4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn broertje [medeverdachte] belde mij op om mee te gaan naar de afspraak met de jongen die met zijn minderjarige dochter ging op 14 september 2022. We gingen er heen om hem aan te spreken en hem veilig te stellen. Ik ben met [medeverdachte] naar de afspraak gereden in zijn auto. Ik ben ter plaatse uit de auto gestapt en ik heb aan de bestuurderskant van de auto van die jongen gestaan. Ik heb tegen de auto geleund en heb naar hem staan kijken. Ik heb de sleutel van de auto van de jongen uit het contactslot gehaald. Dat heb ik door het raam van de auto gedaan. Het raam was toen al kapot. Ik hou het verder bij de verklaring die ik vlak na het incident bij de politie heb afgelegd. Toen kon ik me het incident nog het meest herinneren.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte op 15 september 2022, genummerd PL0900-2022272356-28, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: wat kan jezelf verklaren over wat er is gebeurd?
A: Ik zag dat de auto met de witte kentekenplaat [
de rechtbank begrijpt: de auto van [slachtoffer]] achteruit reed. Ik denk dat hij wilde vluchten, maar omdat wij daar achter stonden, kon hij niet weg. Ik zag dat er uit die BMW X5 veel jongens kwamen. Ik hoorde glas geluid. Ik hoorde die jongens van alles schreeuwen, zoals: jij bent pedo. Ik heb hem uitgescholden voor vuile pedo.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte op 17 september 2022, genummerd PL0900-2022272356-55, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wat gebeurde er met de inzittende van die Audi A3 tijdens dit incident?
A: Hij zat in de auto. Ik heb alleen zijn telefoon en sleutels gepakt. Ik heb wel gespuugd, dat is onze eer. De spuug kwam in de auto terecht, ik weet niet of het op hem kwam.
Een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] op 17 september 2022, genummerd PL0900-2022272356-53, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb mijn neefjes erbij gehaald. Zo zijn wij ook bij de zaak [
de rechtbank begrijpt: het autobedrijf van medeverdachte [medeverdachte]] weg gegaan.
Een proces-verbaal van bevindingen getuige [getuige 1] , genummerd PL0900-2022272356-13, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 september 2022, hoorde ik getuige [getuige 1] het volgende verklaren:
- rond 17:00 uur was ik aanwezig op de [straat 1] in [plaats] ;
- ik zag dat twee donkerkleurige voertuigen met piepende banden een ander voertuig,
een Audi, van voren en van achteren insloot;
- ik zag dat een groep van 6 tot 8 personen uit deze voertuigen sprongen en naar
de Audi renden;
- ik zag dat één van deze personen met een op een hamer gelijkend voorwerp, op de auto sloeg;
- ik zag dat meerdere personen de deuren van de Audi open trokken, de Audi indoken
en dat zij de persoon die in de Audi zat, aanvlogen;
- ik zag dat een persoon via de bijrijders kant trappende bewegingen maakte de auto in, naar de persoon die in de Audi zat;
- ik zag dat er later een voorwerp, mogelijk een hamer, de bosschages naast het
incident gegooid werd.
Een proces-verbaal van bevindingen getuige [getuige 2] , genummerd PL0900-2022272356-24, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 september 2022 hoorde ik [getuige 2] als getuige. Ik hoorde haar het volgende verklaren:
Ik was aan het werk toen ik een harde klap hoorde. Ik ben hierop naar het raam
gelopen dat uitkijkt op de [straat 1] . Ik zag toen dat er precies voor ons pand
drie personenauto's stonden. Ik zag dat een van deze auto's tegen het verkeer in was
gereden en de doorgang van de andere auto's blokte. Ik zag dat er rond het middelste voertuig ongeveer 5 mannen stonden. Drie aan de bestuurderszijde en twee aan de bijrijderszijde. Ik zag dat een van deze mannen via de bijrijderszijde door het geopende portier trapbewegingen maakte in de richting van de bestuurder. Ik zag nog iemand die de ruiten van dit voertuig stuk trapte. Aan de bestuurderszijde zag ik dat een man door de ruit van het bestuurdersraam insloeg op de bestuurder. Het geweld heeft ongeveer 6 tot 7 minuten geduurd.
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2022272356-26, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 14 september 2022 kwamen wij ter plaatse op de [straat 1] . Ik zag drie donkerkleurige voertuigen op een rij geparkeerd staan. Ik zag dat er een zwart gekleurde BMW X5 met de neus tegenover een donkerkleurige Audi A3 stond. Ik zag dat er achter deze Audi A3 een zwartkleurige Audi A8 stond met draaiende motor. Ik zag dat de ruiten van de Audi A3, stuk waren en dat er deuken in de motorkap van het voertuig zaten. Ik zag dat er ronde, holle afdrukken in de voorruit van de Audi zaten. Ik had gehoord van een getuige [
de rechtbank begrijpt: getuige [getuige 1]] dat er een voorwerp de bosschages was gegooid door één van de verdachten. Ik zocht in de bosschages op de [straat 1] naast de geparkeerde voertuigen. Ik zag daar in het lange gras een wielmoersleutel liggen. Ik zag dat er op het uiteinde van deze wielmoersleutel kleine krasjes zaten.
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2022272356-27, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 14 september 2022, zag ik, verbalisant [verbalisant] , op de [straat 1] een drietal zwarte personenauto's staan met daar omheen meerdere mannen. Ik zag dat het middelste voertuig een Audi betrof. Ik zag dat van dit voertuig de achterruit was vernield en de ruit van de linker achter en voorportier was vernield. In dit voertuig zag ik een man half liggend en half zittend op de bestuurderstoel zat. Ik zag dat deze man met ontbloot bovenlijf zat. Ik heb de man aangesproken en vroeg hem wat er was gebeurd. Ik zag dat de man wel bij kennis was, maar geen antwoord gaf op mijn vraag. Het duurde even voor ik tot de man doordrong en ik zijn gegevens kon overnemen van zijn rijbewijs. De bestuurder bleek te zijn: [slachtoffer] .
Ik zag dat hij steeds vaker wegzakte. Ik zag verder dat de man een wond had aan de
linkerzijde van zijn hoofd en verder op het bovenlijf meerdere rode strepen.
Bewijsoverweging
Wat is er gebeurd?
Op basis van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast. Op 14 september 2022 heeft de vrouw van medeverdachte [medeverdachte] , zich voordoende als de dochter van die medeverdachte, via Twitter een afspraak gemaakt met [slachtoffer] (hierna ook: het slachtoffer). Verdachte is op verzoek van [medeverdachte] mee gegaan naar deze afspraak. Ter plaatse wordt de auto van het slachtoffer door twee voertuigen, waaronder de auto waarin verdachte zat, ingesloten. Uit deze auto’s springen meerdere personen die naar het voertuig van het slachtoffer rennen. Vervolgens wordt door deze personen geweld toegepast op het slachtoffer en het voertuig waar hij in zit. De ramen van het voertuig worden ingeslagen en ingetrapt en er wordt met een wielmoersleutel op de vooruit van de auto geslagen. Getuigen zien dat het slachtoffer in zijn auto wordt aangevlogen en dat in zijn richting wordt getrapt en geslagen. Uit het letsel dat verbalisanten bij het slachtoffer waarnemen, en de toestand waarin zij hem aantreffen, te weten het vaak wegzakken van het slachtoffer, blijkt dat flink geweld is toegepast op het lichaam en op het hoofd van het slachtoffer.
Daarmee is voldoende komen vast te staan dat er geweld is uitgeoefend door de inzittenden van de auto’s die de Audi A3 van het slachtoffer hebben klemgereden. Dat er mogelijk ook derden bij het geweld betrokken zijn geraakt, die niet uit de auto’s kwamen, maakt dat niet anders.
Significante en wezenlijke bijdrage
De rechtbank stelt voorop dat van het "in vereniging" plegen van geweld sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld. Die bijdrage hoeft zelf niet van gewelddadige aard te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is echter niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door verdachte geleverde bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
De rechtbank stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte is met medeverdachte [medeverdachte] meegegaan naar de afspraak met het slachtoffer. Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij op de hoogte was van de intentie van de afspraak, namelijk het “aanspreken en veiligstellen” van het slachtoffer. Verdachte verklaart vervolgens dat hij ter plaatse langs het voertuig van het slachtoffer heeft gestaan en dat hij het slachtoffer heeft uitgescholden voor ‘
pedo’. Verdachte heeft verder de sleutel van de auto van het slachtoffer uit het contactslot gehaald en heeft de telefoon van verdachte afgepakt. Verdachte heeft ook in de richting van het slachtoffer gespuugd.
De rechtbank kan weliswaar niet met voldoende mate van zekerheid vaststellen wie welke geweldshandelingen (tegen de Audi A3 en tegen het slachtoffer) heeft verricht, maar wel dat verdachte het gepleegde geweld heeft bevorderd. Dat heeft hij gedaan door mee te gaan naar de door [medeverdachte] geplande confrontatie met het slachtoffer, door, nadat de auto van het slachtoffer was klemgereden net als de andere inzittenden van beide auto’s uit te stappen, naar de auto van het slachtoffer toe te lopen, de sleutel uit het contactslot van de auto van het slachtoffer te halen, de telefoon van het slachtoffer af te pakken, het slachtoffer uit te schelden en – ten slotte – in zijn richting te spugen. Verdachte was er aldus bij toen er fors geweld op de auto en het slachtoffer werd uitgeoefend en is meegegaan in die aanvalsgolf. Hij heeft bijgedragen aan de algehele sfeer van ontremming. Op grond hiervan staat voor de rechtbank vast dat de verdachte niet enkel de groep getalsmatig heeft versterkt, maar dat hij door te handelen als hiervoor vermeld, opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezen.