank legt de verantwoordelijkheid voor het instellen van beroep tegen een inhoudelijke beslissing dus bij (de gemachtigde van) de eisers.
36. De rechtbank is zich ervan bewust dat dit afwijkt van wat de wet voorschrijft. Als er al een procedure vanwege niet tijdig beslissen loopt, heeft dat beroep van rechtswege namelijk ook betrekking op een alsnog genomen inhoudelijk besluit. Dat volgt uit artikel 6:20, derde lid, van de Awb. Vanwege de hoeveelheid zaken die de gemachtigde van eisers heeft aangebracht en de wijze waarop hij dat heeft gedaan (zie hierna), is op dit moment niet duidelijk in welke zaken de gemachtigde verder wil procederen over de verkeersboete. De rechtbank vindt het niet wenselijk om deze uitspraak over niet tijdig beslissen daarop te laten wachten.

Nadere overwegingen over de gemachtigde

37. Vanwege de rechtsontwikkeling vond de rechtbank het belangrijk om de rechtsvraag over niet tijdig beslissen in Wahv-zaken te beantwoorden. Om die reden heeft de rechtbank geen nader onderzoek gedaan naar de manier waarop de gemachtigde procedeert of naar zijn bevoegdheid tot procederen. Met het oog op de procesvoering van (het kantoor van) de gemachtigde van eisers wil de rechtbank in dat kader wel het volgende meegeven.
De wijze waarop de gemachtigde van eisers procedeert
38. De rechtbank heeft moeite met de wijze waarop de gemachtigde deze procedures voert. Van een professioneel gemachtigde mag verwacht worden dat deze een deugdelijke beoordeling van zijn zaken maakt. Het heeft er echter alle schijn van dat de gemachtigde zonder vooraf enige selectie te maken een groot aantal procedures is gestart, simpelweg door ze over de schutting van de rechtbank te gooien. Dat blijkt ook uit de omstandigheid dat een groot deel van de zaken net zo gemakkelijk weer werd ingetrokken, toen bleek dat in die zaken wel degelijk al een beslissing op het administratief beroep is genomen. Er zijn ruim 500 zaken aangebracht waarvan nu vastgesteld kan worden dat veelal vóór het instellen van beroep bij de rechtbank al een beslissing genomen was of inmiddels een beslissing genomen is. Dat de gemachtigde in al die zaken niet op de hoogte zou zijn van die beslissingen vanwege problemen met de verzending vindt de rechtbank niet erg aannemelijk. Door deze manier van procederen, wordt de administratie van de rechtbank én die van het parket van de officier van justitie met veel onnodig werk opgezadeld, want iedere zaak moet met gegevens worden geregistreerd, aan iedere individuele zaak moet een zaaknummer worden toegekend en er moet een procesdossier worden aangemaakt. Het is niet zo dat de rechtbank ingeschakeld kan worden voor werk dat door de gemachtigde zelf gedaan moet worden.
39. Het voorgaande zou zonder meer aanleiding zijn om te oordelen over de vraag of de gemachtigde op deze manier de behoorlijke rechtsbedeling in gevaar brengt, wat in de rechtspraak een ernstig bezwaar oplevert op grond waarvan de bestuursrechter de bijstand door diegene kan weigeren. [4] Het gedrag van de gemachtigde geeft ook reden om te onderzoeken of het rechtsmiddel van beroep bij niet tijdig beslissen evident is gebruikt zonder redelijk doel of voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven. Dat wordt in de rechtspraak van de bestuursrechter aangemerkt als zwaarwichtige grond om misbruik van procesrecht aan te nemen. [5]
De machtiging van My Legal Consultancy
40. De Wahv voorziet niet in een regeling voor het instellen van beroep door een gemachtigde. In de rechtspraak wordt artikel 8:24, tweede lid, van de Awb daartoe naar analogie toegepast. [6] Daaruit volgt dat de rechtbank van een gemachtigde een toereikende schriftelijke machtiging mag verlangen en dat de gemachtigde de kans moet krijgen om het ontbreken daarvan te herstellen.
41. De beroepen zijn ingesteld door de gemachtigde, die werkt voor My Legal Consultancy B.V. De rechtbank beschikt niet over de procesdossiers van de administratieve beroepen, maar op de zitting heeft de gemachtigde van de officier van justitie een voorbeeld verstrekt van de machtiging die de eisers in deze zaken hebben ondertekend.
42. De verstrekte machtiging is door een eiser verleend aan het bedrijf Bonnetje B.V. en heeft betrekking op “het voeren van verweer” tegen de verkeersboete met het in de machtiging aangeduide nummer. Bonnetje B.V. machtigt op haar beurt vervolgens My Legal Consultancy B.V. om “rechtshandelingen te verrichten inzake alle procedures betreft juridische zaken”, waarmee alle rechtshandelingen worden bedoeld die “gevolmachtigde noodzakelijk lijken om een positief resultaat te bereiken”.
43. De rechtbank vindt dat deze wijze van doormachtigen vragen oproept en zonder verdere uitleg ontoereikend is voor deze procedures over niet tijdig beslissen. De eisers hebben Bonnetje gemachtigd om verweer te voeren tegen hun verkeersboetes. Een procedure vanwege niet tijdig beslissen is iets anders dan het voeren van verweer tegen de verkeersboete. De doormachtiging van Bonnetje aan My Legal Consultancy is dan ook veel ruimer dan de machtiging die eisers aan Bonnetje hebben gegeven. Op de zitting heeft de kantoorgenoot van eisers gemachtigde toegelicht dat de eisers niet actief benaderd zijn om hen te informeren over deze procedures vanwege niet tijdig beslissen. De rechtbank vraagt zich dan ook af het wel de bedoeling was van de eisers om deze procedures te voeren.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, voorzitter, en mr. J.O Zuurmond en mr. G. Schnitzler, leden, in aanwezigheid van mr. M.H.L. Debets, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2024.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Strafrecht, locatie Utrecht, o.v.v. Mulderzaken, postbus 16005, 3500 DA Utrecht.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in uw beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting vraagt waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.

Bijlage: overzicht zaaknummers

Zaken waarbij de gedraging waarvoor de verkeersboete is opgelegd in het arrondissement Midden-Nederland heeft plaatsgevonden
Zaaknummer
CJIB-nummer
11086227
256983433
11086969
257344922
11086971
257388241
Overige zaken
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11086153
256895691
11085882
256978647
11086163
256838903
11086003
256861384
11086166
256908140
11086019
256875368
11086170
256902747
11086024
256504875
11086172
256897223
11086029
256973864
11086176
256871405
11086043
256518071
11086183
256861859
11086047
257204964
11086187
256917536
11086053
256418923
11086191
256905744
11086106
256406337
11086194
257043687
11086111
256919679
11086196
260582569
11086128
256916419
11086197
256991821
11086134
256864261
11086202
257074743
11086136
256910311
11086207
256828505
11086140
256516787
11081078
256048542
11086145
256838964
11081103
257176962
11079202
257143294
11081113
257244542
11079209
257101972
11081148
257178042
11079246
257141985
11081222
257143634
11079254
257138067
11081480
257205405
11079262
257147251
11081503
254349868
11079272
257875496
11081541
257202399
11079284
257145210
11085704
256514491
11079321
257146409
11085713
257205297
11079357
257314654
11085722
256794066
11079381
257075028
11085729
257237820
11079885
257487341
11085732
257247759
11079938
257143104
11085741
257250613
11079965
257205263
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11082865
256837571
11083787
257487089
11082888
256879502
11083792
257141941
11082942
256838912
11083799
257205402
11082949
256875870
11083808
257074903
11082957
256793991
11083817
257039527
11082968
259876301
11083851
257091553
11079104
257247826
11083868
257090007
11079120
257133771
11083875
256978535
11079154
257486674
11083883
257102025
11079167
257134357
11083888
256982944
11083518
256793131
11083899
256980211
11083532
256864885
11083906
256979195
11083536
256863835
11083918
257254227
11083544
256869177
11084057
257009656
11083549
256836870
11084063
256980929
11083556
257102155
11084125
256917097
11083563
256982831
11084136
256934189
11083571
257059457
11084144
256934749
11083575
257021071
11084150
256918843
11083583
257040266
11084158
256974023
11083590
257106697
11084166
256914616
11083598
256977989
11084172
256914203
11083603
256982806
11084179
256973435
11083608
256980998
11084186
256974288
11083615
256978393
11084193
256937395
11083622
256977521
11084199
256940278
11083630
256981504
11084205
256989028
11083635
256983629
11084212
256981577
11083641
256981031
11084215
256944795
11083652
257255273
11084223
256981003
11083659
256918927
11084234
257040144
11083666
257176726
11084237
257040504
11083743
257233255
11084242
257066754
11083749
257247353
11084725
257571516
11083752
257231550
11084731
257316804
11083761
257246518
11084737
257470160
11083764
257254346
11084766
257502869
11083772
257247355
11084770
257738046
11083778
257204374
11084774
257468212
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11084783
257430416
11085484
257474801
11084786
257205411
11085492
257509522
11084792
257430725
11085526
257499900
11084797
257424945
11085531
257444148
11084807
257401804
11085547
257451034
11084831
257651593
11085552
257437661
11084840
257437414
11085557
257509708
11084846
257437709
11085561
257489525
11084855
257471647
11085576
257514666
11084865
257437303
11085597
257514344
11084877
257428908
11085606
257499378
11084885
257465938
11085612
257489889
11084898
257421962
11085617
257963906
11084903
257421846
11085628
257275311
11084910
257425397
11085638
257221771
11084916
257591777
11085647
257296165
11084964
257619080
11085654
257276120
11084988
257502661
11085660
257671641
11085036
257516345
11085665
257317119
11085084
257486719
11085671
257333576
11085091
257511723
11085686
257303576
11085108
257508495
11085696
257302173
11085124
257526844
11085725
257302829
11085140
257557440
11085730
257315095
11085154
257535315
11085814
256302375
11085157
257554519
11085826
256360558
11085165
257526075
11085834
257244522
11085173
257486779
11085842
257246023
11085195
257488088
11085865
257266398
11085380
257463317
11085873
257244798
11085391
257450819
11085878
257246545
11085396
257448615
11085885
257251052
11085410
257444303
11085891
257248471
11085420
257465584
11085896
257247211
11085431
257461737
11085917
258103505
11085443
257449751
11085922
257316285
11085450
257458352
11085930
257275124
11085468
257444094
11085934
257275387
11085479
257443282
11085959
257276646
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11084189
257307422
11084433
257313819
11084197
257303553
11084438
257315199
11084200
257314662
11077735
257825502
11084206
257338216
11077763
257821668
11084213
257317954
11077781
257805372
11084219
257302738
11077796
257799684
11084225
257277028
11077812
258076728
11084230
257308706
11077822
257769596
11084252
257314088
11077830
257766633
11084273
257316771
11077852
257795376
11084299
257444220
11077920
258001923
11084322
257496125
11077933
257794228
11084326
259034386
11077941
257794436
11084338
257327610
11077961
257307266
11084348
257366160
11078053
257776244
11084359
257352620
11078082
257727782
11084363
257310368
11078092
258668585
11084366
257619801
11078107
258372619
11084379
257376956
11078128
257738358
11077325
257846327
11078146
258668111
11077333
257881587
11078155
257648178
11077362
250704163
11078182
258667732
11077379
257843761
11078221
258411063
11077393
257839382
11078234
257701844
11077420
257843834
11078244
257739108
11077430
257843423
11077328
256916430
11077464
257847810
11077384
256915340
11077570
257860687
11077419
256915342
11077580
258516568
11077466
256904244
11077586
257852536
11077483
256982935
11077596
258543488
11077504
256977436
11077604
258076133
11077528
256978670
11077614
258474818
11077543
256982780
11077632
257827537
11077564
256976550
11077685
257828465
11077701
256981670
11077698
257814948
11077715
257039180
11077702
257802588
11077736
256980990
11077708
257797175
11077753
256981110
11084428
257312699
11077789
256976850
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11077820
256981080
11082428
257594468
11077833
257204364
11082437
257571479
11077848
257205878
11082461
257844286
11077960
256977440
11082470
257570292
11077975
257176534
11082475
257570447
11078033
257189569
11082481
257570448
11078064
256979970
11082484
257631513
11078093
256971422
11082503
257592946
11078142
256981608
11082520
257624045
11078159
256977316
11082535
257604661
11078195
256979769
11082548
257601624
11078212
256974791
11082671
257628579
11078237
257215704
11082688
258242918
11078271
257738511
11082693
257604508
11078288
257945892
11082817
257576214
11078299
257737652
11082826
257577359
11078314
257703206
11082843
257599086
11078421
257722717
11082866
257584378
11078445
257702711
11082875
257597952
11078459
257701458
11082884
257578030
11078476
257648507
11082894
257568784
11078491
257648615
11082915
257570397
11078512
257279564
11082922
257589440
11078532
257945135
11082926
257401538
11078594
258380763
11082941
257585980
11078705
257571141
11082946
257598027
11078721
257595497
11082952
257574404
11078749
257572186
11082960
257598113
11081509
257589117
11082969
257572641
11081514
257857921
11082974
257589298
11081524
257592767
11082987
257828200
11078417
257101631
11082997
257842531
11078457
256939438
11083009
257549129
11078492
257074824
11083018
257551433
11078558
257173196
11083024
257531153
11078603
257077948
11083031
257768490
11078655
257101907
11083041
257634443
11078683
257141604
11083203
257659581
11078845
257830318
11083285
256073953
Zaaknummer
CJIB-nummer
Zaaknummer
CJIB-nummer
11083292
257633379
11083972
257417613
11083313
257684228
11083978
257353046
11083329
257646697
11083987
257359026
11083334
257649666
11083994
257361391
11083341
257651250
11084002
257316391
11083345
257651164
11084005
257391959
11083351
257694198
11084016
257413160
11083358
257650436
11084025
257446687
11083396
257649762
11084033
257393863
11083418
257649504
11084061
257393755
11083423
257687981
11084066
257356514
11083430
257683096
11084070
257350790
11083446
258438777
11084078
257350194
11083455
257842013
11084082
257400006
11083462
257609054
11084089
257416479
11083469
257604248
11084100
257417635
11083717
257603642
11084130
257390633
11083756
257604582
11084138
257468114
11083783
257604567
11084148
257464344
11083794
257603430
11084165
257462596
11083801
257604170
11084170
257477211
11083806
257623366
11084178
257506549
11083815
257622899
11084184
257515020
11083843
257630425
11083873
257630821
11083882
256404474
11083898
257336134
11083909
257280612
11083914
257420969
11083922
257309590
11083925
257279093
11083929
257309096
11083935
257318226
11083939
257317210
11083943
257309798
11083948
257319726
11083955
257313612
11083960
257406483
11083968
257394150

Voetnoten

1.Kamerstukken II 1988/89, 21 221, nr. 3, p. 119-120.
2.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ0722.
3.Kamerstukken II 1995/96, 23 689, nr. 6, p. 10.
4.Zie het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1730.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2321.
6.Zie bijvoorbeeld het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10521.