In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 april 2024 een beschikking uitgesproken over de adoptie van een meerderjarig pleegkind, hierna te noemen [belanghebbende]. De pleegouders, [pleegmoeder] en [pleegvader], hebben het verzoek tot adoptie ingediend, waarbij zij de bijzondere omstandigheden hebben uiteengezet die hen hebben geleid tot het indienen van het verzoek op een later moment dan gebruikelijk. [belanghebbende] is als baby van zeven maanden bij de pleegouders geplaatst, nadat zijn biologische ouders hem hadden afgestaan. Sindsdien is hij door de pleegouders verzorgd en opgevoed, zonder contact met zijn biologische ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, aangezien [belanghebbende] geboren is met FAS (foetaal alcohol syndroom) en de pleegouders in het belang van zijn hulpverlening hebben gewacht met het indienen van het adoptieverzoek.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er zeer bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat het minderjarigheidsvereiste voor adoptie wordt genegeerd. [belanghebbende] heeft altijd de pleegouders als zijn ouders beschouwd en heeft behoefte aan de bevestiging van zijn juridische band met hen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van [belanghebbende] is om de adoptie uit te spreken, ondanks zijn meerderjarigheid. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en vastgesteld dat [belanghebbende] ervoor heeft gekozen zijn geslachtsnaam te behouden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.