4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte op 15 september 2022, genummerd PL0900-2022272356-30, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wat kan jezelf verklaren over wat er is gebeurd?
A: Ik kwam daar aan en zag die auto. We zijn naar hem toegegaan. Mijn oom [medeverdachte] [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte]] heeft mij gebeld. We hadden daar afgesproken om te kijken wie die jongen was. Toen pakten we hem vast en belden we de politie. Hij werkte niet mee dus we hebben hem een paar rake gegeven. We gingen alleen verhaal halen. Hij reed vooruit dus ik ging voor hem parkeren om te zorgen dat hij niet vluchtte. We moesten hem gewoon pakken en hebben toen z'n ruiten eruit geslagen en de sleutel afgepakt. Ik zat in mijn eigen auto, een BWM X5.
V: Wat is jouw aandeel geweest?
A: Ik ben bij zijn auto via de bijrijderskant gegaan, heb sleutels gepakt en een paar
tikken gegeven.
Een proces-verbaal van bevindingen getuige [getuige 1] , genummerd PL0900-2022272356-13, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 september 2022, hoorde ik getuige [getuige 1] het volgende verklaren:
- rond 17:00 uur was ik aanwezig op de [straat] in Amersfoort;
- ik zag dat twee donkerkleurige voertuigen met piepende banden een ander voertuig,
een Audi, van voren en van achteren insloot;
- ik zag dat een groep van 6 tot 8 personen uit deze voertuigen sprongen en naar
de Audi renden;
- ik zag dat één van deze personen met een op een hamer gelijkend voorwerp, op de auto sloeg;
- ik zag dat meerdere personen de deuren van de Audi open trokken, de Audi indoken
en dat zij de persoon die in de Audi zat, aanvlogen;
- ik zag dat een persoon via de bijrijders kant trappende bewegingen maakte de auto in, naar de persoon die in de Audi zat;
- ik zag dat er later een voorwerp, mogelijk een hamer, de bosschages naast het
incident gegooid werd.
Een proces-verbaal van bevindingen getuige [getuige 2] , genummerd PL0900-2022272356-24, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 september 2022 hoorde ik [getuige 2] als getuige. Ik hoorde haar het volgende verklaren:
Ik was aan het werk toen ik een harde klap hoorde. Ik ben hierop naar het raam
gelopen dat uitkijkt op de [straat] . Ik zag toen dat er precies voor ons pand
drie personenauto's stonden. Ik zag dat een van deze auto's tegen het verkeer in was
gereden en de doorgang van de andere auto's blokte. Ik zag dat er rond het middelste voertuig ongeveer 5 mannen stonden. Drie aan de bestuurderszijde en twee aan de bijrijderszijde. Ik zag dat een van deze mannen via de bijrijderszijde door het geopende portier trapbewegingen maakte in de richting van de bestuurder. Ik zag nog iemand die de ruiten van dit voertuig stuk trapte. Aan de bestuurderszijde zag ik dat een man door de ruit van het bestuurdersraam insloeg op de bestuurder. Het geweld heeft ongeveer 6 tot 7 minuten geduurd.
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2022272356-26, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 14 september 2022 kwamen wij ter plaatse op de [straat] . Ik zag drie donkerkleurige voertuigen op een rij geparkeerd staan. Ik zag dat er een zwart gekleurde BMW X5 met de neus tegenover een donkerkleurige Audi A3 stond. Ik zag dat er achter deze Audi A3 een zwartkleurige Audi A8 stond met draaiende motor. Ik zag dat de ruiten van de Audi A3, stuk waren en dat er deuken in de motorkap van het voertuig zaten. Ik zag dat er ronde, holle afdrukken in de voorruit van de Audi zaten. Ik had gehoord van een getuige [
de rechtbank begrijpt: getuige [getuige 1]] dat er een voorwerp de bosschages was gegooid door één van de verdachten. Ik zocht in de bosschages op de [straat] naast de geparkeerde voertuigen. Ik zag daar in het lange gras een wielmoersleutel liggen. Ik zag dat er op het uiteinde van deze wielmoersleutel kleine krasjes zaten.
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2022272356-27, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 14 september 2022, zag ik, verbalisant [verbalisant] , op de [straat] een drietal zwarte personenauto's staan met daar omheen meerdere mannen. Ik zag dat het middelste voertuig een Audi betrof. Ik zag dat van dit voertuig de achterruit was vernield en de ruit van de linker achter en voorportier was vernield. In dit voertuig zag ik een man half liggend en half zittend op de bestuurderstoel zat. Ik zag dat deze man met ontbloot bovenlijf zat. Ik heb de man aangesproken en vroeg hem wat er was gebeurd. Ik zag dat de man wel bij kennis was, maar geen antwoord gaf op mijn vraag. Het duurde even voor ik tot de man doordrong en ik zijn gegevens kon overnemen van zijn rijbewijs. De bestuurder bleek te zijn: [slachtoffer] .
Ik zag dat hij steeds vaker wegzakte. Ik zag verder dat de man een wond had aan de
linkerzijde van zijn hoofd en verder op het bovenlijf meerdere rode strepen.
Bewijsoverwegingen
Wat is er gebeurd?
Op basis van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast. Op 14 september 2022 heeft de vrouw van medeverdachte, [medeverdachte] zich voordoende als de dochter van die medeverdachte, via Twitter een afspraak gemaakt met [slachtoffer] (hierna ook: het slachtoffer). Verdachte is op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] mee gegaan naar deze afspraak. Ter plaatse wordt de auto van het slachtoffer door twee voertuigen, waaronder de auto van verdachte, ingesloten. Uit deze auto’s springen meerdere personen die naar het voertuig van het slachtoffer rennen. Vervolgens wordt door deze personen geweld toegepast op het slachtoffer en het voertuig waar hij in zit. De ramen van het voertuig worden ingeslagen en ingetrapt en er wordt met een wielmoersleutel op de vooruit van de auto geslagen. Getuigen zien dat het slachtoffer in zijn auto wordt aangevlogen en dat in zijn richting wordt getrapt en geslagen. Uit het letsel dat verbalisanten bij het slachtoffer waarnemen, en de toestand waarin zij hem aantreffen, te weten het vaak wegzakken van het slachtoffer, blijkt dat flink geweld is toegepast op het lichaam en op het hoofd van het slachtoffer.
Daarmee is voldoende komen vast te staan dat er geweld is uitgeoefend door de inzittenden van de auto’s die de Audi A3 van het slachtoffer hebben klemgereden.
Geweldshandelingen verricht door verdachte
De rechtbank gaat, anders dan de verdediging, uit van de eerste verklaring die verdachte na het incident bij de politie heeft afgelegd, zoals die is opgenomen in de bewijsmiddelen. In zijn tweede verklaring bij de politie verklaarde verdachte dat hij het slachtoffer alleen heeft vastgepakt. Die verklaring legt de rechtbank evenwel naast zich neer. Als de opsporingsambtenaren daarop doorvragen antwoordt verdachte
: ‘Nee dat klopt niet, gewoon vastgepakt. We kunnen toch niet platte klappen geven. Wij waren met acht of zo en hij alleen, dat kan niet’. Deze ontkenning acht de rechtbank niet geloofwaardig. De ontkenning mist overtuiging en het scenario dat het slachtoffer alleen is vastgepakt valt niet te rijmen met het letsel én met de verklaringen van de getuigen. Daarbij komt dat verdachte op zitting de geweldshandelingen niet heeft ontkend. Hij heeft hoofdzakelijk verklaard dat hij het zich niet meer kan herinneren. Op zitting heeft hij de juistheid van zijn eerste verklaring bij de politie evenmin weersproken, laat staan toegelicht waarom die verklaring niet juist zou zijn. Tegen deze achtergrond concludeert de rechtbank dat verdachte zelf geweldshandelingen heeft verricht. Verdachte heeft daarmee dan ook een wezenlijke bijdrage geleverd aan de openlijke geweldpleging.
Op grond van de bewijsmiddelen komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.