ECLI:NL:RBMNE:2024:2506
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan specificatie en misbruik van wrakingsmiddel
Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht een beslissing genomen in een wrakingszaak. De verzoeker had op 10 april 2024 een verzoek tot wraking ingediend, maar dit verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker niet had gespecificeerd op welke rechter(s) het verzoek betrekking had en dat er op dat moment nog geen rechters waren gekoppeld aan de hoofdzaken waarin de verzoeker partij was. De wrakingskamer stelde vast dat het verzoek geen betrekking had op de met de behandeling van de zaak belaste rechter(s).
Daarnaast werd overwogen dat de stelling van de verzoeker dat het mandaat van de rechter(s) niet was gebleken, geen grond voor wraking opleverde. Er waren geen feiten of omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank benadrukte dat alle rechters en gerechtelijke ambtenaren de eed of belofte hadden afgelegd, wat de onafhankelijkheid van de rechters waarborgt.
De wrakingskamer legde de verzoeker een wrakingsverbod op in de drie hoofdzaken, omdat hij eerder een vergelijkbaar verzoek had ingediend dat om dezelfde reden niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank concludeerde dat de indiening en formulering van het wrakingsverzoek als misbruik van het wrakingsmiddel moesten worden beschouwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.