ECLI:NL:RBMNE:2024:2254
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing energietoeslag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in [plaats], beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Utrecht, dat haar aanvraag om energietoeslag op 4 oktober 2022 had afgewezen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het college verklaarde dit bezwaar op 8 februari 2023 ongegrond. Vervolgens ging eiseres in beroep. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 17 april 2023, heeft verweerder de aanvraag opnieuw beoordeeld en op 15 juni 2023 een nieuw besluit genomen, waarbij de energietoeslag alsnog werd toegekend aan eiseres.
De rechtbank heeft eiseres verzocht om binnen twee weken te laten weten of zij haar beroep intrekt, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Een tweede verzoek op 21 december 2023 is retour gekomen, waarna de rechtbank aannam dat eiseres haar beroep handhaafde. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht zonder zitting uitspraak gedaan. Eiseres had verzocht om vrijstelling van het griffierecht vanwege betalingsonmacht, wat door de rechtbank werd toegewezen.
De rechtbank oordeelde dat eiseres met het nieuwe besluit van 15 juni 2023 heeft gekregen wat zij met haar beroep beoogde, en dat zij daarom geen procesbelang meer had bij het onderhavige beroep. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien eiseres geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 april 2024.