In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 13 februari 2024, is het verzet van de opposante gegrond verklaard. De opposante had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 19 mei 2023, waarin het beroep gegrond werd verklaard en de Belastingdienst/Toeslagen werd opgedragen om uiterlijk 1 juli 2024 een besluit op bezwaar bekend te maken. De opposante stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak en dat er geen zitting nodig was. De rechtbank oordeelde dat de gegunde beslistermijn tot 1 juli 2024 niet in stand kon blijven, gezien de omvang van de hersteloperatie toeslagen. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van de Raad van State en bepaalde dat de Belastingdienst binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moest bekendmaken. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank veroordeelde de Belastingdienst ook tot betaling van de proceskosten van de opposante, die in verzet € 437,50 en in beroep € 218,75 bedroegen, evenals het griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.