2.2.1.Het Hof heeft het vonnis van de Rechtbank gedeeltelijk en met aanvulling van gronden bevestigd. In dat vonnis is, voor zover in cassatie van belang, ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"hij op 29 mei 2015 te Woubrugge, gemeente Kaag en Braassem, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, toebehorende aan [betrokkene 1] en [betrokkene 3] , zich naar de woning van die [betrokkene 1] en [betrokkene 3] heeft begeven en (vervolgens) zonder toestemming die woning heeft betreden en (vervolgens) zich naar de slaapkamer in die woning heeft begeven (alwaar de kluis in die woning staat), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd gevolgd van geweld tegen die [betrokkene 1] en [betrokkene 3] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld bestond uit het duwen tegen het lichaam van die [betrokkene 1] en slaan/stompen in het gezicht van die [betrokkene 1] en het hardhandig beetpakken van het lichaam van die [betrokkene 3] en het (hardhandig) duwen/(open)slaan van een deur tegen het lichaam van die [betrokkene 3] ."
2.2.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende in het bevestigde vonnis opgenomen bewijsvoering:
"Inleiding
De verdachte wordt verweten dat hij, nadat hij betrapt was bij een poging tot diefstal, geweld heeft gepleegd tegen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] . Zij hebben hier beide een verklaring over afgelegd, zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris. Daarnaast heeft [getuige] een getuigenverklaring afgelegd.
De verklaringen van de aangevers en de getuige [betrokkene 3] heeft verklaard dat zij op 29 mei 2015 de woning van haar en haar man te Woubrugge binnenliep en zag dat de deur van de bijkeuken naar de gang richting de woonkamer open was, terwijl deze normaal op slot hoort te zitten. Zij liep via de keuken en de woonkamer naar de deur die leidt naar de gang waaraan de slaapkamer en het kantoor zijn gelegen. Op het moment dat zij deze deur opende, hoorde zij een piepend geluid. Zij herkende dit geluid direct als het geluid van de drempel van de inloopkast in hun slaapkamer. Deze drempel maakt een specifiek piepend geluid. Zij liep hierop direct naar de slaapkamer en toen zij daar aankwam, botste zij in de deuropening bijna tegen een man. Zij ging er gelijk vanuit dat hij spullen van hen had gestolen en zei dat zij de spullen terug wilde hebben. De man zette een stap in de gang. Zij wilde niet dat hij er vandoor zou gaan en probeerde hem tegen te houden met haar handen tegen zijn borst. Hij bleef doorlopen richting de woonkamer. Zij bleef achteruit voor hem lopen om tussen hem en de uitgang te blijven staan. Uiteindelijk kwamen zij zo bij de buitendeur uit. Hij moest toen langs haar om naar buiten te gaan. Zij heeft verklaard in elk geval één keer hardhandig door hem te zijn beetgepakt, vermoedelijk bij de buitendeur, omdat hij langs haar moest. Hij deed de deur open en wilde naar buiten lopen. Hierop heeft zij hard de deur dichtgedaan, waardoor de man met zijn voet tussen de deur bleef zitten. Zij bleef hierop tegen de deur aan duwen. De man duwde vervolgens hard tegen de deur, waardoor de deur hard tegen haar aan kwam. Zij kon de deur niet meer tegenhouden, waardoor de man weg kon komen.
Buiten op het erf werd de verdachte tegengehouden door [betrokkene 1] . Hij heeft verklaard dat hij op 29 mei 2015 werkzaam was op het erf en op een gegeven moment geluiden hoorde. Hij keek in de richting van de voordeur en zag toen dat zijn vrouw met een onbekende man in gesprek was en dat zij de man met haar beide handen aan het duwen was.
Toen hij dichterbij was, hoorde hij haar zeggen: "Jij was bij ons binnen jij was in onze slaapkamer". Op dat moment is hij tussen hen in gaan staan en heeft hij de man weggeduwd. Toen het hem duidelijk werd dat het om een inbreker ging, heeft hij tegen de man gezegd: "Jij blijft hier". Hij duwde de man meer het erf op, richting zijn auto die op het erf geparkeerd stond. Hij wilde de man op het erf laten om hem aan de politie over te dragen. Toen hij de man in de richting van de auto duwde, probeerde de man hem een paar keer opzij te duwen. Uiteindelijk stond de man met zijn rug tegen de spiegel van de auto aan. Omdat hij vermoedde dat de aangever een mes in zijn handen had, sloeg hij dit uit zijn handen, waarop het op de grond viel. Toen probeerde de man zich weg te draaien en bij hem weg te gaan. Hierop heeft hij de man met zijn rechterhand met kracht bij zijn nek of keel gepakt. Hij deed dit met alle kracht die hij had, want hij wilde de man niet weg laten gaan, aldus de aangever. Met zijn linkerhand had hij de man ter hoogte van zijn borst vast, waardoor de blouse van de man kapot ging. Op een gegeven moment haalde de man zijn rechterhand van zijn keel af en kreeg de aangever een stoot in zijn gezicht. Hierop maakte de man van de gelegenheid gebruik om zich los te maken en weg te rennen naar zijn auto, waarop de man is weggereden.
[getuige] heeft verklaard dat zij bij de deur van de woning strubbelingen zag tussen haar zus (aangeefster [betrokkene 3] ) en een onbekende man. Beiden stonden te duwen en te trekken aan de deur. De man wilde weg, maar zat met zijn voet nog tussen de deur. Haar zus schreeuwde: "hij zat in mijn slaapkamer, hij zat in mijn kluis". Toen kwam die man los van de deur en pakte haar zwager (aangever [betrokkene 1] ) de man bij zijn schouders. Hij duwde de man tegen hun auto. Zij zag dat de man weg wilde gaan en weerstand bood. Hij wilde zich losmaken door de handen van haar zwager weg te duwen en wegloopbewegingen te maken. Hij probeerde zich los te trekken. Zij zag dat de blouse van de man scheurde. Zij zag dat de man tegen haar zwager bleef duwen en constant zijn lichaam in de richting van het bruggetje bracht, waar zijn auto stond. Haar zwager zei steeds: "Jij blijft hier en de politie komt". Zij heeft haar zwager niet zien slaan of schoppen. Zij zag opeens dat de man was losgekomen en in zijn auto stapte en wegreed.
Overige bevindingen
In de slaapkamer en de computerkamer van de woning van de aangevers zijn schoenzoolsporen aangetroffen en veiliggesteld. Deze sporen zijn vergeleken met de schoenen die de verdachte droeg op het moment van zijn aanhouding (merk Antony Morato, maat 41). De sporen komen overeen met deze schoenen. Er kan niet met honderd procent zekerheid gesteld worden dat het hier om sporen van specifiek dit stel schoenen gaat. Volgens de aangevers heeft niemand die normaal in de slaap- of computerkamer komt schoenen van het merk Antony Morato of maat 41.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij op 29 mei 2015 de betreffende woning is binnengegaan en 'volk, volk' heeft geroepen. Hij was daar om hondenvoer te verkopen. Hij was in een halletje, stapte de woning in en keek in de keuken. Toen stond er ineens een vrouw achter hem. Zij begon hem te krabben en schreeuwde: "mijn kluis, mijn kluis". Hij liet de inhoud van zijn zakken zien en zei tegen haar: "Ik heb niks, ik heb niks, ik kom u wat aanbieden". Zij sloeg hem toen een tand door zijn lip. Hierop is hij gelijk het huis uit gegaan. Zij trok nog aan zijn arm, maar hij heeft zich losgetrokken en is doorgelopen. Buiten kwam er een man en nog iemand. Die begon hem te slaan en te duwen. Hij werd hierdoor duizelig. Hij zag iets in de hand van die man. Hij voelde dat die man hem op zijn linkerhand sneed, waardoor het begon te bloeden. Hij heeft dat ding van die man afgepakt. Hij heeft zich toen losgerukt waarbij hij de man misschien heeft geraakt en is toen weggerend, is in zijn auto gestapt en weggereden.
Het oordeel van de rechtbank
Uit de verklaringen van aangevers blijkt dat de verdachte in de slaapkamer van de aangevers is geweest. De aangeefster heeft zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris consistent en gedetailleerd verklaard over het specifieke geluid dat zij hoorde en dat afkomstig was van de drempel in de kast in de slaapkamer. De aangever heeft bevestigd dat je dit specifieke geluid hoort wanneer je op deze drempel stapt. De rechtbank ziet - mede gelet op de aangetroffen schoensporen in de slaapkamer en de computerkamer - geen enkele aanleiding te twijfelen aan deze verklaringen. Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van de verdachte dat hij slechts in de (bij)keuken zou zijn geweest niet aannemelijk. De aanwezigheid van de verdachte in de slaapkamer van aangevers kan tot geen andere conclusie leiden dan dat verdachte kennelijk op zoek was naar goederen van zijn gading in de woning van aangevers. Hierbij werd hij evenwel door de thuiskomst van aangeefster gestoord.
Met betrekking tot het door de verdachte uitgeoefende geweld overweegt de rechtbank als volgt. Het handelen van de aangeefster en de aangever was er op gericht om te voorkomen dat de verdachte weg zou gaan. Dit is hem meerdere malen gezegd. De verdachte heeft op geen enkel moment aangegeven te zullen blijven wachten op de politie en zijn handelen was erop gericht om weg te komen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte het geweld tegen de aangeefster en de aangever heeft gepleegd met het 'oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken'.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen van de ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld."